GELOOF en LEVEN
PARELS UIT GODS WOORD
SAMEN ROND HET WOORD
INHOUD WEBSITE -
Wij komen naar U, want Gij, Heer, zijt onze God
Woord van de avond:
JER.3,21 Op de hoogten weerklinkt geschrei: Israëls zonen wenen en smeken. Ze zijn de verkeerde weg opgegaan; ze hebben Jahwe hun God ver-
ἰδοὺ δοῦλοι ἡμεῖς ἐσόμεθά σοι, ὅτι σὺ κύριος ὁ θεὸς ἡμῶν εἶ.
Korte commentaar:
De profeet Elia vermaande zijn volk dat ze niet op twee gedachten mogen hinken, kiezen voor Jahwe en kiezen voor Baäl. Ook wij gaan wel eens de verkeerde weg op door op sommige momenten te leven zonder God en teveel te luisteren naar valse profeten en ons leven te vullen met allerhande ‘afgoden’. God nodigt ons uit tot Hem terug te keren, Hij zal ons genezen van onze ontrouw. Wij mogen vast gelovend dat God onze redder is en de redder wil zijn van zovelen rondom ons. Naarmate wij oprecht gaan leven vanuit ons geloof zal de wereld rondom ons ook veranderen.
Einde van deze bezinning
Eeuwige troost en blijde hoop
2TESS.2,15 Dus, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen waarin gij door ons, hetzij mondeling hetzij schriftelijk, zijt onderwezen.
16 Moge onze Heer Jezus Christus zelf, moge God, onze Vader, die ons zijn liefde heeft betoond en ons in zijn genade eeuwige troost en blijde hoop heeft geschonken, 17 uw harten bemoedigen en sterken met alle goeds in woord en daad.
παράκλησιν αἰωνίαν καὶ ἐλπίδα ἀγαθὴν
Met grote liefde en dankbaarheid (ook wel met grote ijver) moeten wij in contact blijven met het Woord van God in de Schrift.
Daaruit leren wij Jezus kennen en de liefde van de Vader, die ons eeuwige troost en blijde hoop heeft geschonken.
Dan zal ons hart bemoedigd worden en gesterkt om van Gods liefde voor ieder mens te getuigen in woord en in heel ons leven.
Einde van deze bezinning
Weest stil en weet, Ik ben God
JER.12,1 Jahwe, Gij zijt rechtvaardig. ik kan niets tegen U inbrengen. Toch leg ik U een vraag voor: Waarom gaat het slechte mensen goed? en leven alle goddelozen gerust?
Ps 75,11 De trots van de zondaar zal Ik breken, de rechtvaardige zal worden verheven.
Ps 46,11 Staak de strijd en erken dat Ik God ben
σχολάσατε καὶ γνῶτε, ὅτι ἐγώ εἰμι ὁ θεός
Reeds in het Oude Testament zag men dat het slechte mensen vaak goed ging en dat goede mensen het soms erg zwaar hadden. In Psalm 75 zegt God dat Hij voor rechtvaardigheid zal zorgen. En Psalm 46 zegt: hou toch op met vechten en erken dat Ik God ben. In een lied klinkt het zo: “Wees stil en weet; Ik ben uw God.”
Wij moeten ons met z’n allen inzetten voor een meer humane en rechtvaardige wereld, maar ondertussen moeten wij in ons hart de rust bewaren omdat wij weten dat God, God is, onze God die ons helpt in onze inzet voor een meer menselijke wereld. ‘Wees stil en weet, Ik ben uw God.’ Dit herhalen zal vrede en rust brengen in ons hart
Einde van deze bezinning
2Tim.1,6-
Gods genade beleven
6 Vergeet dus niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen. 7 Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid
6 διʼ ἣν αἰτίαν ἀναμιμνῄσκω σε ἀναζωπυρεῖν τὸ χάρισμα τοῦ θεοῦ,
De genaden van ons doopsel, vormsel, huwelijk of priesterschap en de vele genaden en talenten die God ons gegeven heeft mogen we niet wegstoppen, maar moeten we voortdurend aanwenden door het Blijde Nieuws dat ze bevatten te beleven en te belijden. Bewust leven als kind van God, mensen zegenen in ons hart, kinderen met bezieling begeleiden en voor hen bidden… met durf, liefde en bezonnenheid.
Einde van deze bezinning
Binnengaan in de rust van de Heer
Ik sprak : zij zijn toch een dolend volk, zij kennen mijn wegen niet.
Daarom heb Ik in gramschap gezworen : nimmer vinden zij rust bij Mij
(lett. Nooit zullen zij binnentreden in mijn rust)
Εἰ εἰσελεύσονται εἰς τὴν κατάπαυσίν μου.
Ja, God en zijn volk, het is niet steeds koek en ei. De psalm begint anders heel mooi. “Kom, laat ons de Heer met gejubel begroeten, knielen wij neer voor Hem die ons schiep…” Maar dan horen wij over hun opstandigheid, hun gemor, gebrek aan vertrouwen. En dan komt het verwijt vanwege God. Zij houden niet van mijn wegen, van wat ik van hen verlang. En daarom zullen ze niet binnengaan in mijn rust. Als ons leven niet steunt op ons geloof, als ons geloof geen grote mate van vertrouwen uitstraalt, als de relatie met God alleen maar aan de oppervlakte blijft en niet tot een levende realiteit wordt… Dan zullen ook wij niet de vrede en rust en vreugde van het geloven kennen. “Luisteren wij naar de stem van de Heer om binnen te gaan in zijn rust.” (zie hierna Rom.15,13)
Einde van deze bezinning
Vreugde en vrede door het geloof
ROM.15,13 Moge de God van de hoop u vervullen
met alle vreugde en vrede in het geloven,
zodat gij overvloeit van hoop,
door de kracht van de heilige Geest
13 ὁ δὲ θεὸς τῆς ἐλπίδος πληρώσαι ὑμᾶς
πάσης χαρᾶς καὶ εἰρήνης ἐν τῷ πιστεύειν,
εἰς τὸ περισσεύειν ὑμᾶς ἐν τῇ ἐλπίδι
ἐν δυνάμει πνεύματος ἁγίου.
Bij God is er altijd toekomst. Het komt er op aan echt te geloven om dan vreugde en innerlijke vrede te ervaren. ‘Geloven’ houdt in dat we ons leven bouwen op het geloof, dat we een ware relatie laten groeien tussen onszelf en Jezus. Die relatie moeten we levendig houden door geregeld contact en door met Hem te converseren over ons dagelijks op weg zijn in het leven. Door de kracht van de heilige Geest zullen we zelf overvloeien van hoop.
Einde van deze bezinning
Barmhartigheid !
MT.9,9 Toen Jezus vandaar verder ging, zag Hij iemand aan het tolhuis zitten die Matteüs heette, en Hij zei tot hem: 'Volg mij.' De man stond op en volgde Hem. 10 Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen. 11 Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen: 'Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?'
12 Hij hoorde dit en zei: 'Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. 13 Gaat heen en leert wat het zeggen wil:
Ik wil liever barmhartigheid dan offers.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.'
Ἔλεος θέλω καὶ οὐ θυσίαν·
οὐ γὰρ ἦλθον καλέσαι δικαίους ἀλλ ὰ ἁμαρτωλούς.
Korte bezinning
Jezus laat de hooghartige veroordeling van de ‘tollenaars en zondaars’ door de Farizeeën niet zomaar aan zich voorbijgaan. Barmhartigheid wil God, geen offers door een onbarmhartig hart. In onze relatie met mensen moeten wij ons vaak die woorden in herinnering brengen: Barmhartigheid, geen oordeel, geen hardheid…
En dan mogen wij met vreugde Jezus’ woord vernemen dat Hij gekomen is voor ons, voor mij en voor u, kleine, onvolmaakte en zondige mensen. Hij is de geneesheer, de Redder tot wie wij altijd mogen gaan en die tot ons komt… als wij zelf ook barmhartig trachten te zijn.
Einde van deze bezinning
Word wakker !
EF.5,14 En alles wat verhelderd wordt is zelf `licht' geworden.
Zo zegt ook de hymne: ‘Ontwaak, slaper, sta op uit de dood,
en Christus' licht zal over u stralen.’
14 πᾶν γὰρ τὸ φανερούμενον φῶς ἐστιν. διὸ λέγει·
Ἔγειρε, ὁ καθεύδων, καὶ ἀνάστα ἐκ τῶν νεκρῶν,
καὶ ἐπιφαύσει σοι ὁ Χριστός.
Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden! Je hebt het woord van het leven gehoord, je leest het in de Schrift, je hoort het in de kerkgemeenschap… Laat het in je doordringen, overweeg het, herhaal het, memoriseer het, en vooral: laat het je dagen kleuren. Sta op uit de doden, uit een leven zonder God, of met de afgod van het materialisme; en die afgoden kunnen ook in onszelf zitten. Zet een stap in het leven met de Heer. Laat sommige (verkeerde) keuzes, relaties, zaken, gewoonten los om zo stappen in het echte leven te zetten. Het licht van Jezus zal u verlichten. Christus’ licht zal over jou stralen!
Je hebt het Blijde Nieuws vernomen: God houdt van jou! Jezus is jouw redder. De heilige Geest bezielt je om te kunnen leven vanuit dat Blijde nieuws. Laat het je dag verlichten.
Einde van deze bezinning
Aangesteld tot dienaars en getuigen van de Levende
16 Maar richt u op en sta op uw voeten.
Daartoe ben Ik u verschenen,
om u aan te stellen tot dienaar en tot getuige van het feit,
dat ge Mij gezien hebt en dat Ik u nog verschijnen zal.
