GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD




Korte inleidingen gehouden voor de Fraterniteit van Maria

in de zomer en het najaar van 2015

tijdens de open gebedsavonden op woensdagavond te 19.45 u.

in het Groot Begijnhof 19 te 9040 Gent Sint-Amandsberg (nabij Dampooort)


Een vernieuwd Leven-in-de-Geest















NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


1 De Heer in ons midden (22/07/2015)

De diepe zin en waarde van een samenkomen als christenen, is de Aanwezigheid van de verrezen Heer Jezus Christus, Zoon van de levende God. Wij steunen op zijn woord: “Waar twee of DRIE in mijn Naam samenzijn, daar ben Ik in hun midden.” (MT.18,20) We nemen dat letterlijk. We moeten dan wel samenzijn ‘in zijn Naam’, dat is  de voorwaarde voor zijn aanwezigheid. ‘In zijn Naam’ betekent dat we samen Jezus aanvaarden als de mensgeworden Zoon van God, geboren uit de Maagd Maria, geleden en gestorven maar verrezen en levend voorgoed: De Redder van de Mens. Ons hart en onze aandacht moeten gericht blijven op Hem. Als Hij dan zo in ons midden aanwezig is tijdens dit gebedsuur, dan weten wij dat zijn heilzame invloed zich zal doen gelden bij ieder persoonlijk en bij ons allen. Laten wij elkaar helpen om in die aanwezigheid van de Heer te zijn: om Hém is het te doen!

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


2 Zoon van God  (1) De goddelijkheid van Jezus (29-07-2015)

Als we hier samenkomen rond de Heer Jezus, mogen we Jezus niet alleen zien als een groot profeet, een vriendelijk en sociaal voelend mens, iemand die opkwam voor de rechten van ieder mens, die mensen niet veroordeelde, die de vrouw promoveerde, iemand die boeiend kon vertellen in aansprekende parabelen en gelijkenissen. In ons samenkomen hier als fraterniteit zien we Jezus op de eerste plaats als de Zoon van God. “Ik geloof in God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus zijn enige Zoon, onze Heer. Die ontvangen is van de H. Geest en geboren uit de Maagd Maria.” Dat is ons geloof. Van alle eeuwigheid is Jezus God, “God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God en door wie alles geschapen is.”

Door Gods Woord is alles geschapen. Over het eeuwig Woord schrijft Johannes in de proloog van zijn evangelie (1,14) “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond”. De Heer die hier bij ons is, is de enige Zoon van God, het Woord van vóór de tijden. In Jezus raken wij God, in Hem aanbidden verheerlijken wij de Zoon van de levende God. Als we samenzijn in dàt geloof, gebeurt er ook echt iets in ons midden en in ons persoonlijk.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


3 Zoon van God  (2) De goddelijkheid van Jezus (5-08-2015)

Sj’ma Israël, Adonai elou enou, Adonai ehad: Hoor, Israël, de Heer is onze God, Hij alleen is God. Dit is de geloofsbelijdenis van de Israëlieten waardoor zij zich onderscheidden van andere oude volkeren. Andere volken hadden soms ook wel één bepaalde God, die overigens wel eens de plaats moest ruimen voor een andere god als er een andere koning of farao kwam (Aton werd opnieuw Aton). Daarom moet Abraham wegtrekken uit het heidense land. Daarom moest God zijn volk ook vormen in de woestijn. Dat geloof in de ene God is ook overgenomen door de Islam. God is groot en Mohammed is zijn profeet. De Koran laat Jezus zeggen dat Hij geen god is, maar dat God één is, geen drie. Christenen geloven dat God één is, dat er maar één God bestaat, iets anders is gewoon niet denkbaar. Maar christenen zien God niet als een eenzame God: Hij is Vader, Zoon en heilige Geest. Dàt is de verdere openbaring die Jezus ons is komen brengen. Jezus is de eengeboren Zoon, vòòr alle tijden geboren uit de Vader, volmaakt één met de Vader, de Zoon of het Woord, in wie de Vader, de volmaakte God zich als het ware reflecteert van alle eeuwigheid. “Wie Mij ziet, ziet de Vader.” De heilige Geest mogen we zien als de volmaakte liefde tussen Vader en Zoon, zo volmaakt is die liefde dat ze ook een Persoon is, maar binnen de ene God. Van dat monotheïsme (ééngodendom) mogen we nooit afwijken, er is maar één God, in drie Personen: Vader, Zoon en heilige Geest. Wij buigen ons voor die Openbaring, ook al kan ons verstand er niet bij. Denk aan die anekdote van Augustinus die een klein ventje bezig zag met de zee in een klein putje te gieten. Wij aanbidden U, Jezus, Zoon van God, één met de Vader en de heilige Geest.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


4 De Geest brengt ons samen. (12-08-2015)

Het is de Geest die ons samenbrengt als het lichaam van Christus. Wij kunnen verschillende taken hebben in de fraterniteit, maar de een is niet belangrijker dan de ander: “Wie de voornaamste wil zijn, moet de dienaar van allen zijn” heeft onze Heer gezegd. Als we ons dan verheven voelen boven een ander, zijn we de minst belangrijke, een blok aan het been, een rem op de werking van de heilige Geest.

In de Jezusgemeenschap is dan ook geen plaats voor achterklap of afbrekende kritiek over onze zussen en broers. Steeds opbouwend denken en spreken over anderen. Is er iets dat echt stoort, neem dan contact met de verantwoordelijke. Het betekent ook dat wij als christenen samenkomen: gewoon vriendelijk, als een broederlijke (zusterlijke) gemeenschap maar toch altijd ‘in de Heer’, nooit puur oppervlakkig als veelpraters, al mag een vleugje humor niet ontbreken. Wij kunnen elkaar daar wat bij helpen. Maar Jezus moet altijd het centrum blijven van ons samenkomen!

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


5 Het Koninkrijk van God (1) (Gods persoonlijke en onvoorwaardelijke liefde)


Jezus begon zijn verkondiging met deze woorden: Het Rijk Gods is nabij. Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap. Wat is dat Koninkrijk van God? Wat is het Evangelie?

