Pater Lucien Cop, Redemptorist, katholiek missionaris
bij de Chaldeeuwse christenen in Bagdad tot 2012
“Jubileum komt van het woord Yabèl of jobel en de ramshoren luidt het 50ste jaar in. Hoor je hem? -(Pater Cop deed het ramshorengeluid na doorheen de micro; zijn scoutsvrienden dachten aan het trompetten van een kudde olifanten in de djungel). 50 jaar, dat is 7x7=49; 7x7 jaar-weken … en dan is er de grote sabbat. De ramshoren roept ons in feite op om ons werk eventjes te onderbreken. Sabbat betekent: staken… ophouden met werken… verademen. We stoppen op de 7de dag , zoals God, om te rusten en te zien dat het goed is, dat het zeer goed is. We stoppen op de grote sabbat van het 50ste jaar, om te verademen, om te zien hoe goed alles is. Op de 7de dag, op het 7de jaar, op het 7 maal 7de jaar, willen we verpozen, en kijken naar de Bron van ons leven. Want, wij zijn niet zélf de bron van ons leven, van onszelf, van onze wereld. De 7de dag, het 50ste jaar, is er om te erkennen, om te danken en om te hopen.
- Om te erkennen dat God, onze Schepper, het allemaal gedaan heeft, het allemaal doet, zij het door onze handen. Om te erkennen dat we niet zelf gekozen hebben om in de wereld te komen, of dit of dat te worden: om Vlaming te zijn bijvoorbeeld, christen te zijn, kloosterling te zijn, getrouwd te zijn of priester te zijn… Niet zelf gekozen, maar wel geroepen, be-roepen... om ons antwoord te geven. Tot die erkenning en dat geloof roept de ramshoren van het 50ste jaar ons op. - De ramshoren van het 50ste jaar roept ons ook op om te danken.
Danken voor deze schone roeping die we gekregen hebben in deze wereld, onder deze lieve mensen. Danken voor onze ouders en familie, vrienden, de scouts, die ons geleerd hebben en nog leren goed te antwoorden op onze roeping. Dank aan de mensen van ons dorp; de mensen van ‘de polder’ en van ‘den hoge’; de mensen van Vlaanderen; alle mensen die ons geholpen hebben mens te worden - beeld van God. Dit jubileum is een feest van de liefde, onze liefde als het levende beeld van Gods Liefde. - Naast het feest van het geloof en de liefde, roept de Yabèl, de ramshoren, ons ook op om te hopen. Want, we zijn maar simpele arme menskens, met onze tekortkomingen en zonden.
Het 50ste jaar in de bijbel is een jaar van kwijtschelding van alle schulden. We vieren nu dat God ons aanneemt en vergiffenis geeft. We mogen er zijn. Onze daden en pogingen en probeersels mogen er zijn. Hij verwelkomt ze, vervolmaakt ze, zet er een kroon op. Geloof, liefde en hoop. Deze 3 goddelijke deugden vieren we in menselijke gedaante in dit 50ste jaar.
En, dierbare Vrienden, laat me toe u allemaal persoonlijk te betrekken bij deze viering. Gij allen zijt geroepen tot dit leven. Elk van u is geroepen om zijn mens-zijn waar te maken. Allemaal hebt ge een 7de dag, een 50ste jaar om uw roeping te vieren, om te danken voor al het goede dat er in u is en in uw mensen; om te hopen ook dat onze Heer uw werk en leven zal voltooien en uw tekorten en fouten zal heel maken.
Ik wens mezelf en u allemaal hartelijk proficiat met dit jubileum. God heeft het gedaan. God doet het nog. God zal het blijven doen, over de dood heen. Geloof, liefde en hoop. Amen.