16b εἰς τοῦτο γὰρ ὤφθην σοι,
προχειρίσασθαί σε ὑπηρέτην καὶ μάρτυρα
ὧν τε εἶδές με ὧν τε ὀφθήσομαί σοι
Richt u op en sta op uw voeten. Jezus neemt Paulus au sérieux, Hij spreekt hem aan als persoon, niet als een ding dat op de grond ligt.
Zo richt Jezus zich ook tot ons, als tot een persoon, en wat we te horen krijgen is niet niets:
“Ik ben u verschenen”. De Heer heeft zich aan ieder van ons geopenbaard, heeft zich doen kennen op verscheidene momenten van ons leven. Het komt er op aan ons dat te her-
“Ik ben u verschenen” “om u aan te stellen tot dienaar en tot getuige van het feit , dat ge Mij gezien hebt en dat Ik u nog verschijnen zal.”
Dienaar: als christen zijn we in dienst van Jezus, 24 uur op 24. Alles wat we doen moet vanuit die dienst bekeken worden. Maar een dienaar is iemand die voortdurend in de nabijheid van de Heer moet zijn, met Hem voor ogen moet leven, steeds tot zijn dienst zijn. Zoiets als de adjudant van een generaal die hem steeds vergezelt.
Getuige: “getuige van het feit , dat ge Mij gezien hebt en dat Ik u nog verschijnen zal.” We moeten getuige zijn dat Jezus de Levende Heer is, die zich aan ons gemanifesteerd heeft op dit of dat ogenblik, in die of die andere situatie… Dit persoonlijk getuigenis moeten we als onze identiteitskaart voor het grijpen hebben om een getuigend woord te spreken of door ons optreden toch te getuigen dat we ‘van de Heer’ zijn.
Einde van deze bezinning
Gods genade, bron van heil voor allen
11 Want de genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen.
12 Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd,
13 terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Christus Jezus.
14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds.
12 παιδεύουσα ἡμᾶς, ἵνα ἀρνησάμενοι τὴν ἀσέβειαν καὶ τὰς κοσμικὰς ἐπιθυμίας
σωφρόνως καὶ δικαίως καὶ εὐσεβῶς ζήσωμεν ἐν τῷ νῦν αἰῶνι,
De veertigdagentijd is wel de uitgelezen tijd om ons te bezinnen over Gods oneindige liefde voor ieder mens. Die liefde, als we ons daarover bezinnen, leert ons om niet zonder God te leven en ons leven niet ge vullen met oppervlakkige en voorbijgaande begeerten.
Integendeel, we worden uitgenodigd om nuchter te zijn, ons rustig te bezinnen over wat al of niet echt waardevol is, ons toe teleggen op wat God ons aanwijst op weg naar het heil, een echt gelukt leven en met God voor ogen te leven, in een goede en toegewijde relatie.
Einde van deze bezinning
Opnieuw geboren worden
3,3b 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
als iemand niet wedergeboren wordt
kan hij het Rijk Gods niet zien.'
Ἀμὴν ἀμὴν λέγω σοι,
ἐὰν μή τις γεννηθῇ ἄνωθεν,
οὐ δύναται ἰδεῖν τὴν βασιλείαν τοῦ θεοῦ.
Dit woord van Jezus klonk zo origineel dat zelfs een vooraanstaande Jood als Nicodemus de wenkbrauwen optrok. Maar Jezus meende het: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.' Nicodemus was een zoeker, een zoeker naar de waarheid, een zoeker naar de waarheid waarin je je geborgen en gelukkig voelt. Wat Jezus zegt over het opnieuw geboren worden, betekent in feite dat je de zaken grondig opnieuw moet bekijken en aanpakken. Het gaat om bekering, om ommekeer, zoiets als wanneer uw gps zegt: ‘Probeer om te keren.’ Terug naar af. Opnieuw geboren worden, stoppen met zelf je leven te sturen, maar gaan ‘geloven’, je leven gaan bouwen op Christus. Wanneer je niet enkel die ontmoeting met Nicodemus, maar ook nog de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse erop naleest (Joh.4) dan hoor je de term ‘levend water’ vallen en er is er Één die dat levend water geeft, Jezus, de Messias! Je hoeft niet verder te zoeken, maar je leven bewust stellen onder de leiding van Jezus, gaan leven in relatie met Jezus. Opnieuw geboren worden. Eindelijk krijg je weer adem. Levensadem!
Einde van deze bezinning
De kracht van de hoop
16 Wie de Heer vreest is voor niets beducht
en hij deinst nooit terug,
want de Heer is zijn hoop.
Het klinkt wel erg stoer: voor niets beducht zijn, nooit terug deinzen. Zelfs als je ‘gelovig’ bent, ben je toch nog angstig om het heden of de toekomst, maak je je toch nog zorgen… Hier slaat dat ‘vrezen’ van de Heer op het echt op weg gaan in geloof, je leven bouwen op je geloof. Je geloof levend laten zijn, laten meespelen in je leven, in grote en vooral ook in heel gewone omstandigheden. En dan laat de Heer je ook ervaren dat Hij nabij is, omdat HIJ je hoop is, je anker. Misschien toch maar eens proberen! Zoals Jezus Sirach, al is het ‘slechts’ een deutero-
Einde van deze bezinning
Uw geloof en uw liefde tot Jezus
17 Vrienden, gij zijt dus gewaarschuwd.
Past op dat gij u niet laat meeslepen op de dwaalwegen van die goddelozen;
geeft uw standpunt niet prijs.
18 Neemt toe in de genade en de kennis
van onze Heer en Heiland Jezus Christus.
Hem zij de eer, nu en in eeuwigheid!
18 αὐξάνετε δὲ ἐν χάριτι καὶ γνώσει
τοῦ κυρίου ἡμῶν καὶ σωτῆρος Ἰησοῦ Χριστοῦ.
αὐτῷ ἡ δόξα καὶ νῦν καὶ εἰς ἡμέραν αἰῶνος. ἀμήν.
Wanneer koelt een vriendschap en liefde vlug af? Als er geen warm contact meer is, als men de relatie niet verzorgt en beleeft. Wanneer gaat ons geloof vlug achteruit? Wanneer we niet echt leven volgens het geloof en vooral, als er geen persoonlijk contact meer is tussen ons en ‘onze Heer en Redder Jezus Christus’. Wij moeten onze Heer Jezus betrekken bij ongeveer alles wat we doen, vooral om het vanuit de juiste gezindheid te doen. Een persoonlijke liefde voor Hem die voor ons alles gegeven heeft (we gaan het in de Goede Week nog sterk gedenken) is de beste remedie om sterk te staan midden een andersdenkende wereld en om in die wereld kleine zaadjes van redding en vernieuwing te zaaien.
Hoopvol opzien naar Hem
19 Ik denk aan mijn nood en ellende, dit vergiftigt mijn leven.
20 Ik blijf er aldoor aan denken het weegt op mij als een last.
21 Ik prent mij desondanks in -
22 ‘Zonder einde is Jahwe's genade, onuitputtelijk is zijn erbarmen.
23 Uw grote trouw is iedere morgen weer nieuw.’
24 'Ik behoor aan Jahwe,' zegt mijn hart, `Hij blijft mijn hoop.'
25 Goed is Jahwe voor wie hoopt, goed voor iedereen die Hem zoekt.
26 Goed is het, in stilte, op redding van Jahwe te wachten.
25 ᾿Αγαθὸς κύριος τοῖς ὑπομένουσιν αὐτόν,
ψυχῇ ἣ ζητήσει αὐτὸν ἀγαθὸν
De ene dag is inderdaad de andere niet. En soms zinkt de grond onder onze voeten weg, of hebben we minstens met zware zorgen te maken. Als gelovige zouden wij ons in ieder geval tot God moeten wenden, dat wordt verwacht van mensen die zich kinderen van God weten. “Ik behoor aan Jahwe, Hij blijft mijn hoop.” Wees niet bezorgt, zei Jezus, gij zijt toch meer waard dan een zwerm mussen. God toont in ieder geval zijn liefde aan wie op Hem ‘hoopt, ieder die hoopvol naar Hem opziet.’ Zelfs als er aan de situatie zelf niet veranderd, zal de zorg toch voor een heel deel wegebben uit ons hart. De storm gaat liggen. “Zonder einde is Gods genade, onuitputtelijk is zijn erbarmen.” Laten wij ons gewoon maken om zowel in goede als kwade dagen met God op weg te zijn, bewust Jezus naast ons aanwezig weten met de overvloed van zijn liefde.
Einde van deze bezinning
Bij beproeving
2 Wat ik ga zeggen kun je misschien niet verdragen, maar zwijgen kan ik niet.
3 Luister: velen heb je de rechte weg gewezen, zwakke handen gestaald.
4 Je woorden hebben struikelaars overeind gehouden, bevende knieën gestrekt.
5 Maar nauwelijks zelf getroffen verlies je de moed, aangeslagen raak je in paniek.
6 Was vroomheid niet jouw kracht, een onbesproken leven niet jouw hoop?
5 νῦν δὲ ἥκει ἐπὶ σὲ πόνος καὶ ἥψατό σου, σὺ δὲ ἐσπούδασας.
Job treurt en verwijt God dat Hij hem in de steek liet; hoewel hij heel godsdienstig leefde is alles hem ontvallen. Een van zijn vrienden komt hem nu verwijten maken dat hij zo vlug de moed verliest; blijkbaar meende hij dat hij door zijn goed leven beslag kon leggen op de bijstand van God (vers 6).