De twee zijn hetzelfde. Het Koninkrijk van God is het openbaar worden van zijn liefde voor ieder mens. Het evangelie, vertaald betekent het Blijde Boodschap, dat evangelie is de verkondiging van de liefde van God voor ieder mens. De alomvattende, onbegrijpelijke liefde van God, voor ieder mens. We zullen daarom eerder spreken over de barmhartigheid van God, eerder dan over zijn almacht. Gods koninkrijk aanvaarden, het koninkrijk van God binnentreden is dan: geloven dat je bemind wordt door God. Dat Hij je geschapen heeft en op ieder ogenblik schept.

Ons bekeren wil dan zeggen dat we alle angst voor God laten varen en gaan geloven dat Hij echt van ons houdt, ondanks dat Hij ons kent, ook onze donkere kanten en ook onze onmacht, onze kwalen en beperkingen. Geloven in Gods liefde is intreden in die zekerheid dat je persoonlijk en onvoorwaardelijk bemind wordt door de Vader. We werpen ons in de armen van God en we vragen dat wij zouden kunnen leven als zijn kind, dat we de kracht zouden hebben om de weg te gaan langs waar we het geluk vinden. Maar het begin is : geloven in zijn liefde voor jou, zijn geliefd kind.

Geloven dat God je liefheeft; je onwaardig voelen en verwonderd zijn dat het inderdaad zo is. Geloven dat God je onvoorwaardelijk liefheeft, al ben je het niet waard; niemand van ons is het waard, zo nietig en onwaardig zijn wij. Maar God heeft je lief.. Geloof dat en weest dankbaar. Treed zijn koninkrijk binnen als een blij kind, blij om de liefde van de Vader in Jezus.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


6 Jezus’ Koninkrijk binnentreden (2)

Jezus, de Zoon van God is mens geworden: Mens zoals wij, ‘afgezien dan van de zonde’ lezen wij in de Hebreeënbrief (Hebr.4,15).

Omdat Jezus is mens geworden, mens van vlees en bloed, mogen we het menselijk leven en het menselijk lichaam als iets goeds zien en God er voor danken.

Ongeveer 30 jaar leidde Jezus een onopvallend leven. Misschien was Hij een tijdlang leerling van Johannes de doper; daarna trok Hij vanuit Kafarnaüm al weldoende rond en verkondigde het Koninkrijk van God met woorden en tekenen. Dat Koninkrijk is tussen u, zegde Hij, en tot dat Koninkrijk bent u allemaal uitgenodigd. Jezus  heeft het koningschap van God volmaakt beleefd en is door de Vader aangesteld als Heer van allen (Fil. 2,5-11). De uitnodiging van deze samenkomsten is dan ook dat we Jezus als de Heer van ons leven onthalen, ons stellen onder zijn heerschappij.

Zeggen wij deze week met heel ons hart, misschien geknield met een kruisbeeld in de hand:

“Jezus, ik verzaak aan het kwaad, ik aanvaard U als mijn Heer, ik wil uw koninkrijk binnentreden, dat het koninkrijk van de Vader is. Ik stel mij onder uw heerschappij. Wees de Koning van mijn hart, van mijn wil, mijn gevoelens, mijn herinneringen, de Koning van mijn leven, de Koning van ons gezin, van onze fraterniteit, van onze buurt.”  

Als we Jezus zo onthalen als onze Koning en Heer, kan Gods Geest ongehinderd aan het werk gaan in ons… en doorheen ons.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


7 Jezus zendt de Heilige Geest

Johannes de doper had gezegd: Ik ben de Messias niet. Na mij komt Hij die groter is dan mij. Hij doopt met de heilige Geest en met vuur (Lk.3,16). Dat vieren we dan met Pinksteren, een feest van de komst van de H. Geest dat Lucas geschilderd heeft met vurige penseeltrekken. (in Hand. 2)

Johannes laat in zijn evangelie Jezus met luide stem roepen: 'Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij; wie in Mij gelooft, hij drinke! Zoals de Schrift zegt: 'Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. ' Hiermee doelde Hij op de Geest, die zij, die in Hem geloofden, zouden ontvangen, want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. (JOH.7,37-39)

Bij ons doopsel en vormsel hebben wij ook de heilige Geest ontvangen door de handoplegging van de priester of bisschop. En soms, als we ervaren dat ons christelijk leven wat verflauwd is, moeten we eens opnieuw over ons laten bidden om weer vernieuwd te worden in ons leven als Jezusmensen. Jezus zei: “Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.” (Lk.11,13) Kom, Heilige Geest !


Om thuis te bidden:

Heer Jezus, ik verzaak aan het kwaad en aan alles wat me van U wegleidt. Ik vraag U de Heilige Geest over mij te zenden, die oceaan van liefde en Godsvertrouwen, de Geest van Kindschap die in mij bidt: Abba, Vader.

Ik verlang vurig om door Hem vernieuwd te worden in de goddelijke deugden van Geloof, Hoop en Liefde.

Kom, heilige Geest, Geest van de Vader, Geest van Jezus, genees mij, maak me vrij, vorm mij, leid mij, zend mij. Woon in mijn hart en rust me toe met alle geestelijke gaven die ik nodig heb om Jezus te dienen in de Kerk en de wereld.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD

8 Vrij om Gods Geest te ontvangen

De Heilige Geest is het levend water dat de Heer over onze zielen wil laten vloeien, om ons te zuiveren en vooral om ons om te vormen tot kinderen van God en volgelingen van Jezus.

God Geest kan evenwel niet over ons komen als er geen plaats is in ons hart, als er geen plaats in ons leven. Wij moeten verzaken aan het kwaad, onze zonden en zondige gehechtheden willen verlaten en vragen dat de Heer het zuiverend water van barmhartigheid over ons komen. Wij vragen daarom op heel wat momenten in de Eucharistieviering en er is ook het Paasgeschenk van Jezus als Hij ook de H.Geest zendt over de apostelen: 'Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.‘ Na deze woorden blies Jezus over hen en zei: 'Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven’ (Joh.20,21-23)

Als we ons soms onder de invloed hebben laten komen van een of andere vorm van esoterie (tarotkaarten, waarzeggerij, spiritisme, horoscopen enz.) heeft dat misschien een afhankelijkheid geschapen in ons. We moeten ons daar ook van bekeren, (laten) bidden om bevrijding en ons nadrukkelijk onder de heerschappij van de Heer Jezus stellen zodat we helemaal vrij worden van die gebondenheid.

