GELOOF en LEVEN
ENIGE OUD-
Samenstelling: Ben Van Vossel
4 NOACH, DE RECHTSCHAPENE
In Genesis 6 lezen we dat God spijt kreeg “dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en Hij was er zeer verdrietig om. 7 En Jahwe zei: `Ik ga de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem wegvagen, zowel de mens als het vee en de kruipende dieren en de vogels in de lucht, want het spijt Mij dat Ik ze gemaakt heb.’ 8 Alleen Noach vond genade in de ogen van Jahwe. 9 Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was een rechtschapen man; hij bleef te midden van zijn tijdgenoten een onberispelijk leven leiden en hij richtte zijn schreden naar God” (Gen.6,6-
Bijbelverhaal?
Je zou kunnen zeggen dat het verhaal van Noach geen origineel Bijbels verhaal is. Verhalen over overstromingen, tsunami’s en zelfs over ‘zondvloeden’, die als straf voor menselijke tekortkomingen door God of door de goden over de mens losgelaten worden, tref je in verschillende versies aan bij de oude volkeren in het Tweestromengebied. Zo in het Gilgamesh-
Een verhaal over zonde en haar kwalijke gevolgen
Op de voorgrond van het Noach-
We staan met dit verhaal duidelijk in een reeks verhalen over zonde en straf. Eerst de zondeval van Adam en Eva met de verdrijving uit het Paradijs, dan de broedermoord en het zwerversleven van Kaïn, en nu dit verhaal over de slechtheid van de mens met daarop volgend de zondvloed. Het was blijkbaar een vaststelling van de latere Joodse mensen dat de zonde bijna ingeboren lijkt in de mens. Nog later zal Paulus in zijn Romeinenbrief niet veel enthousiaster doen over de mensheid die zich van God afkeert. Niet te verwonderen dat we zijn gaan spreken over de erf-
Een verhaal over hoop en vrede
-
-
In deze enkele aandachtspunten uit het Noachverhaal kunnen we ook het gelaat van Jezus herkennen (zie verder).
Verwijzingen naar Jezus?
Waar liggen nu de typologische toepassingen naar Jezus toe? Er zijn weinig strikt Nieuwtestamentische verwijzingen, wel heel wat andere vergelijkingspunten, sommige vanuit de liturgie, of de kerkvaders of overwegingen vanuit de Bijbel.
Afstammeling
Als Lucas de stamboom van Jezus geeft, langsheen de stamboom van Jozef, stellen we vast dat daar wel allerlei zondige mensen in voorkomen, maar ook Noach wordt er vermeld, Noach, de rechtvaardige, in die lijn is het niet moeilijk om Jezus te situeren. “Deze Jezus nu was bij zij optreden ongeveer dertig jaar. Hij was, ‘in de opvatting der mensen’, de zoon van Jozef, de zoon van Eli, de zoon van Mattat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Jannai, de zoon van Jozef, Lk.3,25 de zoon van Mattatias (…) Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, 37 de zoon van Metuselach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, 38 de zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God” (Lk.3,23-
Heraut van gerechtigheid
In 2 Petrus 2,5 krijgen we dan een omschrijving van Noach: “Evenmin heeft Hij (God) de wereld van de voortijd gespaard; Hij heeft alleen Noach, de heraut der gerechtigheid, met zeven anderen behoed, toen Hij de zondvloed bracht over die wereld van goddelozen”. Heraut of verkondiger van de gerechtigheid lijkt hier dan te betekenen dat hij, in zijn persoon en zijn manier van leven een levende uitbeelding was van hoe je eigenlijk zou moeten leven als je aan Gods droom wilt voldoen. Dat wordt kort gezegd in deze andere tekst uit het boek Genesis: “Alleen Noach vond genade in de ogen van Jahwe. 9 Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was een rechtschapen man; hij bleef te midden van zijn tijdgenoten een onberispelijk leven leiden en hij richtte zijn schreden naar God” (Genesis 6,8-
De volgzaamheid
-
Het noeste verlossingswerk