Hoe reageren wij bij tegenslagen, beproevingen in ons persoonlijk leven of ons gezinsleven, of als we het reilen en zeilen van de kerk en de samenleving toch maar niets vinden? De hoop mag ons niet verlaten. Ons geloof moet zo sterk zijn dat wij blijven opzien naar God; Hij zal voor ons een uitweg banen. Een sterke relatie met God, door het gebed vooral, zal ons in die moeilijke omstandigheden voldoende sterkte geven. Wij mogen ook opzien en ons één voelen met Jezus in zijn uiterste beproevingen, zijn doodsangst in Getsemani en zijn doodsstrijd op het kruis. En… denken wij nog wel eens terug aan alles wat wij aan genaden mochten ontvangen, de keren dat wij Gods hulp en nabijheid sterk mochten ervaren. Het zal ons helpen om ons vertrouwen in God niet te vergeten.
Einde van deze bezinning
Geloven in Jezus om Gods Geest te ontvangen
Hij (Jezus) ging weldoende rond en genas allen, die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem. 39 En wij zijn getuigen van alles wat Hij in het land van de Joden en in Jeruzalem gedaan heeft. Hem hebben ze aan het kruishout geslagen en vermoord. 40 God heeft Hem echter op de derde dag doen opstaan en laten verschijnen, 41 niet aan het hele volk, maar aan de getuigen die door God tevoren waren uitgekozen, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de doden was opgestaan. 42 Hij gaf ons de opdracht aan het volk te prediken, en te getuigen dat Hij de door God aangestelde rechter is over de levenden en de doden. 43 Van Hem leggen alle profeten het getuigenis af, dat ieder die in Hem gelooft, door zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgt.'
44 Terwijl Petrus nog zo aan het spreken was,
kwam de heilige Geest plotseling neer op allen die naar de toespraak luisterden.
44 Ἔτι λαλοῦντος τοῦ Πέτρου τὰ ῥήματα ταῦτα
ἐπέπεσε τὸ πνεῦμα τὸ ἅγιον ἐπὶ πάντας τοὺς ἀκούοντας τὸν λόγον.
De zwakte van het huidige christendom zal waarschijnlijk heel wat locale en universele redenen hebben. Wij weten dat de echte kracht tot christelijk leven en getuigenis het werk is van de heilige Geest (door Jezus beloofd als Trooster en Helper). In bovenstaand citaat uit de Handelingen (maar je kon even goed Handelingen 2 lezen met de Pinksterpreek van Petrus) merken we dat die toespraak niet zomaar een gelegenheidspreek is, maar de duidelijke verkondiging van Jezus als Zoon van God en Heiland, die door God ten leven werd opgewekt. Het is dat kerugma dat de harten van die mensen geraakt heeft en zo de openheid geschapen heeft voor de doorbraak van de heilige Geest in hun leven. Bij ons en bij alle christenen is de grote voorwaarde tot krachtig getuigenis de levendige relatie tot Jezus Christus vanuit het geloof in zijn woord, zijn dood en Opstanding.
Einde van deze bezinning
Uw gerechtigheid…
Ik zeg u: Als uw gerechtigheid die van de Schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
20 λέγω γὰρ ὑμῖν ὅτι ἐὰν μὴ περισσεύσῃ ὑμῶν ἡ δικαιοσύνη
πλεῖον τῶν γραμματέων καὶ Φαρισαίων,
οὐ μὴ εἰσέλθητε εἰς τὴν βασιλείαν τῶν οὐρανῶν.
De gerechtigheid van Schriftgeleerden en Farizeeën… Met hen kon een gewone Joodse mens zich niet meten, integendeel, zij waren maar ‘dat volk, ja, dat de Wet niet kent; vervloekt zijn ze!’ (JOH.7,49) De mensen voelden zich dan ook maar sukkels, die heel die wet, en vooral de kleine lettertjes, niet konden onderhouden. Jezus zal meermaals de verdediging op zich nemen van ‘dat volk’ al zegt hij in vers 17 dat Hij niet gekomen is om Wet en Profeten op te heffen. Het gaat dan wel om de geest.
Al lijkt het dus dat Jezus sommige zaken wat relativeert, aan de andere kant zegt Hij ook tot ie gewone mensen dat ze nog veel verder moeten gaan dan die (zeker in eigen ogen) ‘uitblinkers’. Dat is de vervulling of voltooiing waarover Hij spreekt. Niet enkel zich op materieel vlak ‘in orde’ weten met God, maar vooral de geest, de innerlijke gezindheid… Jezus’ leerlingen moeten verder durven doorgaan in de beleving van Gods verlangen, dan alleen wat uiterlijke regels onderhouden (Lees Mt.5,17-
Einde van deze bezinning
Licht van de wereld
Gij zijt het licht der wereld
14 Ὑμεῖς ἐστε τὸ φῶς τοῦ κόσμου.
We verstaan wel dat Jezus zei “Ik ben het Licht van de wereld, Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.” (Joh. 8,12)
Maar dat WIJ het licht van de wereld zouden zijn, het zout der aarde… Zo pretentieus willen we nu toch ook wel niet zijn. Maar Jezus’ woord vraagt om er gevolg aan te geven. Onze ervaring van eigen ontoereikendheid en anderzijds dat dwingend woord van onze Heer, zijn alleen maar overeen te brengen als we door een permanent contact met Hem (door gebed, Eucharistie, contact met zijn woord…) zo nauw met Hem verbonden zijn dat ZIJN licht door ons kan stralen in onze woorden en ons gedrag. Nu weten we wat ons te doen staat.
Einde van deze bezinning
Ik ben de verrijzenis en het leven
25 Jezus zei haar: 'Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven,
26 en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit? '
27 Zij zei tot Hem: 'Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt. '
26 καὶ πᾶς ὁ ζῶν καὶ πιστεύων εἰς ἐμὲ οὐ μὴ ἀποθάνῃ εἰς τὸν αἰῶνα·
Leven in geloof betekent leven met God voor ogen, vertrouwvol op weg gaan met God, in goede en kwade dagen. Als wij naar Jezus opkijken, zelfs als moeilijkheden ons overweldigen, is Hij ons nabij met zijn kracht, zijn troost; door het geloof in Hem overkomt ons van Zijnentwege uitzicht en moed. ‘Heer, ik geloof vast dat Gij de Christus zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.’
Einde van deze bezinning
Jezus is Heer en Hij leeft!
8 Neen, zegt de Schrift, het woord is vlak bij,
het is in uw mond, het is in uw hart,
het woord namelijk van het geloof, dat wij verkondigen.
9 Want als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is,
en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt,
zult gij gered worden.
10 Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid
en de belijdenis van uw mond het heil.
9 ὅτι ἐὰν ὁμολογήσῃς ἐν τῷ στόματί σου κύριον Ἰησοῦν,
καὶ πιστεύσῃς ἐν τῇ καρδίᾳ σου ὅτι ὁ θεὸς αὐτὸν ἤγειρεν ἐκ νεκρῶν,
σωθήσῃ·
-
Er is een Heer, er is een Heer, er is een Heer, er is een Heer
Alleen Hij wacht totdat Hij ook voor jou zorgen mag.
1 Jezus sprak hier op aard: Mensen komt tot Mij,
dat is Mij alles waard: Ik maak waarlijk vrij.
2 Stel niet uit, zeg tot Hem: “wees nu ook mijn Heer.”
Luister steeds naar zijn stem, Hij geeft leven weer.
-
Hij is verrezen en Hij leeft!
Hij overwon de kille dood.
Hij is verrezen, zoals beloofd, alleluja!
Ja, Christus is verrezen, door zijn dood overwon Hij de dood,
aan hen die in het graf zijn heeft Hij het leven verkondigd.
Einde van deze bezinning
Hij raakte mij aan
12 Terwijl Hij eens in een van de steden vertoefde,
trof Hij een man aan die overdekt was met melaatsheid.
Toen deze Jezus zag, wierp hij zich ter aarde neer en smeekte Hem: ' Heer, als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. '
13 Hij stak de hand uit, raakte hem aan en sprak: ' Ik wil, word rein. '
En terstond verdween de melaatsheid.
12 Καὶ ἐγένετο ἐν τῷ εἶναι αὐτὸν ἐν μιᾷ τῶν πόλεων
καὶ ἰδοὺ ἀνὴρ πλήρης λέπρας·
καὶ ἰδὼν τὸν Ἰησοῦν πεσὼν ἐπὶ πρόσωπον ἐδεήθη αὐτοῦ λέγων·
Κύριε, ἐὰν θέλῃς δύνασαί με καθαρίσαι.
13 καὶ ἐκτείνας τὴν χεῖρα ἥψατο αὐτοῦ εἰπών· Θέλω, καθαρίσθητι·
καὶ εὐθέως ἡ λέπρα ἀπῆλθεν ἀπʼ αὐτοῦ.
Een vereenzaamde mens die zelfs in eigen ogen wansmakelijk voorkwam, vernedert zich en roept in geloof tot Jezus: Gij kunt mij genezen. In onze eigen verlorenheid, ons lijden, onze bekommernis om anderen mogen wij met vertrouwen tot Jezus gaan, erkennen dat we uit eigen kracht ons niet kunnen redden en dus op Hem roepen: Heer, als Gij wilt, kunt Gij mij helpen, mij redden, mij heiligen, mijn gebed verhoren…
En Jezus steekt zijn hand uit, raakt ons aan in onze nood, in onze zorg voor anderen en spreekt zijn reddend woord. Zijn antwoord op onze erkenning dat Hij alleen de Redder is.