Gods Geest maakt ons vrij en verbindt ons steviger met Jezus. Laten we Gods Geest dan niet bedroeven maar vaak om Hem bidden en op Hem beroep doen. Kom, heilige Geest, maak me vrij, leidt mij, zend mij, vervul mij, heilig mij.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


9 Werking van de H. Geest

“Als gij de gave kende van Gods Zoon…” Vanuit het bewust worden dat het de Geest van Jezus is die ons samenbrengt, bidden wij om de H. Geest dat Hij ons bewust maakt van de aanwezigheid van de Heer (dat was ons eerste gesprekje) , dat Hij ons leert om als leerlingen van Jezus samen te zijn in onderlinge liefde, zonder jaloersheid, zonder antipathie in ons hart, zonder hoogmoed, zoals we in ons 4de gesprekje zeiden). Maar ook dat Hij ons de goedheid en barmhartige liefde van God te zien, dat Hij ons de lofprijzing leert, ons leert bidden met het hart en ons leert zingen met het hart.

Als wij ons openstellen voor de H. Geest bewerkt Hij dat we op Jezus gaan gelijken. Paulus verwoordt het kort in zijn brief aan de Galaten: “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid.” (Gal. 5,22) De vrucht van de Geest is Jezus ! Naar Hem moeten we dan ook voortdurend opzien en Hem leren ontdekken in de Bijbel, het Woord van God

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


10 De Geest vormt ons naar Jezus’ beeld

Vorige keer was ik geëindigd met te zeggen dat de vrucht van de Geest is: dat wij gevormd worden naar het beeld van Jezus; herinner u de tekst uit Gal. 5,22. Ik wil daar nog even iets aan toevoegen.

- De Geest vormt ons tot een Jezusgemeenschap, een gemeenschap waarin Jezus als Heer wordt erkend en onthaald. Maar ieder van ons moet dat ook  doen: Jezus in ons persoonlijk leven erkennen en aanvaarden als de Heer. Elke dag opnieuw! Hij moet akkoord gaan met alles wat we zeggen en doen. Dàt is leven onder de heerschappij van Jezus.

- De Geest die wij ontvangen is de Geest die Jezus bezielde: een Geest van Kindschap. Hij leert ons leven als kinderen van God, in vertrouwen op God, onze Vader en in grote dankbaarheid voor zijn liefde!!

- De H. Geest leert ons ook leven als volgelingen van Jezus. Daarom moeten wij in ons persoonlijk leven ook vaak bidden: Kom Heilige Geest, vorm in mij Jezus’ gezindheid, beziel mij om zoals Hij te leven als kind van de Vader.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


11 Gestorven aan het kruis, begraven en verrezen

Wie is die Jezus die we als Heer erkennen en onthalen? Ik heb u in de drie eerste onderrichtjes daar reeds iets over gezegd, maar een paar zaken moet ik daar nog aan toevoegen. In zijn prachtig en diepzinnig boek “Redenen om te geloven” schrijft monseigneur Léonard dat Jezus vooral op 3 punten verschilt van alle andere mensen: nl. door zijn goddelijkheid en daarover heb ik u dus al gesproken (zie nr. 1-3), maar ook door zijn lijden en sterven (wat een vernedering!) én door zijn verrijzenis. De Heer die hier in ons midden is, is dezelfde mensgeworden Zoon van God, die gehoorzaam geworden is tot de dood, de dood aan het kruis: uit liefde voor ons. En van die liefdevolle Heer, die zijn leven gaf voor zijn schapen, geloven wij dat Hij leeft! Dat Hij verrezen is!! Dàt is onze christelijke belijdenis.

Met diezelfde liefde, maar in kracht gesteld, is Hij hier in ons midden. Zijn verheerlijkte lichaam mogen wij ontvangen in de heilige Eucharistie. Laten wij Hem danken voor zijn liefde tot het uiterste, voor ieder van ons, maar laten wij Hem, als wij Hem onthalen in de Eucharistie ook aanbidden om zijn heerlijkheid en Hem in onze samenkomsten als Fraterniteit loven en prijzen met hymnen, psalmen en liederen ingegeven door de Geest. Laat ieder van ons dat zo bewust mogelijk doen! Jezus, Zoon van God, wij aanbidden uw liefde tot het uiterste en wij prijzen uw glorievolle verrijzenis en we zien uit naar de ontmoeting met U als ook ons uur gekomen is en we verwachten uw komst in heerlijkheid.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


12 De lofprijzing 7/10/2015  OLV vd Rozenkrans

Als we de Heer in ons midden weten en als de H. Geest ons bezielt, is het kenmerkende aan ons samenzijn de lofprijzing! Dàt typeert de Charismatische Vernieuwing. De lofprijzing onderscheidt zich van het smeekgebed of het gebed om vergeving. Ze is zelfs sterker dan het dankgebed dat ermee verwant is. Het bewust worden van Gods liefde en van de totale gave van Jezus voor ons heil zal ons tot lofprijzing brengen van zijn oneindige liefde, zijn grootheid en schoonheid, zijn ontferming en nabijheid. De lofzang “eer aan God” kan ons inspireren: “Wij loven U, wij prijzen en aanbidden U. Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor uw grote heerlijkheid…”

De lofprijzing moet inderdaad ons samenzijn kenmerken. Het is onze zending als charismatische christenen. Wij mogen niet vervallen in louter bezinning, smeekgebeden… Ook die hebben hun plaats natuurlijk, maar ons samenzijn moet een blij samenkomen zijn, een lofzang voor God, voor Jezus onze Heer, voor de heilige Geest, de liefde van de Vader en de Zoon. Hij geeft ons dan zijn woord waarmee Hij ons verder opbouwt tot een gelovige en lofprijzende gemeenschap van wie het leven ook een lofzang wordt op Gods heerlijkheid.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


13 De jubilus of tongengebed (1) 14/10/2015 H. Callistus

Als de lofprijzing echt is en als ieder zijn steentje ertoe bijdraagt, als de gebedssamenkomst echt een charismatisch samenkomen is zal de lofprijzing openboeien in wat we het tongengebed noemen. In de Gregoriaans gezongen Eucharistievieringen was er na de tweede lezing het alleluia. Maar het alleluia zelf werd samen zo uitgesponnen altijd maar a-a-le-le-le-lu-u-u-ia Loof God! Maar het was alsof men geen woorden genoeg vond om de Heer te loven en dat men daar begon te tateren als een kind. Volgens sommigen lag dat in de richting van wat wij de tongentaal of het tongengebed noemen. We laten ons verstand voor wat het is, we zoeken geen nieuwe woorden meer of verdere redenen om God te loven en te verheerlijken, we geven aan de heilige Geest onze stem; maar ons hart wil bij de Heer zijn, dàt is het voornaamste, om de rest moeten wij ons niet bekommeren. Sint Paulus heeft het daar wel eens over in zijn 1ste brief aan de Korinthiërs die hij wel wat moest matigen omdat sommigen te pas en te onpas tussenkwamen met tongentaal. Het moet wat met orde gebeuren zie Paulus. Maar hij zegt ook: blus de geestelijke gaven niet uit. Maar het voornaamste is toch de liefde!