Ik las nog een mooie toepassing van de arbeid van Noach aan de ark en het verlossingswerk van Jezus. “Stuk na stuk, nagel na nagel, plank na plank kwam de ark stilaan tot stand. Op dezelfde manier wordt het verloste volk van God in Jezus samengebracht, man na man, vrouw na vrouw, gelovige na gelovige, berouwvolle zondaar na berouwvolle zondaar. Zoals Noach Gods ark bouwde, zo bouwt Jezus een verlost huisgezin voor God. Deze vergelijking is niet zo ver gezocht omdat in de Hebreeënbrief hetzelfde gezegd wordt van Mozes: “Hij (Jezus) is groter eer waardig gekeurd dan Mozes, voor zover namelijk de bouwer meer waard is dan het huis dat hij bouwt. Ieder huis wordt door iemand gebouwd en de bouwheer van alles is God. Mozes was inderdaad getrouw in heel Gods huis, maar als dienaar, om te getuigen van de woorden die God zou spreken. Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste ons vertrouwen en de hoop, die onze trots is, ongeschokt bewaren tot het einde” (Hebr.3,3-
Bespotting
Wij weten niet hoe de menigte gereageerd heeft op het schijnbaar zinloos werken van Noach aan een grote ark hoog op droge grond. In het Oude testament wordt het niet met zoveel woorden gezegd. De Koran (Qur’an) heeft het verhaal kleurrijker uitgeschilderd met een zeer menselijk detail : “38 En hij was de ark aan het bouwen en steeds wanneer de leiders van zijn volk hem voorbijgingen, bespotten zij hem. Hij zeide: “Als gij ons bespot, zullen wij u (later) bespotten zoals gij (ons) nu doet, 39 Dan zult gij weten wie het is, over wie een vernederende straf komt en op wie een blijvende straf zal rusten” (Soera 11,38-
Gelovig vertrouwen
In de Hebreeënbrief wordt als voorbeeld van gelovigen ook Noach vermeld: “Door het geloof heeft Noach, na door God te zijn gewaarschuwd voor wat nog niet te zien was, met grote zorg de ark gebouwd, om zijn huisgezin te redden. Door zijn geloof heeft hij de wereld veroordeeld en zelf de gerechtigheid van het geloof verworven” (Hebr.11,7). Die grote zorg voor het huisgezin van God drukt Jezus sterk uit in de gelijkenis van de Goede Herder: “Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten en wel in overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.” (Joh. 10,10-
De ark als het graf – de nieuwe aarde als de opstanding Een gelijkenis, zonder daarom thuis te horen de “typologie” is het lange tijd opgesloten zijn van Noach en zijn familie in de ark en hun wedergeboorte op een opgefriste, gezuiverde aarde en anderzijds Jezus opgesloten zijn in het graf en zijn opstanding ten leven waarin Hij allen betrekt die bij Hem aansluiten. Dit is geen typologie zoals de figuur van Jona die 3 dagen opgesloten zat in de buik van het zeemonster, waarop Jezus zelf zinspeelt in Mt. 12,39: “Zoals namelijk Jona drie dagen en drie nachten verbleef in de buik van het zeemonster, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten verblijven in de schoot van de aarde”. “Doelend op Hem toch zegt David: De Heer had ik voor ogen, altijd door, Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen; daarom is er blijdschap in mijn hart en jubelt mijn mond van vreugde; ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet over zult laten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien. Wegen ten leven hebt Gij mij doen kennen, Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn” (Handelingen 2,25-
Opgeheven uit de vloed
Zoals de ark de vloed te boven kwam, zo wordt Jezus de redder die toekomst geeft aan het volk van God : “Veertig dagen lang hield de vloed over de aarde aan. Het water steeg en tilde de ark op, tot hoog boven de aarde. Het water nam toe en kwam hoog boven de aarde te staan, en de ark dreef op het water” (Genesis 7,17-
Met Hem gestorven en verrezen in het doopsel, geroepen tot een nieuw leven
In de christelijke traditie wordt het water van de zondvloed wel eens vergeleken met het water van de doop, waar het kwaad wordt vernietigd en we nieuw leven krijgen. De dubbele werkzaamheid van het water komt daarin naar voor: zijn vernielende (cfr. tsunami en vloedgolven, verdrinking, scheepsramp) én levenbrengende (dorstlessend, vruchtbaarheid van de regen en bevloeiing) kracht. Ook hier kunnen we dan een parallel zien met de ark van Noach en het kruis van Christus.