Lied 522
O, laat Gods Zoon je thans omhullen
met zijn liefde en zijn Geest.
Laat je hart en ziel gevuld zijn door de Heer.
O, geef hem alles wat je vasthoudt,
en zijn Geest zal als een duif
op je leven dalen met god’lijke kracht.
Jezus, o Jezus, kom en vul ons hart. 2x
O, kom en zing dit lied met blijdschap,
met een hart vol van vreugd’
Hef je handen in aanbidding naar omhoog.
O, geef Hem al je pijn en moeite
en de jaren van verdriet
en nieuw leven vangt dan aan in Jezus’ Naam
Einde van deze bezinning
Wees niet bevreesd, maar spreek
9 Eens sprak de Heer (in Korinthe) in een nachtelijk visioen tot Paulus:
'Wees niet bevreesd, maar spreek, en zwijg niet.
10 Ik ben met u en niemand zal u aanraken om u kwaad te doen,
want in deze stad behoren veel mensen Mij toe.'
11 Anderhalf jaar bleef hij daar wonen, terwijl hij bij hen het woord Gods onderwees.
9 εἶπεν δὲ ὁ κύριος ἐν νυκτὶ διʼ ὁράματος τῷ Παύλῳ·
Μὴ φοβοῦ, ἀλλὰ λάλει καὶ μὴ σιωπήσῃς,
10 διότι ἐγώ εἰμι μετὰ σοῦ
Ook wij worden gezonden om te spreken over ‘Gods liefde voor ieder mens’ en om Gods mensenliefde te tonen in vriendelijkheid en hulp. Wij mogen bidden om de vrijmoedigheid die nodig is om dat getuigenis ook daadwerkelijk op ons te nemen. Vandaag is het de dag om dit te doen. Vandaag worden wij gezonden.
Einde van deze bezinning
Geduldig en moedig
8 Gij moet ook geduldig zijn, en moedig,
want de komst van de Heer is nabij.
8 μακροθυμήσατε καὶ ὑμεῖς, στηρίξατε τὰς καρδίας ὑμῶν,
ὅτι ἡ παρουσία τοῦ κυρίου ἤγγικεν.
We moeten ons de situatie indenken van de vroege christenen, levend midden een andersdenkende omgeving, soms vervolgd, soms bespottelijk gemaakt… En ondertussen bleef de wederkomst van de Heer Jezus maar achterwege.
Misschien kunnen wij ons enigszins indenken wat zij meemaakten. Bloedige vervolging en uitsluiting kennen wij hier (nog) niet, maar een kleine minderheid, zo voelen wij ons toch wel. Ook wij worden dan opgeroepen tot geduld en moed. Geduld mogen wij hier verstaan als ‘blijf gelovig’ ondanks alles, en moedig. Weet dat de Heer niet veraf is. Hij is in uw hart, waar Hij verblijf gekregen heeft. Spreek vaak met Hem (en over Hem), geduld en moed zullen dan uw sterkte zijn.
Einde van deze bezinning
Het licht dat iedere mens verlicht.
9 Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld…
9 ἦν τὸ φῶς τὸ ἀληθινὸν
ὃ φωτίζει πάντα ἄνθρωπον
ἐρχόμενον εἰς τὸν κόσμον
Het ware licht, waarin geen duisternis is, maar alleen helderheid, waarachtigheid, wijsheid, waarheid, diep inzicht in Gods bedoelingen…
Licht, dat iedere mens verlicht… Iedere mens wordt verlicht door het Licht dat Jezus is, geen mens wordt vergeten. Hij is gekomen om Gods liefde te tonen en ons ervan te overtuigen dat we niet geroepen zijn om voor eeuwig vergeten te worden, voor eeuwig teniet te gaan. Dat Licht blijft ons eeuwig verlichten, trekt ons mee in de liefde, waarmee de Vader de Eerstgeboren Zoon bemint. Het legt een basis van vrede in ons hart…
Dat licht is in de wereld gekomen. Vandaag mogen we wandelen in dat Licht, en blij zijn om de glans van Gods liefde die ons vandaag omgeeft en die we mogen doorgeven aan onze medemensen, die de Vader vandaag onze weg laat kruisen.
Einde van deze bezinning
Liever barmhartigheid dan offers
13 Gaat heen en leert wat het zeggen wil:
Ik wil liever barmhartigheid dan offers.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen,
maar zondaars.'
13 πορευθέντες δὲ μάθετε τί ἐστιν·
Ἔλεος θέλω καὶ οὐ θυσίαν·
οὐ γὰρ ἦλθον καλέσαι δικαίους
ἀλλ ὰ ἁμαρτωλούς.1
Jezus krijgt het weer aan de stok met mensen die anderen geen nieuwe kansen willen geven en die zichzelf voor ‘rechtvaardigen’ houden, d.w.z. mensen die een voetje vóór hebben bij God. Jezus zegt dan twee dingen: Zij moeten maar eens gaan nadenken over dit Schriftwoord: ‘Ik wil liever barmhartigheid dan offers.’ Daar moeten WIJ maar eens over nadenken onderweg. Geen mensen veroordelen, geen mensen catalogeren, etiketteren, ze voor altijd vastkleven op hun verleden en ze geen nieuwe kansen geven, er geen rekening mee houden hoe sommige mensen maar weinig kansen hebben gekregen door opvoeding of door alles wat ze meemaakten…
En dan zegt Jezus nog iets wat van belang is voor ons: Hij is niet gekomen voor ons als wij onszelf als ‘gerechtig uit eigen kracht’ beschouwen, en niet als gerechtvaardigd door Jezus. Simpel gezegd: als we Jezus als redder willen ontmoeten, moeten we ons door Hem laten redden en dus met heel de Kerk blijven roepen: Kyrie eleison, Heer, ontferm U over mij. Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Einde van deze bezinning
Afstemmen op Gods wijsheid, kracht, rijkdom
22 Dit zegt Jahwe: De wijze moet niet roemen op zijn wijsheid,
de sterke niet roemen op zijn kracht, de rijke niet op zijn rijkdom.
23 Wie toch wil roemen, moet zich er op beroemen, in te zien en te erkennen dat ik, Jahwe, genade schenk, en recht en gerechtigheid vestig op aarde, want daarin vind Ik mijn genoegen -
22 Τάδε λέγει κύριος
Μὴ καυχάσθω ὁ σοφὸς ἐν τῇ σοφίᾳ αὐτοῦ,
καὶ μὴ καυχάσθω ὁ ἰσχυρὸς ἐν τῇ ἰσχύι αὐτοῦ,
καὶ μὴ καυχάσθω ὁ πλούσιος ἐν τῷ πλούτῳ αὐτοῦ,
23 ἀλλ᾽ ἢ ἐν τούτῳ καυχάσθω ὁ καυχώμενος,
συνίειν καὶ γινώσκειν ὅτι ἐγώ εἰμι κύριος ποιῶν ἔλεος
καὶ κρίμα καὶ δικαιοσύνην ἐπὶ τῆς γῆς,
ὅτι ἐν τούτοις τὸ θέλημά μου, λέγει κύριος
Kerstmis is het geschikte moment om Gods wijsheid, Gods kracht en rijkdom te leren begrijpen: een klein kind, nog weinig bewust, zonder invloed of bezit is het teken dat we krijgen. Of de volwassen Jezus: geen geleerde, enkel wat aanhang bij eenvoudigen lui, en zonder bezit en invloed. Hij maakt dat de wereld kan verder draaien, dat Gods genade verder de wereld kan bereiken.
Einde van deze bezinning
Jezus: onze wijsheid, gerechtigheid, heiliging en verlossing
1KOR.1,27 Nee, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren, om de wijzen te beschamen; wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren, om het sterke te beschamen;
28 wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend, heeft God uitverkoren; wat niets is om teniet te doen wat iets is,
29 opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf.
30 Dank zij Hem zijt gij in Christus Jezus, die van Godswege heel onze wijsheid is geworden, onze gerechtigheid, heiliging en verlossing.
31 Daarom, zoals er geschreven staat, als iemand wil roemen laat hem roemen op de Heer.
30 ὑμεῖς ἐστε ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ, ὃς ἐγενήθη σοφία ἡμῖν ἀπὸ θεοῦ,
δικαιοσύνη τε καὶ ἁγιασμὸς καὶ ἀπολύτρωσις,
31 ἵνα καθὼς γέγραπται· Ὁ καυχώμενος ἐν κυρίῳ καυχάσθω.
Een klein kind in de kribbe, een rondtrekkende prediker, een leeggebloede man aan het kruis, zo openbaart God ons zijn wijsheid, zo voltrekt God zijn heil aan ons, door Jezus, onze Heiland. Knielend voor de kribbe leren we de schijnwaarden te doorzien en de echte waarden in het leven te ontdekken. Wij aanbidden in de kribbe en het kruis die vindingrijke liefde en wijsheid van God.
Einde van deze bezinning
Dit woord is geloofwaardig
7 Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar onze hoop op gericht is.
8 Op dit woord kunt ge bouwen, en ik wil dat ge moedig voor uw overtuiging uitkomt.
7 ἵνα δικαιωθέντες τῇ ἐκείνου χάριτι κληρονόμοι γενηθῶμεν
κατʼ ἐλπίδα ζωῆς αἰωνίου.