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


14 Het tongengebed of tongentaal (2)

De tongentaal, waar we het vorige keer over hadden en waar we ons voor moeten openstellen, zullen we vooral aanwenden als openboeien van het lofgebed, maar ook in het bidden over zieken of over personen die vragen om over zich te laten bidden voor een of andere reden. We laten de heilige Geest dan in ons bidden omdat Hij beter dan wie ook weet wat die persoon nodig heeft. En zoals Paulus zegt: De Geest bidt in ons met onuitsprekelijke verzuchtingen en Hij die de harten doorgrondt, weet waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling. (Rom.8,26-27) Soms moeten we maar gewoon onze mond opendoen en aaa zeggen, ons spraakvermogen in dienst stellen van de Heer, om die gave voor de eerste keer te ontvangen. Ons hart moet dan wel bij de Heer zijn, we zijn geen psychopaten.

De tongentaal is geen geestelijke gave om groot op te gaan, Paulus schrijft dat het juist de kleinste van de gaven is, dat kindergebrabbel, maar we moeten er ons niet voor afsluiten omdat het ons openstelt, ons ontvankelijk maakt voor andere geestelijke gaven.

Soms bevat het Tongengebed ook een profetie: een woord voor de groep of voor iemand afzonderlijk. Soms is in een groep ook de gave van profetie of de gave van vertolking aanwezig en dat charisma moet men dan ook willen uitoefenen, tot opbouw van de Fraterniteit. De groep zal wel oordelen of dat charisma echt van de Geest komt of een eigen product is.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


15 Het Woord van het Koninkrijk onthalen (1) 21/10/2015

Nadat we in de Eucharistie het “Brood van het Koninkrijk” mochten eten, het verheerlijkte Lichaam van de Heer, deelt Hij ons voor ons vanavond ook het “Woord van het Koninkrijk”. Zo bouwt Hij ons op tot een gelovige gemeenschap, die zich willen inpassen in het Koninkrijk.

Als wij in liefde samenzijn, als christenen samenzijn d.w.z. met Jezus in ons midden en als we de Heer geprezen hebben en dat lofgebed openbloeit in tongenzang… dan staan we open om Gods woord te ontvangen. Het woord van het Koninkrijk, voedsel voor Gods kinderen. Het leidt ons, het sterkt ons, voedt ons geloof, voedt onze hoop (dit is ons uitzicht op eeuwig leven maar ook de zekerheid van de trouwe liefde van God hier en nu, daar waar we leven).

In eenvoud stellen wij ons dan open voor een woord dat de Heer ons wil geven nadat we Hem hebben erkend als Heer en ons opengesteld hebben voor zijn Geest die ons zijn woorden in herinnering brengt ze voor ons weer tot leven brengt: geen gedrukte lettertjes, maar woorden die ons ook hier en nu nieuw leven brengen. We mogen de Heer danken voor ieder woord dat Hij ons geeft om zijn koninkrijk in ons te vestigen of te verstevigen.

Als we onze Bijbel openslaan (dus niet zelf naar een woord gaan zoeken!!) dan zal de Heer de een of ander wel een woord tonen dat voor de groep is bestemd en wellicht ook voor iemand in het bijzonder. Laten we dan in eenvoud dat woord meedelen en niet voor onszelf houden. Maar heb ook de eenvoud om u erbij neer te leggen dat dat woord niet door de groep erkend wordt als een woord van de Heer voor die avond.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



16 Het Woord van het Koninkrijk onthalen (2)  28/10/2015 HH. Simon en Judas

Voordat we het Woord van het Koninkrijk onthalen hebben we eerst de Heer geprezen; wanneer wij zo ons geloof in zijn levende Aanwezigheid hebben uitgezongen, wil Hij ook een woord spreken tot zijn mensen. We zullen dan vragen aan de Heilige Geest ons hart te openen en dat Hij ons zou leiden naar een woord uit de Schrift of/en een profetisch woord. We willen ook bidden tot Maria, de Moeder van het Mensgeworden Woord en daarom noemen we haar de Moeder Gods. Zij heeft Gods Woord ontvangen in haar geest en in haar schoot. Zij heeft ‘ja’ gezegd, Mij geschiede naar uw Woord. Wij willen bidden dat ook wij zouden openstaan, goede grond zouden zijn voor het Woord van het Koninkrijk, opdat Jezus en zijn gezindheid ook in ons geboren mag worden, opdat wij zijn koninkrijk zouden binnengroeien. Als een of ander woord u treft, is het goed dat in een klein notitieboekje (car-netje) op te schijven. In de loop van de week zal je tijdens je gebedstijd (en daarbuiten) je leven ermee confronteren.


17 Ons antwoord op het Woord  4/11/2015  H. Carolus Borromeo

Ons antwoord op het Woord dat we krijgen, kan velerlei zijn. Eerst en vooral is er de dankbaarheid omdat de Heer tot ons wil spreken. Wij willen rond dat woord ook wat bidden.

Maar al de rest heeft te maken met ons leven. Het woord van de Heer wil echt iets uitwerken:

Misschien had iemand van ons juist nood aan dàt woord. Een woord dat vrede brengt in ons hart, of een woord van vermaning, dat kan ook, of een woord dat ons wil vormen in het geloof, in de hoop, in de liefde…

Het is dus van belang dat we dat woord niet zomaar laten weg-ebben. Als het echt een woord van de Heer is mogen wij het – ook tijdens ons gebed hier – niet zomaar naast ons neerleggen of het al het ware doodzingen, zonder dat het langs alle kanten bekeken is en ons hart heeft kunnen raken. Dat betekent niet dat onze gebedssamenkomst een meditatiegroep moet worden, maar we moeten dat woord toch wel echt tot ons hart laten doordringen, zodat ons gebed er verder door bevrucht wordt. “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad”.