“In de doop zijt gij met Hem (Jezus) begraven, maar ook met Hem verrezen, door uw geloof in de kracht van God die Hem uit de dood deed opstaan. Ook u die dood waart ten gevolge van uw zonden en uw morele onbehouwenheid heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze zonden vergeven. Hij heeft de oorkonde met haar bezwarende bepalingen, die tegen ons getuigde, verscheurd. Hij heeft haar vernietigd en aan het kruis genageld. Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend en publiek ten toon gesteld. Hij heeft over hen getriomfeerd door het kruis” (Kol.2,12-
Blijvend teken van Gods reddende genade
Toen het water was weggetrokken stond daar de regenboog als een teken van het verbond tussen God en de mens dat de mens niet zal weggeveegd worden van voor het aangezicht van God (Gen. 9,14-
Het behoud van de schepping
We staan waarschijnlijk al in de allegorie in plaats van in de typologie wanneer we een aantal punten van gelijkenis gaan maken (of vaststellen) tussen Jezus en de figuur van Noach, zoals:
Terwijl Jezus bezig is mannen en vrouwen tot Zich te trekken, blijft ondertussen het oordeel uit. Evenzo was er geen teken van de grote vloed die zou komen terwijl Noach de laatste hand aan het werk legde om zijn huisgezin te redden. Het Noachverhaal laat ook zien hoe zijn werk er niet enkel op gericht was om menselijk leven te redden maar ook een massa vogels, dieren, reptielen… Ook in het nieuwe testament is er sprake van dat de schepping zal delen in de redding en verheerlijking van de kinderen van God: “Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen. Want zij is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft. Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid en delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” (Rom. 8,19-
Het oordeel van de zondvloed en Christus’ wederkomst “Temidden van zijn tijdgenoten leidde Noach een onberispelijk leven”… Die paar woorden zeggen veel over die figuur van Noach, gesitueerd in een samenleving waar we men zich van God en zijn gebod weinig of niet aantrok. In de tweede Petrusbrief wordt die parallel duidelijk gelegd tussen die ongelovige tijdgenoten van Noach en de mensen die niet geloven in de terugkomst van Christus als teken van het definitief oordeel dat God over het mensenleven uitspreekt: “Gij moet vooral weten dat er in de laatste dagen spotters zullen komen, mensen die leven volgens hun eigen begeerten, en die honend vragen: `Waar blijft nu de wederkomst die Hij heeft toegezegd? Onze vaderen zijn al gestorven, maar alles blijft zoals het van het begin der schepping geweest is.’ Zij gaan met opzet voorbij aan het feit dat er lang geleden een hemel en een aarde bestonden, door Gods woord gevormd uit water en door middel van water, en dat die toenmalige wereld vergaan is, verzwolgen door het water. Maar de hemel en de aarde van nu zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur en bewaard voor de dag van het oordeel en de ondergang der goddelozen” (2 Petr. 3,3-
Een verwittigd man… Jezus was ook een profeet, iemand die vanwege God belangrijke zaken te vertellen kreeg. Hij deed dat ook wel eens in apocalyptische beelden, met de overtuigingskracht van een donderpredikant. Zo maakt Hij zelf die vergelijking met de tijd van Noach en Lot: “En zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon. Zij aten en dronken, huwden en werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam, die allen verdelgde. (…) zo zal het ook zijn op de dag waarop de Mensenzoon zich openbaart” (Lk.17,26-
Vredevorst
Maar het Noachverhaal is inderdaad niet louter bedreigend. Een klein gelijkenispunt gaat dan over de ‘symbolen’ van de regenboog en de duif met de olijftak, symbolen van vrede en nieuw verbond tussen God en de mensen. ‘Vrede’ het is de hartenwens van de mensheid, van de gewone mensen die keer op keer door de heb-
TERUG NAAR INHOUDSOVERZICHT TERUG NAAR THUISPAGINA