8 Πιστὸς ὁ λόγος, καὶ περὶ τούτων βούλομαί σε διαβεβαιοῦσθαι
Midden de drukte van het leven en midden al de gebeurtenissen in de wereld mogen wij weten dat we erfgenamen zijn van het eeuwig leven waar onze hoop op gericht is. Dit woord is geloofwaardig !
Midden zoveel zaken en gebeurtenissen die ons afleiden moet er in ons hart en onze geest een zekerheid zijn: we zijn geroepen tot eeuwig leven door de barmhartige liefde van God onze heiland.
Aan dit woord moeten wij ons vasthouden én ervan leven. Het moet ons dragen doorheen alles wat ons overkomt en alles wat buiten ons gebeurt.
Door God genade, door zijn barmhartige liefde zijn wij gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwig leven waarop onze hoop is gericht. Dit woord is geloofwaardig, we mogen er ons leven op bouwen. En we mogen moedig voor onze overtuiging uitkomen.
Einde van deze bezinning
De mensenliefde van God
Tit.3,4 Maar de goedheid en mensenliefde van God onze Heiland is op aarde verschenen,
5 en hij heeft ons gered, niet omdat wij iets goeds gedaan zouden hebben, maar alleen omdat Hij barmhartig is. Hij heeft ons gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest.
4 ὅτε δὲ ἡ χρηστότης καὶ ἡ φιλανθρωπία ἐπεφάνη τοῦ σωτῆρος ἡμῶν θεοῦ
In de dagen voor Kerstmis roepen die woorden ons op tot grotere aandacht voor Gods mensenliefde die ons heil, een gelukt leven, op het oog heeft. In Jezus is deze heilswil van God als een vriendelijk licht in onze eentonige en soms weinig aantrekkelijke wereld verschenen. Met groot verlangen mogen wij toeleven naar Kerstmis en naar elk moment waarop het ons duidelijk wordt dat God, als een verliefde naar ons op zoek is, om ons gelukkig te maken, om de wereld tot een bewoonbare planeet te maken en te behouden. Vandaag wil ik doorbrengen in oprechte dankbaarheid en me bewust worden hoe de heilbrengende God mij nabij is en me oproept om voorop te gaan in elk goed werk dat zich aanbiedt (vers 8).
Einde van deze bezinning
De wijsheid van omhoog is rein
De wijsheid van omhoog is boven alles rein
ἡ δὲ ἄνωθεν σοφία πρῶτον μὲν ἁγνή ἐστιν
De wijsheid van omhoog is doorzichtig, transparant, vrij van smet van egoïsme. Niet dubbelzinnig, niet besmet met jaloersheid, of partijdigheid die ons zicht en oordeel verblindt, of achterbakse plannen; bezwaard door behoudzucht, niet open voor vernieuwing maar omgekeerd ook niet lichtvaardig slachtoffer van overdreven vernieuwingsdrang. Wijsheid is openheid voor vernieuwende menselijke inzichten maar ook openheid voor Gods zicht op de realiteit en het menselijk leven; wijsheid bloeit dan ook op uit toeleg op wetenschap zowel als uit het contact met God in gebed, overweging, lezing en studie van de heilige Schrift, van kerkvaders en theologie…
Einde van deze bezinning
JAK.3,17 De wijsheid van omhoog is voor alles rein,
maar ook vredelievend, vriendelijk, altijd voor rede vatbaar,
rijk aan barmhartigheid en vruchten van goede daden, onpartijdig en oprecht.
JAK.3,18 Gerechtigheid is een vrucht van de vrede en slechts wie de vrede nastreven zullen haar oogsten.
17 ἡ δὲ ἄνωθεν σοφία πρῶτον μὲν ἁγνή ἐστιν,
ἔπειτα εἰρηνική, ἐπιεικής, εὐπειθής,
μεστὴ ἐλέους καὶ καρπῶν ἀγαθῶν, ἀδιάκριτος, ἀνυπόκριτος·
18 καρπὸς δὲ δικαιοσύνης ἐν εἰρήνῃ σπείρεται τοῖς ποιοῦσιν εἰρήνην.
In de omgang met onze medemensen moeten wij ons laten leiden door de Geest van God, en door het voorbeeld van Jezus (de Ware Wijsheid). De wijsheid van omhoog is rein (zoals Jezus rein is), maar ook … De opsomming die dan volgt biedt ons een spiegel van wat onze bijdrage aan het samenleven met medechristenen en met andere mensen zou moeten zijn. Is het ook mijn bijdrage aan het gezin, de familiekring, de parochie, mijn vereniging, mijn gebedsgroep of gemeenschap ?
Pas in het bewust beleven van de vrede krijgt ons gedrag Gods welbehagen.
Einde van deze bezinning
Het licht dat iedere mens verlicht.
9 Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld…
9 ἦν τὸ φῶς τὸ ἀληθινὸν
ὃ φωτίζει πάντα ἄνθρωπον
ἐρχόμενον εἰς τὸν κόσμον
Het ware licht, waarin geen duisternis is, maar alleen helderheid, waarachtigheid, wijsheid, waarheid, diep inzicht in Gods bedoelingen…
Licht, dat iedere mens verlicht… Iedere mens wordt verlicht door het Licht dat Jezus is, geen mens wordt vergeten. Hij is gekomen om Gods liefde te tonen en ons ervan te overtuigen dat we niet geroepen zijn om voor eeuwig vergeten te worden, voor eeuwig teniet te gaan. Dat Licht blijft ons eeuwig verlichten, trekt ons mee in de liefde, waarmee de Vader de Eerstgeboren Zoon bemint. Het legt een basis van vrede in ons hart…
Dat licht is in de wereld gekomen. Vandaag mogen we wandelen in dat Licht, en blij zijn om de glans van Gods liefde die ons vandaag omgeeft en die we mogen doorgeven aan onze medemensen, die de Vader vandaag onze weg laat kruisen.
Einde van deze bezinning
Jezus, het Licht, aanvaarden
9 Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld.
10 Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet.
11 Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
12 Aan allen echter die Hem wel aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden;
9 ἦν τὸ φῶς τὸ ἀληθινὸν ὃ φωτίζει πάντα ἄνθρωπον ἐρχόμενον εἰς τὸν κόσμον.
Jezus, het ware Licht is in de wereld gekomen. Hij bracht ons het licht, de visie van God op ons leven in deze wereld. Hij bracht niet de laatste bevindingen op het vlak van de wetenschappen, maar licht over Gods bedoelingen met de mens en de wereld: een boodschap van liefde en barmhartigheid; barmhartige liefde en het plan om ons te maken tot kinderen van God. Laten we leven in het Licht van de Zoon van God, laten we vandaag wandelen in zijn licht.
Einde van deze korte bezinning
Kind van God
5 Hij heeft ons voorbestemd zijn kinderen te worden
door Jezus Christus,
naar het welbehagen van zijn wil
προορίσας ἡμᾶς εἰς υἱοθεσίαν (tot het zoonschap)
διὰ Ἰησοῦ Χριστοῦ εἰς αὐτόν,
κατὰ τὴν εὐδοκίαν τοῦ θελήματος αὐτοῦ,
Het is Gods verlangen dat we zijn kinderen zouden zijn omwille van Jezus. Jezus heeft ons menselijk bestaan gedeeld en in alles Gods wil vervuld. Daarom heeft de Vader ook ons allen tot zijn kinderen willen aannemen.
Vandaag mogen wij leven in die zekerheid dat God ons liefheeft, zoals een vader of moeder van zijn/haar kind houdt. We moeten ons wellicht dieper bewust worden van die realiteit, zodat we minder onzeker en bang, maar ook minder hoogmoedig en zelfgenoegzaam leven. Dankbaar en vredevol mogen wij hier onze taak opnemen als kinderen van God.
Einde van deze bezinning
Bouw op uw hoogheilig geloof
1,22 Maar gij, dierbare vrienden, bouwt uw leven op uw hoogheilig geloof,
bidt in de kracht van de heilige Geest,
1,21 bewaart uzelf in Gods liefde,
in afwachting van de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus,
die u het eeuwige leven zal schenken.
20 ὑμεῖς δέ, ἀγαπητοί, ἐποικοδομοῦντες ἑαυτοὺς τῇ ἁγιωτάτῃ ὑμῶν πίστει,
ἐν πνεύματι ἁγίῳ προσευχόμενοι,
21 ἑαυτοὺς ἐν ἀγάπῃ θεοῦ τηρήσατε
προσδεχόμενοι τὸ ἔλεος τοῦ κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ
εἰς ζωὴν αἰώνιον.
Bouw uzelf op op uw hoogheilig geloof. Als je een huis (oikos) bouwt (oikodomein) zorg je dat het stevig op de grond staat, ja, stevig IN de grond staat. Judas spoort ons aan onszelf stevig te verankeren in ons hoogheilig geloof. Dat betekent dat we alles benaderen vanuit ons geloof. Dit geloof is niet enkel een aantal waarheden, maar is op de eerste plaats onze relatie met God, ons toebehoren aan Jezus (de Koning van het heelal zoals we Hem vieren op de laatste zondag van het liturgisch jaar), ons leven laten leiden door Gods Geest. We willen erop letten dat ons spreken, denken en doen in overeenstemming is met onze relatie tot God, onze Vader, tot Jezus, onze Heer en tot de heilige Geest, de Bijstand en Vertrooster.