Als je een lied aangeeft, zeg dan er bij wat je bedoeling is met dat lied.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


18 Commentaar + Profetie + Getuigenis

- De commentaar die gegeven wordt mag niet gezien worden als belangrijker dan het woord zelf. Het is iets anders:  het wil ons helpen om dieper door te dringen in het woord, niet meer dan dat. De Heer spreekt tot ons allen samen, maar ook tot ieder van ons. Wat Hij in ons hart legt, mogen we delen met anderen, zonder pretentie, als een daad van liefde en mededeel-zaamheid.

Het korte commentaar ligt waarschijnlijk in de lijn van het charisma van lering, maar dit belet niet dat iemand anders de ingeving krijgt om daar bepaalde zaken aan toe te voegen of om het woord ook op een heel andere wijze te belichten. Dat gebeurt dan in de loop van het verdere gebed.

- Profetische boodschap: soms ontvangt iemand een profetisch woord voor de groep of voor de een of ander. Dat mag ook weer niet voorbereid worden, het is iets dat men ontvangt en ook dàt moet men voldoende onderscheiden maar dan ook ter harte nemen en er voor danken.

- Getuigenis: Het woord kan ook aanleiding geven tot een getuigenis. Een getuigenis is geen getuigenis over jezelf, over wat jij tot stand hebt gebracht; een getuigenis gaat over wat de Heer deed of wat de Heer je deed inzien. Een getuigenis moet in alle eenvoud Christocentrisch zijn, kort en krachtig.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


HULPMIDDELEN TOT CONTACT MET JEZUS

19 Het persoonlijk gebed

Ons christelijk leven moet met sterke banden verbonden zijn met Jezus, de Bron. Er zijn daarvoor heel wat hulpmiddelen. Zo is er noodzakelijk het gebed!

De Gebedsavond mag nooit een eindpunt zijn, maar, ik zou bijna zeggen,  het beginpunt van een vernieuwd christe­lijk leven.  Geef het gebed niet op. Ik bedoel daarmee: uw persoonlijk gebed. Je moet in je dag tijd nemen voor expliciet gebed. Zeg niet: ik kan niet bidden. Bidden is proberen bij de Heer te zijn, tijd maken voor Hem: je voornaamste afspraak elke dag. Probeer een gebedshoekje te maken, waar je graag komt, waar een kruisbeeld hangt of een icoon van Christus, waar je een spotje op kan richten (van een kaarsje durf ik niet spreken want ik ken twee personen die zo eens brand hebben gesticht in eigen huis).

Kijk gewoon naar de Heer, niet gewoon kijken naar dat kruis of de icoon, maar naar de Heer die daardoor betekend wordt. Probeer met uw hart bij Hem te zijn. Zie hoe Hij liefdevol naar jou kijkt. Dank Hem, aanbid Hem, bid om vergeving, loof Hem. Gebruik desnoods een psalm. Luister ook naar Hem… Maak het stil in jezelf. En laat Hem misschien ook spreken door je Bijbel, de heilige Schrift. Blijf even bij die tekst… Wat wil de Heer jou zeggen…?

Bid voor enkele intenties. En tot slot dank de Heer en zing een loflied.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


20 Leven met Jezus

Ik heb jullie gesproken over het persoonlijk gebed en het belang van trouw te zijn aan je dagelijkse gebedstijd als basis ook van onze gebedsavond, die een samenkomen moet zijn van mensen die bidden. Maar belangrijker dan de gebedstijd is het leven van gebed. De gebedstijd moet een aanloop zijn tot een sterkere relatie met de Heer. Een persoonlijke relatie met de Heer Jezus, die voor u alles heeft over gehad. Die voor u is mensgeworden, die voor u zijn woorden van eeuwig leven heeft gesproken, die voor u mensen genezen heeft, melaatsen aangeraakt, zondaars vergeven… opdat gij tot geloof zou komen. Die voor u alle vernederingen en lijden heeft ondergaan, die voor u is gestorven na een pijnlijke doodsstrijd. Opdat gij heil en eeuwig leven zou erven. Die voor u verrezen is om voor u een plaats te bereiden. Die de heilige Geest heeft gezonden opdat gij als christen zou kunnen leven en getuigen voor anderen…

Voortdurend moet je in die werkelijkheid terecht komen van uw relatie, uw persoonlijke relatie met de levende Heer. Spreek met Hem over alles. Leg Hem al je plannen voor. Luister naar Hem, naar de ingevingen van de heilige Geest; Leef in de Heer ! Wandel met Hem door het leven. Leef in het licht !

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



21 Het woord van God in je leven

Op onze gebedssamenkomst vragen we om een woord van de Heer om mee op weg te gaan. Als we daar tijdens de week echt mee op weg gaan zal dat zijn vruchten dragen om sterker met de Heer verbonden te zijn.

We kunnen ook elke dag een stukje lezen uit de Bijbel. Misschien beginnen met de Handelingen van de Apostelen, dan dat andere boek van Lukas, zijn evangelie. Elke dag een hoofdstuk of een kleiner gedeelte. En er heel even over bezinnen of het nog even herlezen.

Teresia van Lisieux hield zo van de Bijbel dat ze hem onder haar hoofdkussen had liggen omdat ze er niet los van wilde komen: het was haar eten en drinken, het voedsel voor haar leven, innerlijk en naar buiten.

Het contact met de Bijbel, onder meer ook met de psalmen is een goede bodem voor het charisma van profetie en getuigenis.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


22 De Gebedsbijeenkomst

Geef het ook niet op naar de Fraterniteit te komen; je moet daar moeite voor doen.  Je hebt de steun en het gebed van zussen en broers nodig. Je hebt ook nood aan verder onderricht in dat nieuwe leven, opdat je heel de rijkdom daarvan zou leren kennen.  Je hebt ook de praktijk van de gemeenschappelijk leven nodig en de toepassing van de charismen.  God geeft zijn speciale geestelijke gaven om sterk te kunnen werken in deze tijd in de we­reld en in de kerk; laat je charismen dus niet af­ster­ven als je er reeds hebt ontvangen en aarzel niet om er naar uit te zien, en kom in contact met de charismen die God aan anderen gegeven heeft...