Einde van deze bezinning
Gebedsgedelegeerden
5 En ik riep uit: 'Ach Jahwe, God des hemels, grote, ontzagwekkende God, die uw genaderijk verbond gestand doet aan allen die u liefhebben en uw geboden onderhouden, 6 neig uw oor, open uw ogen en luister naar het gebed dat ik, uw dienaar, nu dag en nacht tot U richt voor de zonen van Israël, uw dienaren. Ik belijd de zonden die wij, zonen van Israël, ook ikzelf en mijn familie, jegens U bedreven hebben. (…) 11 Ach Heer, neig uw oor naar het gebed van uw dienaar en het smeken van uw dienaren, die uw naam van harte eren. Laat het vandaag toch uw dienaar gegeven zijn, genade te vinden …'
ἀκοῦσαι προσευχὴν δούλου σου ἣν ἐγὼ
προσεύχομαι ἐνώπιόν σου σήμερον ἡμέραν καὶ νύκτα
περὶ υἱῶν Ισραηλ δούλων σου
Nehemia hoort in zijn ballingsoord over de ellendige toestand van de achtergeblevenen en van Jeruzalem. Hij bidt voor zichzelf en vooral voor de teruggekeerden. Wij kunnen iets leren van dat gebed: Hij begint met God te loven als de ontzagwekkende God die ook trouw is aan zijn verbond. En vervolgens vraagt hij om verhoring. Hij belijdt dat hij en zijn volk tekort zijn geschoten. Maar hij doet dan beroep op Gods ontferming en om een uitweg.
Als christenen zijn wij verantwoordelijk voor de hele wereld. Wij zijn gedelegeerd om voor heel die mensenwereld te bidden en voor God te treden met aanbidding, in deemoed, maar ook in volle vertrouwen dat God, onze Vader, barmhartig zal zijn en een uitweg zal bieden voor al die noden waarvoor wij vandaag bidden. Een christelijk hart is wereldwijd bezorgd en brengt die zorg vertrouwvol over naar het hart van God.
Lc.20,38
God, een God van levenden
37 Dat de doden verrijzen , heeft ook Mozes aangeduid
waar het gaat over de braamstruik,
doordat hij de Heer noemt:
de God van Abraham, de God van Isaäk
en de God van Jakob.
38 De Heer is toch geen God van doden
maar van levenden
want voor Hem zijn allen levend.
38 θεὸς δὲ οὐκ ἔστιν νεκρῶν ἀλλ ὰ ζώντων,
πάντες γὰρ αὐτῷ ζῶσιν.
God is een God van relaties. Hij treedt in relatie
met mensen en gaat met hen op weg.
Gelovig zijn is een geschiedenis
van ‘wandelen met God’,
op weg zijn met God doorheen het leven van elke dag.
ie geschiedenis loopt niet af als ons lichaam het leven
niet meer dragen kan. God is, zoals we het uitzingen,
een God van liefde en trouw. Geen God van doden,
maar van levenden. Met vertrouwen mogen we
zijn hand blijven vasthouden. Een stevige hand,
een trouwe hand.
Einde van deze bezinning
Vrienden van de Heer
ἠγαπημένοι ὑπὸ κυρίου
Geliefden van de Heer
Is de liefde van de Heer Jezus voor ons gratis, dan mag ze toch niet vrijblijvend zijn voor ons. We willen dan toch iets terugdoen. Het voornaamste is wel dat we dankbaar zijn. Jezus’ liefde is immers heilbrengend, gericht op ons ware geluk. Wat we kunnen terugdoen is in de kracht van de heilige Geest ons consequent op weg te begeven in de richting van het Goede Nieuws. Ons mooi maken voor God die ons daartoe geschapen heeft, ons mooi maken voor Jezus wiens bloed ons gezuiverd heeft, ons mooi maken voor de heilige Geest die in ons woont… De Heer toont me ongetwijfeld wat er mij te doen staat. Ik noteer het en begeef me op weg, met zijn hulp.
Einde van deze bezinning
Vrienden van de Heer
2TESS.2,13 Wij echter moeten God altijd danken voor u, broeders, vrienden van de Heer, want vanaf het begin heeft God u uitgekozen om door de Geest die heilig maakt en door uw geloof in de waarheid gered te worden.
ἠγαπημένοι ὑπὸ κυρίου
ègapèmenoi hupo Kurioe
‘Vrienden van de Heer’ zijn we eigenlijk al doordat Jezus, uit liefde tot ons zijn leven heeft gegeven. Er staat letterlijk ‘geliefden van de Heer’. Hij houdt van ons, gewoon omdat we door de Vader geliefd worden en omdat we in zijn ogen (en door zijn verlossingswerk) beminnenswaard zijn.
Vrienden zijn we ook doordat wij ons bij Hem aangesloten hebben, doordat we in Hem geloven en we tonen dat doordat we volgens zijn woord leven. Het mag dus iets méér zijn. Ben ik trouw aan mijn gebedstijd, de tijd die ik expliciet met Hem wil doorbrengen? Lees ik graag zijn woord van het leven in de Schrift? Ga ik wel eens op bezoek in de (hopelijk nog open) kerk? Toen we in de lagere school waren, leerden ons de broeders om onze pet even af te doen als we voorbij het kerkgebouw gingen, als teken van eerbied en vriendschap. Zou een kleine hoofdbuiging dat niet kunnen vervangen? Natuurlijk zal onze vriendschap voor de Heer zich ook moeten uitdrukken in het leven van elke dag, in de manier waarop we met medemensen omgaan, in de manier waarop we armen en mensen die tegenslagen kenden een teken van solidariteit gunnen… Vriend van Jezus, hoe ga ik dat vandaag beleven?
Einde van deze bezinning
Zalig de armen van geest
MT.5,3 Zalig de armen van geest,
want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
3 Μακάριοι οἱ πτωχοὶ τῷ πνεύματι,
ὅτι αὐτῶν ἐστιν ἡ βασιλεία τῶν οὐρανῶν.
(Makarioi hoi ptoochoi too pneumati,
Hoti autoon estin hè basileia toon oeranoon)
Jezus is niet enkel de ‘Zaligmaker’ maar ook de zaligspreker (denk aan: ‘Vandaag nog zult ge met Mij zijn in het paradijs’).
Zalig de armen. Dat zijn de mensen die zich bewust zijn van hun kleinheid, hun beperktheid als geschapen wezen, hun zwakheid, hun beneden de maat blijven. Het gaat niet over een minderwaardigheidsgevoel ten overstaan van medemensen, maar een fundamenteel besef van hun breekbaarheid als mens. De echte arme is daarom ten diepste gericht op God. Beseft dat hij, met betrekking tot de geestelijke wereld, in feite totaal afhangt van Gods genade. Op elk moment besta ik ‘bij Gods genade’, op elk moment aanbid ik Gods grote goedheid en menslievendheid die mij zó doet leven, spreken en handelen dat het waardevol is in Gods ogen. Zalig de arme van geest, die zich aan Gods liefde durft over te geven en met vertrouwen op weg gaat.
Einde van deze bezinning
Vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn
5c ‘Zacheüs, klim vlug naar beneden,
want vandaag moet ik in Uw huis te gast zijn.'
6 Zacheüs kwam snel naar beneden
en ontving Hem vol blijdschap.
5c Ζακχαῖε, σπεύσας κατάβηθι,
σήμερον γὰρ ἐν τῷ οἴκῳ σου δεῖ με μεῖναι.
6 καὶ σπεύσας κατέβη,
καὶ ὑπεδέξατο αὐτὸν χαίρων.
Vandaag wil de Heer ons leven binnentreden, er te gast zijn, zodat ook ons ‘heil te deel valt.’ (Lc.19,9)
Hoewel Zacheüs vooruitsnelt en in de vijgenboom klimt om Jezus te zien, toch ligt het initiatief bij zo’n gebeurtenissen helemaal bij Jezus (Denk aan de roeping van Nathanaël-
Als in ons hart het verlangen leeft om Jezus beter te leren kennen (misschien vanuit een ontgoocheling of juist het besef dat u zoveel genaden te deel vallen) heeft Jezus dat reeds in ons hart gewekt. Er moet dan een beweging komen van onze kant. En daar komt Jezus dan met zijn expliciete uitnodiging. Hij spreekt ons aan bij onze voornaam: x, klim vlug naar beneden want vandaag (!) moet Ik in uw huis te gast zijn.
En daar moeten wij dan vliegensvlug gehoor aan geven. Jezus expliciet uitnodigen en Hem met vreugde onthalen. Dit houdt in dat wij ons aan Hem toevertrouwen en Hem HEER laten zijn in ons leven. Laten we deze genade niet voorbijgaan. Het is er vandaag om te doen !
Einde van deze bezinning
Vastberaden aan het werk !
“Welnu, besef dat Jahwe je heeft uitverkoren
om een huis te bouwen dat zijn heiligdom zal zijn.
Ga vastberaden aan het werk !”
ἰδὲ τοίνυν ὅτι κύριος ᾑρέτικέν σε
οἰκοδομῆσαι αὐτῷ οἶκον εἰς ἁγίασμα·
ἴσχυε καὶ ποίει.—
Als we dit woord eens los zien van zijn historische bedoelingen kunnen wij heel wat beschouwingen maken rond het ‘huis van God’, het ‘heiligdom’, de ‘tempel’. Wij mogen dat huis waarin God wil wonen dan zien als zijn zowat grenzeloze schepping waarin Hij iets van zichzelf heeft uitgedrukt. We mogen het zien als de Kerk waarin Hij wordt bezongen en gediend als in een geestelijke tempel. We mogen het zelfs toepassen op onszelf als tempels waarin God wil wonen.