Laat je leiden door de Heer naar die mensen met wie Hij je op weg wilt zenden opdat je verder zou groeien in dienst van zijn Rijk.

Nogmaals, wees trouw aan de samenkomsten van je gebedsgroep. De Fraterniteit van Maria is een gelegenheid om te groeien in christelijk leven, maar het is ook een uitstekende gele­genheid tot evangelisatie; daarom mag je mensen die je kent uitnodigen op deze gebedssa­menkomsten.

Enerzijds gaan we hier op weg samen met andere charismatische christenen, anderzijds zetten wij ons samen én persoonlijk in voor de evangelisatie in deze tijd.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


23 Diensten

Ik heb reeds iets gezegd over het gebruik van charisma's.  De inbreng van ons charis­ma is een grote dienst die we aan onze zussen en broers bewijzen, aan de Kerk en aan de men­sen rondom ons.  Een Jezusge­meenschap heeft nood aan de inzet van velen, ieder volgens zijn talenten en charisma's en volgens de nood van die gemeen­schap.  Die inzet, die dienst die we inbrengen betekent ook een band met die concrete Jezus­gemeenschap zoals de Fraterniteit van Maria.  Sommige diensten zal ik zelf kunnen kiezen, vooral de verborgene, die niet op­vallen, die zelfs helemaal niet opgemerkt worden.  Voor andere diensten zal men me misschien vragen, of men zal me iets voorstellen, soms kan ik zelf iets voorstellen...  Het is van belang dat we zo onze verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van deze gebedsgroep op ons nemen, en toch tegelijker­tijd heel onthecht te blijven van die dienst.  Ik moet me gewoon in dienst stellen van het Lichaam van de Heer, zijn zus­sen en broers, en voor de zending waarin Hij mij en de Fraterniteit wil gebruiken.

De  mooiste dienst die we aan elkaar en aan de Fraterniteit kunnen bewijzen is elke dag te bidden voor iedere broer en zus; hun naam te noemen wanneer je in je gebedshoekje zit tijdens je gebedstijd.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


24 Leven met Jezus (2)

Een paar weken geleden heb ik u al gesproken over “leven met Jezus”. Ik wil dat nu nog even opnieuw doen, omdat het de basis is van ons christelijk leven, van ons samenzijn in de Fraterniteit van Maria en van ons getuigenis als individueel christen en als Fraterniteit.

Leven met Jezus, leven onder de heerschappij van Jezus, leven met Jezus als de Heer van uw leven… Het is een genade, het is iets wat de heilige Geest in u wil opwekken, maar wij moeten ook meewerken. Leven in de aanwezigheid van Jezus. Leven met Jezus, leven vanuit uw toebehoren aan Hem. Wij moeten die genade vragen, want zij is de bron van waaruit gij gaat kunnen getuigen, het is ook de diepste bron van de vrede in uw hart. Walter Smet leerde ons indertijd hoe we konden meewerken met die genade. Hij sprak dan over klik-momenten. Bewust gekozen momenten om u de aanwezigheid van de Heer Jezus te realiseren. Bv telkens als de telefoon gaat, even opkijken naar de Heer en Hem vragen erbij te zijn; de klok gaat, de deurbel gaat, je ontmoet mensen op straat… Telkens met de Heer even converseren. ‘Heer, zegen die persoon”. Ook tijdens uw gesprek met elkaar of met andere personen… Oefen u daarin, je zal die genade ontvangen… Je leven als christen wint zo aan diepgang en getuigeniskracht.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


25 Leven met Jezus (3)

Een christen die op een nieuwe en bewuste wijze zijn leven aan Jezus heeft toegewijd en op een vernieuwde wijze de heilige Geest heeft ontvangen zal ook op een nieuwe en meer bewuste wijze als christen gaan leven. Hij zal een grotere liefde krijgen voor de heilige Schrift als het woord van God als leidraad voor zijn leven van elke dag en zijn relaties met medemensen. In feite gaat het om te leven als kind van de Vader en om een levende relatie tot Jezus, de Zoon van God en onze Redder. Deze vernieuwing is een genade, maar het is ook een opdracht. Kreeg men een vernieuwde liefde voor het woord van God, dan zal men, na aanvankelijk een groot verlangen naar de H. Schrift, zelf bewust moeten kiezen voor een geschikte tijd om in contact te zijn met het woord van de Heer, dat de H. Geest levend maakt.

Het belangrijkste geschenk en ook de voornaamste opdracht blijft het contact met de levende Heer Jezus. Ik sprak er vorige week nog over. Ik hoop dat u van die klikmomenten gevonden hebt om u bewust te worden van Jezus’ aanwezigheid in jouw leven, en bewust te werken aan die relatie met Hem. Misschien kan de een of ander van ons ook getuigen wat hem of har helpt om met Jezus op weg te zijn.

NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


26 Maria

Er zijn nog andere hulpmiddelen die ons sterk verbinden met Jezus, de Bron van nieuw leven.  Een van die hulpmiddelen is onze toewijding aan Maria, de Moeder van Jezus.  Maria was erbij op Golgota, toen onze stervende Heer ons aan haar heeft toe­ver­trouwd, zij was er ook bij tijdens die 50 dagen tussen Pasen en Pinksteren : bid­dend, gelovend, vertrouwend, vol liefde voor de Heer, lofprijzend, Gods woord bewa­rend in haar hart en het overwegend...

Laat Maria, de moeder van de Heer, ook de moeder zijn  van uw geestelijk leven.  Ik weet dat ik dat aan jullie mag vragen omdat ze ook de patrones is van deze Fraterniteit van Maria.  Niemand kan zoals Maria u met Jezus verbonden houden en u meer op Hem geënt doen zijn.  Niemand is zoals zij meer bekommerd om het Rijk van haar Zoon in de harten. Sla geen enkele dag over om u aan haar toe te ver­trouwen.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD


27 Sacramenten

God heeft ons van die kanalen gegeven die ons op een bijzondere wijze verbinden met Je­zus’reddende, bevrijdende en sterkende kracht.  Ik heb het deze avond even over de sacra­men­ten : die kracht­bronnen, die ontspringen aan het verlossend lijden en sterven van onze Heer en Heiland.  Door die sacramenten komt zijn zuiverende, herscheppende, sterkende invloed over ons, door de werking van de heilige Geest.  In de kracht van de heilige Geest wordt die invloed van Je­zus’verlossingswerk actief in ons persoonlijk.


Laten we de heilige Geest vaak uitdrukkelijk vragen de genade van ons heilig doop­sel (als toe­wijding aan Christus) en van ons heilig vormsel (met die kracht en vrij­moedig­heid en wijsheid tot getuigenis) te vernieuwen en verder te doen groeien.

Laten we Hem vragen ons het sacrament van de Eucharistie dieper te doen begrijpen en te waarde­ren.

Laten we regelmatig het sacrament van de Verzoening ontvangen.

Laten de gehuwden zich vaak bij de Heer beroepen op de kracht van hun huwelijks­sakrament : daar heeft de Heer zich samen met hen beiden geëngageerd om van die verbintenis iets moois te maken : iets dan hen beiden gelukkig zou maken en waar­door ze ook zouden kunnen getui­gen van Gods liefde voor de mens; opdat ze ook de kracht en wijsheid zouden ontvangen om hun kinderen te begelei­den.  Als we een wijdingssacrament ontvangen hebben is het ook goed de Heer te vragen dat sacra­ment telkens weer actief te laten worden in onze pastorale activiteiten, dat we eindelijk ophou­den vanuit eigen inspiratie en inzichten en kracht te werken.

De ziekenzalving heeft dan weer haar eigen genade om Jezus’ reddende invloed te ondergaan.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



28  Het sacrament van de broeder (naastenliefde)

Men spreekt soms van een 8ste sacrament, waarin we Jezus ontmoeten : het sa­crament van de broeder : wat gij aan de geringste van mijn broeders hebt gedaan, dat hebt ge aan mij gedaan.  Dit sacrament van de broer of zus omvat : het me­dedo­gen met mensen, de aandacht voor de zieke, de lijdende, de mens met problemen… Het lijstje is zeer divers en omvattend. In die geringste van zijn broeders en zusters ont­moet je Jezus.  Dààr kun je Hem dienen en Hem jouw liefde bewijzen.  Naast het liefdevol gebed in aanbidding en dankbaarheid is dat de helft van de spiritualiteit van de Missionarissen van Naasten­liefde van Moe­der Teresa van Calcutta.

Dit betekent dat we grote aandacht moeten hebben voor de nood en het heil van onze medemensen. Dat vraagt inspanning en voortdurend gebed dat de Heer u zou tonen waar Hij u hebben wil.

Wat we bij deze aandacht voor onze ‘broeders’ en ’zusters’ nooit mogen vergeten is het gebed en de  bezorgdheid voor hun geestelijk leven. Maar hierin een grote bescheidenheid en respect aan de dag leggen. Ik heb u al uitgenodigd om dagelijks voor je zussen en broers te bidden, betrek veel andere mensen in je voorbedegebed. Het is de mooiste dienst die je aan elkaar en anderen kunt bewijzen.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



29 Thuis in de Kerk

Is de katholieke Pinkstervernieuwing een aparte beweging in de katholieke Kerk ?  De vernieu­wing is een genade die veel christenen mogen meemaken, ook buiten de ka­tholieke kerk; het is een grote vernieuwingsgenade, maar katholieke christenen moe­ten zich niet afscheiden van de grote kerk, de wereldkerk.

Die genade die ze vanuit de vernieuwingsstroom van de heilige Geest ontvangen heb­ben, heb­ben ze gekregen om er iets van door te geven, in alle nederigheid.  Cha­ris­ma­tische christenen zijn mensen die zich ook gaan inzetten op hun parochie, in aller­lei verenigingen, zelfs in de so­ciale en politieke verenigingen. En die zich in naam van de Kerk wijden aan de lofprijzing

Anderzijds moeten we wijs zijn : om in dat charismatische leven te groeien hebben we contact nodig met andere charismatische christenen.  We mogen ons dus niet zo laten opslorpen door alles en nog was, door zoveel goede dingen, dat we niet meer de tijd hebben tot gebed, tot contact met charismatische zussen en broers, geen tijd meer voor onze gebedsgroep of onze gemeenschap.  Geen tijd om deel te nemen aan dagen van Gebed om genezing en Bevrijding, aan Open dagen, aan Pinsterviering enz.

Het is nochtans vanuit die sterkte dat we juist vruchtbaar kunnen zijn voor ande­ren.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



Aswoensdag

Korte bezinning: Aswoensdag is een dag en de vasten is een tijd om ons leven op de weegschaal teleggen, om ons af te vragen waar we goed en ook vooral waar we slecht bezig zijn. Waar we te veel aan vasthangen, aan verslingerd zijn en waar we nog te weinig ‘met God voor ogen’ leven.. Met God voor ogen! Niet een god die alles goed  vindt en ons maar voort laat modderen, niet een god die streng en onverbiddelijk vooral let waar we minder goed handelen… Nee, een barmhartige God die altijd gereed is zich over ons te ontfermen, maar die ons ook voortdurend de weg naar het leven wijst. Daarom moeten wij met onszelf ook wat compassie tonen en ons afvragen waar we op een verkeerd spoor zitten, waar we al te zeer vastzitten aan het al te materiële, en waar we ons meer zouden moeten toeleggen op de weg die Jezus ons gewezen heeft: een weg van nederigheid, een weg van aandacht voor onze medemens, een weg van nauwer letten op het woord van de Heer en tijd maken voor de Heer… Aswoensdag en de Veertigdagentijd, gelegenheden om te groeien in toewijding aan God, in toewijding aan onze medemensen zodat we tegelijkertijd leven in de richting van Gods droom over ons leven. (Ben Van Vossel 2016)


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



30 Bezinning en actie

We moeten komen tot een goed evenwicht tussen gebed en inzet. Geen overdreven activiteit, activisme; we gaan dan denken dat WIJ het werk moeten doen, dat we alles moe­ten aannemen wat men ons voorstelt of aanbiedt...  Ik ben ervan overtuigd dat dit niet van de Heer is.  We moeten in nederigheid en wijsheid datgene doen (en dat mee dur­ven laten onderscheiden door andere zussen en broers), datgene doen wat de Heer echt van ons vraagt.