1 Zoals David aan zijn zoon Salomo het bouwplan ter hand stelt, zo heeft God ook voor ons een plan, een bedoeling voor ons leven om zijn plan van heil uit te werken. Het is belangrijk dat we in onze gebedstijd (en tussendoor) aan God vragen wat er in ons leven moet veranderen om een heiligdom te zijn of te worden waarin Hij kan wonen, waarin Hij de ‘Heer’ mag zijn. We moeten niet in het wilde weg alles tegelijk aanpakken. Wij moeten niet in het wilde werken maar duidelijk zien wat God in ons wil bewerken. Noteer het in een ‘woordboekje’.
2 Maar eens dat de Heer ons heeft laten inzien (of wanneer we eindelijk hebben ingezien wat Hij ons al zo vaak heeft willen duidelijk maken), dan moeten we vastberaden aan het werk gaan om die heilige tempel te zijn, of die geestelijke bouwsteen waarmee het heiligdom wordt opgebouwd.
Ga vastberaden aan het werk tot uw eigen heil en tot heil van velen ! (Noteer in hoever je vandaag (…) gehoor hebt gegeven aan wat God je duidelijk maakte.
Einde van deze bezinning
Geef ons geloof
5 De apostelen zeiden nu tot de Heer: 'Geef ons meer geloof.'
6 De Heer antwoordde: ' Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.
17,5 Καὶ εἶπαν οἱ ἀπόστολοι τῷ κυρίῳ· Πρόσθες ἡμῖν πίστιν.
Jezus heeft zijn leerlingen al uitgezonden om zijn komst in de dorpen voor te bereiden en ze hebben ‘gescoord’. Maar ze hebben ook aangevoeld dat het hun nog ontbreekt aan het geloof dat God hun woorden zal onderstrepen met daden, met wonderbare genezingen bijvoorbeeld. Jezus zegt: daarvoor heb je ‘geloof nodig dat bergen verzet’. Dat soort geloof wordt door Paulus bij de speciale genadegaven van de heilige Geest vernoemd (1KOR.12,9). En daarom zeggen de apostelen tot de Heer: Geef ons geloof.
-
Einde van deze bezinning
God wees genadig voor mij, zondaar.
Maar de tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de hemel; maar hij klopte zich op de borst, en zei: God wees mij, zondaar, genadig.
Ὁ θεός, ἱλάσθητί μοι τῷ ἁμαρτωλῷ.
Men zegt soms al lachend: Nederigheid is een mooie deugd, ‘k ben blij dat ik ze heb. Als we evenwel een wat evenwichtig zicht hebben op onszelf, weten we maar al te goed dat we verre van ‘volmaakt’ zijn.
Er is echter meer wat Jezus ons met de parabel van de Farizeeër en de tollenaar wil leren. De nederigheid tegenover God. Maar misschien vinden we dat we ook op dat vlak toch nog niet van de slechtsten zijn. Laten we daar toch even op verder bomen.
Het gaat over zelfgenoegzaamheid en besef van ontoereikendheid.
Teresia van Lisieux zei, toen ze had ingezien dat ze flink onder de maat bleef: “Tout est grâce”, alles is genade. Als mens moeten wij ons volop inzetten om te beantwoorden aan Gods genade, maar het is belangrijk dat we blijven beseffen dat alles genade is. Als ik bij al wat ik onderneem geen diep besef heb dat ik gezonden ben en dat ik de genade krijg om dit of dat te doen, dan ben ik als zelfgenoegzame bezig. Ik ben dan in feite in het donker aan het woelen, los van God.
Dit zelfgenoegzame wroeten als een blinde mol, maakt mij tot zondaar. En daarom mag ik zoals de tollenaar bidden: God, wees mij, zondaar genadig. Een gebed dat zijn volle betekenis heeft en me tegelijkertijd uitnodigt tot ommekeer. Tot een leven in dankbaarheid voor alle genaden die ik reeds mocht ontvangen. Leven in het besef dat ik leef uit genade en dat ik zonder Gods genade tot niets in staat ben.
Einde van deze bezinning
Blijft in Mij
4 Blijft in Mij, zoals Ik in u.
Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf,
maar alleen als zij blijft aan de wijnstok,
zo gij evenmin, als gij niet blijft in Mij.
5 Ik ben de wijnstok, gij de ranken.
Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht,
want los van Mij kunt gij niets.
μείνατε ἐν ἐμοί, κἀγὼ ἐν ὑμῖν.
Een dringend verzoek van Jezus om ‘in Hem’ te blijven, om met Hem verbonden te blijven zoals de rank aan de wijnstok. Dit verzoek is de uitnodiging om permanent in verbondenheid met Jezus te leven. Wij hebben als christen (hopelijk) ons leven toevertrouwd aan Hem; wij moeten dan ook Hem Heer van ons leven laten zijn. Dat is geen dwingend gebod, maar een noodzaak om op het pad naar het echte geluk te blijven. Daarom is het een hartenwens van Jezus, omdat het ons geluk (ons heil) op het oog heeft. Als wij er ons van bewust worden (wat een genade !) dat Hij in ons is, (in mij persoonlijk en in de gelovige groep waarmee ik verbonden leef) zullen wij ons ook gemakkelijker toevertrouwen aan Hem; met Hem op weg gaan in het leven van elke dag, in de opdrachten en de ontmoetingen van vandaag. Blijf in Hem, zoals Hij in u blijft. Los van Hem blijft uw leven onvruchtbaar.
Einde van deze bezinning
Gods werk zijn wij
8 Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het;
9 niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen.
10 Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus,
om in ons leven de goede daden te realiseren die God voor ons al bereid heeft.
8 τῇ γὰρ χάριτί ἐστε σεσῳσμένοι διὰ πίστεως· καὶ τοῦτο οὐκ ἐξ ὑμῶν, θεοῦ τὸ δῶρον·
9 οὐκ ἐξ ἔργων, ἵνα μή τις καυχήσηται.
10 αὐτοῦ γάρ ἐσμεν ποίημα, κτισθέντες ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ
ἐπὶ ἔργοις ἀγαθοῖς οἷς προητοίμασεν ὁ θεὸς ἵνα ἐν αὐτοῖς περιπατήσωμεν.
Wat uitleg en ter bezinning
Ook in deze tekst komt het grondmotief van Paulus’ verkondiging aan bod: het heil, de door God gedroomde toekomst voor elk mens gebeurt niet door onze inspanning, het is een vrije gave van God. Tegenover God past enkel nederigheid en dankbaarheid. Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus.
Toch moeten ook wij uit onze relax komen om, dankzij Gods genade, de goede daden te realiseren die God voor ons al bereid heeft. Genade en vrije wil was ooit een discussiepunt tussen theologen en bijbelgeleerden. Laten wij als vrije kinderen van God, voluit meewerken met de genade die aan ons geschonken wordt.
Vandaag danken wij God voor het heil dat Hij ons schenkt door Jezus;
vandaag willen wij ook intreden in elke uitnodiging tot meewerken met de genaden die de Vader ons schenkt: elke goede gedachte, elke goed voornemen, elke goede daad.
Einde van deze bezinning
Weest altijd blij
16 Weest altijd blij.
Dit is het wat God van u verlangt in Christus Jezus.
16 πάντοτε χαίρετε,
17 ἀδιαλείπτως προσεύχεσθε,
18 ἐν παντὶ εὐχαριστεῖτε·
τοῦτο γὰρ θέλημα θεοῦ ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ εἰς ὑμᾶς.
De eerste brief aan de christenen van Tessalonika (Saloniki) is een heel oud geschrift (de oudste brief van Paulus ong. 50/51 en het oudste christelijk geschrift dat tot ons is gekomen). Paulus spoort deze kleine gemeenschap van heidenchristenen aan om midden een heidense omgeving toch een christelijk leven te leiden.
Vragen wij de H. Geest ons te leiden nu we rond dit woord ons willen bezinnen. Kom, heilige Geest, open voor ons dit woord van de Schrift, voer ons binnen in de diepte ervan en laat het vrucht dragen in ons leven.
Opvallend zijn de extreme woorden: altijd – zonder ophouden – danken voor alles. Het is de moeite om ons even af te vragen wat dit kan betekenen, hoe we daaraan kunnen beantwoorden en wat ons daarbij kan helpen.
“Altijd blij”
-
De diepste reden van onze vreugde is inderdaad “dat wij kinderen van God genoemd worden en zijn!” Die zekerheid van Gods vaderlijke (en moederlijke) liefde die ons omgeeft en draagt op ieder moment, maakt de diepe reden van onze vreugde uit. Het komt erop aan ons daarvan bewust te worden (we mogen bidden om die genade) en er dan ook zo vaak mogelijk uit te leven.
“Bidt zonder ophouden”
-
Ons gebed mag een gebed van lofprijzing zijn om al het goede en mooie waarmee God ons in contact brengen, maar ook het smeekgebed is God aangenaam omdat wij Hem dan erkennen als de Gever van alle goeds
“Dankt God voor alles”
-
Dankgebed ontstaat vanuit het besef van al wat ons gegeven is en al wat we mogen meemaken. Het loont de moeite om geregeld eens na te gaan wat we vanwege God en ook langs mensen gekregen hebben.
“Tel je zegeningen één voor één,
tel ze alle en vergeet er geen.
Tel ze alle, noem ze één voor één
en je ziet Gods liefde dan door alles heen.”
“Dit is het wat God van u verlangt in Christus Jezus.”
Omdat we Christus toebehoren moeten we in zijn voetspoor gaan van vreugde, gebed en dankzegging. Dat is het wat God verlangt van zijn kinderen.
6 In de rust rond het middaguur of in de avond, bekijk ik even of ik met dit woord al wat op weg ben gegaan.
In ieder geval dank ik de Heer voor dit Woord en voor zijn nabijheid gedurende het gebed en gedurende heel de dag.
Einde van deze bezinning
Gebouwd op Gods woord
1 Vrienden, dit is reeds de tweede brief die ik u schrijf. In mijn brieven probeer ik bij u een zuivere gezindheid levendig te houden
2 door u te herinneren aan de voorspellingen van de heilige profeten en aan het gebod van onze Heer en Heiland, dat u door uw apostelen is overgeleverd.
2 μνησθῆναι τῶν προειρημένων ῥημάτων ὑπὸ τῶν ἁγίων προφητῶν
καὶ τῆς τῶν ἀποστόλων ὑμῶν
ἐντολῆς τοῦ κυρίου καὶ σωτῆρος
3 Gij moet vooral weten dat er in de laatste dagen spotters zullen komen, mensen die leven volgens hun eigen begeerten,
4 en die honend vragen: `Waar blijft nu de wederkomst die Hij heeft toegezegd?’
LEES DE BIJBEL !
De tweede Petrusbrief, die sterk herinnert aan de Brief van Judas, heeft het nogal over eschatologie, de laatste dingen, het oordeel, de ondergang van de wereld, de tweede komst van Christus en de nieuwe aarde.
De komst van Christus bleef uit en de christenen werden bespot. De spot met ons geloof is ook vandaag actueel. Nog maar pas verscheen een boek van de Gentse filosoof Etienne Vermeersch waarin hij definitief wil afrekenen met het bestaan van God. Wees gerust, God ligt er niet van wakker.
De tweede Petrusbrief nodigt ons daarom dringend uit om te bouwen op het woord van God in het Oude Testament (de voorspellingen van de Profeten) en het Nieuw Testament (het gebod van onze Heer en Heiland en wat de apostelen ons hebben overgeleverd).
Dit woord moet voor ons allen een sterke uitnodiging zijn om vaker en trouwer de Bijbel en vooral het Nieuw Testament ter hand (en ter harte) te nemen. Het wapent ons van binnen om niet te gaan wankelen en doet ons geloof sterk staan in allerlei soort vervolging, spot of beproeving.
Einde van deze bezinning
Jezus is de Heer
9 Want als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is,
en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden.
10 Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid en de belijdenis van uw mond het heil.
9 ὅτι ἐὰν ὁμολογήσῃς ἐν τῷ στόματί σου κύριον Ἰησοῦν,
καὶ πιστεύσῃς ἐν τῇ καρδίᾳ σου ὅτι ὁ θεὸς αὐτὸν ἤγειρεν ἐκ νεκρῶν, σωθήσῃ·
10 καρδίᾳ γὰρ πιστεύεται εἰς δικαιοσύνην, στόματι δὲ ὁμολογεῖται εἰς σωτηρίαν·
We hebben hier te maken met de kern van het christelijk geloof. Jezus belijden als Heer. Dit gaat niet in tegen het geloof in God; integendeel: in de oud-
“9 Daarom heeft God hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen is,
10 opdat bij het noemen van zijn naam zich iedere knie zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde,
11 en iedere tong zou belijden tot eer van God, de Vader:
Jezus Christus is de Heer.”
Als we belijden dat Jezus de Heer is, dan is het tot eer van de Vader, die Hem uit de doden heeft opgewekt. Daarom zingen wij het uit:
Hij is Heer! Hij is Heer!
Hij is verrezen uit de doden, Hij is Heer !
Ied’re knie zal buigen, elke tong belijden dat Jezus is de Heer!
Die hymne (uit Filippenzen) wordt trouwens door de Messiaanse Joden zo gezongen: (dubbelklik op afbeelding + dan openen)
Yeshuah, Hamashiah, huadon, huadon (Jezus, Messias, Hij is Heer, Hij is Heer)
Likvod Eloïm, Likvod Eloïm Ahad (tot lof van God, tot lof van God de Vader)
De uitnodiging van dit woord zouden wij vandaag moeten beantwoorden: Op dit eigenste ogenblik, of straks op een rustiger moment: Jezus erkennen als de verrezen Heer en Hem aannemen als uw persoonlijke Heer en Redder. Doen !
Einde van deze bezinning
Hij heeft zich voor mij overgeleverd
20 Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij.
Voor zover ik nu leef in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God,
die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij.
ὃ δὲ νῦν ζῶ ἐν σαρκί, ἐν πίστει ζῶ τῇ τοῦ υἱοῦ τοῦ θεοῦ
τοῦ ἀγαπήσαντός με καὶ παραδόντος ἑαυτὸν ὑπὲρ ἐμοῦ.
21 Ik doe de genade van God niet teniet:
als de wet ons kon rechtvaardigen, dan was Christus voor niets gestorven.
Bezinning
1 -
2 -
3 -
Einde van deze bezinning
Kinderen van God
Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft!
Wij worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook.
ἴδετε ποταπὴν ἀγάπην δέδωκεν ἡμῖν ὁ πατὴρ
ἵνα τέκνα θεοῦ κληθῶμεν, καὶ ἐσμέν.
Het woord tot ons laten spreken. Het is echt een hartenkreet van Johannes: Ziet welke grote liefde (potapèn agapèn) de Vader ons gegeven heeft. (En die liefde komt hierop neer) dat God ons als zijn kinderen heeft aangenomen. Niet als zomaar schepselen maar als zijn kinderen.
Met die zekerheid mogen wij elke dag weer op weg gaan naar onze bezigheden, naar onze zending… Het mag geborgenheid en vreugde in ons hart brengen, vreugde die ook mag uitstralen. Kijk geregeld op naar die overgrote blijk van Gods liefde: we worden kinderen van God genoemd, en we zijn het echt !
Einde van deze bezinning
=========================================================
=========================================================
“Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad”
(Psalm 119,105)
Deze bladzijde biedt geen exegese. Exegese of Bijbelwetenschap is heel belangrijk om geen valse of goedkope (= oppervlakkige) toepassingen te maken van Bijbelse woorden of passages. Anderzijds kan exegese ook aan de oppervlakte blijven, zonder dat de Bijbeltekst en de Bijbelse boodschap ons leven raken en veranderen; louter technische ontrafeling. Deze bladzijde wil ons de gelegenheid geven om de Bijbeltekst op ons leven te leggen. Wij willen het toch Bijbelstudie noemen omdat we ons willen bezinnen op de tekst en zien hoe wij ons leven er best kunnen mee confronteren en conformeren, ermee in overeenstemming brengen. In de betekenis van het zien, oordelen, handelen willen wij Lezen, Leren, Leven. We willen de H. Geest vragen dat Hij de Bijbelteksten en hun bedoeling aan ons hart wil openbaren en ons ermee leiden door het leven.
… de Helper, de heilige Geest,
die de Vader in mijn Naam zal zenden,
Hij zal u alles leren
en u alles in herinnering brengen
wat Ik u gezegd heb.
(JOH.14,26)
“Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt,
kan men vergelijken met een verstandig man
die zijn huis op rotsgrond bouwde.
De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag,
de storm stak op en zij stortten zich op dat huis,
maar het viel niet in, want het stond gegrondvest op de rots.”
(MT.7,24-
“Mijn moeder en mijn broeders zijn zij,
die het woord van God horen en er naar handelen”
(Lk.8,21)
INHOUD WEBSITE -
Hand.10,38b-
Hand.18,9-
Hand.26,16 Dienaar en getuige vd Levende
Rom.10,8-
Rom.10,9-
Rom.15,13 Vreugde en vrede in het geloven
1Kor.1,27-
Gal.2,20-
Ef.1,5-
Ef.2,8-
Ef.5,14 Word wakker !
1Tess.5,16 Weest altijd blij
1Tess.5,17 Bidt zonder ophouden
1Tess.5,18 Dankt voor alles
2Tess.2,13-
2Tess.2,13-
2Tess.2,15-
2Petr.3,1-
2Tim.1,6-
Tit.2,11-
Tit.3,4-
Tit.3,7-
Jak.5,8 Geduldig en moedig
Jak.3,17a De wijsheid van omhoog is rein
Jak.3,17-
2Petr.3,17-
1Joh.3,1 Kinderen van God
Judas 1,20-
1Kron.28,10 Ga vastberaden aan het werk
Job.4,2-
Psalm 75 en 46,1 Wees stil Ik ben uw God
Psalm 95,10-
Jer.3,21-
Jer.12,1 Wees stil en weet: Ik ben uw God
Jer.9,22-
Klgl.3,19-
Sir.34,16 De kracht van de hoop
Neh.1,5-
Mt.5,3 Zalig de armen van geest
Mt.5,14a Gij zijt het licht der wereld
Mt.5,20 Uw gerechtigheid
Mt.9,13 Liever barmhartigheid dan offers
Mt.9,13 (bis) Barmhartigheid!
Lc.5,12-
Lc.17,5-
Lc.18,13 God, wees mij, zondaar, genadig
Lc.195c-
Lc.20,38 God, een God van levenden
Joh.1,9 Licht dat iedere mens verlicht
Joh.1,9-
Joh.3,3 Opnieuw geboren worden!
Joh.11,25-
Joh.15,4-
Het Nieuw Testament is grotendeels
in het Koinè-
daarom citeren we de voornaamste zinnen ook in het Grieks; Wie graag wat Grieks leert lezen: het griekse alfabet
De Hyperlinks onmiddellijk hieronder zijn gerangschikt volgens hun plaats in de Bijbel
Bij de woorden verderop
staan de meest recente bovenaan