Wij moeten ons niet ‘doodwerken’ voor de Heer (waarbij we dan zelf kiezen wat we gaan doen), wij moeten ‘gewoon het werk doen’ dat de Heer van ons vraagt.  Soms zal dat veel zijn, soms minder, en soms zal Hij ons zelfs wat op een ran­geerspoor zetten, en soms zelf op een schijn­baar dood spoor, alsof Hij ons vergeten is (in tijden van ziekte, als we ouder worden, of wat overwerkt, of in een zending of op­dracht die we niet zo graag doen of onbelangrijk vinden)...  Het werk van de Heer doen, niet minder, maar ook niet meer; niet meer en ook niet minder.  Met de hulp van Gods Geest. Actie en contemplatie zoals men in Taizé zegt, kerken en werken zoals de Begijntjes zeiden, ora et labora zoals Benedictus zei.



Ondertussen moeten we in alle dankbaarheid houden van de Kerk, Jezus’Lichaam, langs wie Hij ons zoveel geeft : de kennis van zijn Naam, zijn sacramenten, zijn woord, voor ons gebroken; richting naar de waarheid, ook de waarheid van leven...  Laten we dankbaar zijn om de mensen die zich in die kerk voor het volk van God in­zetten en houden wij ons ver van kritiek die niet echt opbouwt, maar alleen maar af­breekt en door die venijnige afbraak het merg, de energie uit de Kerk haalt, waaraan ze nochtans zo'n nood had om sterk te kunnen evangeliseren.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



31 Het gewone gezwoeg

Soms ontmoet ik charismatische christenen die op een gegeven ogenblik echt en­thousiaste mensen waren, maar die stilaan uitgeblust geraken; de vernieuwing zeg­gen ze vaarwel en ze worden weer "gewone" christenen, "gewoon" in de negatieve zin van het woord : christenen waar niets meer van uitgaat.  Wat is er gebeurd ?

Hun huis lijkt op zand gebouwd te zijn.  Een thema waarover Jezus het ook heeft als Hij spreekt over het woord Gods : je moet het aanhoren, O.K., maar het ook doen !

Ik heb reeds enige elementen aangegeven die u helpen om op de rots te bouwen : met Jezus blijf je verbonden door trouw gebed en lofprijzing, door contact en bezin­ning én de praktijk van Gods woord, contact met andere charismatische christenen; toewijding aan Maria, praktijk van de sacramenten.  

Ik wil jullie nog naar iets wijzen, waar Gods woord ons, langsheen het evangelie én het kerkelijk onderricht ook naar verwijst, nl. de deugdbeoefening.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



32 Deugdbeoefening

Je zal mij misschien zeggen : dat klinkt niet charismatisch !

Deugdbeoefening, dat is teveel iets van onszelf, dat is ons werk; charismatisch leven, dat is de Geest aan het werk laten, je laten doen door de Geest.  Natuurlijk heb je ge­lijk.  Maar Paulus zegt ook : leg de oude mens af, bekleed u met de nieuwe mens...  Als je leeft door de Geest, moet je ook leven volgens de geest...  In de Efesiërsbrief klinkt het zo :

EF.4:30-5:1 "Ik vraag u met aandrang : leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangen hebt...  Wilt Gods heilige Geest niet bedroe­ven: gij zijt met zijn zegel gewaarmerkt voor de dag der verlossing. 31 Wrok, gramschap, toorn, ge­schreeuw en gevloek, kortom alle boosaardig­heid moet bij u verdwijnen. 32 Weest goed voor elkaar en hartelijk (niet ha-telijk !). Vergeeft el­kaar zoals God u vergeven heeft in Christus. 5:1 Weest na­volgers van God, zoals geliefde kinderen past. 2 Leidt een le­ven van liefde naar het voorbeeld van Chris­tus, die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd als offergave en slachtoffer, God tot een lieflijke geur."

Charismatische christenen rekenen tenvolle op God, maar spannen zichzelf in om zo­veel moge­lijk hun God en Vader te behagen en na te volgen, te gelijken op hun Heer en Heiland en de Geest in te volgen.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD



33 Persoonlijke begeleiding

Ik wil jullie tot slot nog een middeltje aanraden : de persoonlijke begeleiding.  Wij mis­leiden ons­zelf zo gemakkelijk.  Het is dan belangrijk dat we af en toe, samen met ie­mand anders onder­scheiden wat de Heer van ons verlangt, hoe we ons leven verder moeten inrichten; tot welke stappen de Heer ons uitnodigt.  Heel de geschiedenis van het godgewijde leven getuigt ons van de noodzaak van die persoonlijke begeleiding; het zou getuigen van hoogmoed en zelfverblin­ding te menen dat wij zonder die bege­leiding voortkunnen.  Ik hoorde iemand uit de Vernieuwing eens zeggen : de Heer is mijn leidsman.  Dat is nogal wiedes.  Heel bijbels trouwens.  Wij heb­ben allen de Heer als Leidsman en Herder.  Het is nog maar een vraag hoe de Heer ons leidt.  Bij die lei­ding, of begeleiding wil de Heer duidelijk ook zussen en broers gebruiken.  Laten wij onszelf dus niets wijsmaken en bidden wij om de genade van een goede begelei­der voor ons geestelijk leven.  Dat hoeft niet noodzakelijk een priester te zijn, wel ie­mand die zelf ook de ne­derigheid heeft begeleiding te aanvaarden en die al enige ervaring heeft op het vlak van het geestelijk leven; het belangrijkste is trouwens dat het een bid­der is die samen met jou bidt om licht en kracht; dan zal de Heer af en toe wel duidelij­ke tips geven voor je verdere leven.


NAAR TOP   -  NAAR INHOUD




1   De Heer in ons midden

2   Zoon van God (1)

3   Zoon van God (2)

4   De Geest brengt ons samen.

5   Het Koninkrijk van God (Gods liefde)

6   Jezus’ Koninkrijk binnentreden

7   Jezus zendt de Heilige Geest

8   Vrij om Gods Geest te ontvangen

9   Werking vd H. Geest

10 De Geest vormt ons naar Jezus’ beeld

11 Jezus, Gestorven en verrezen !

12 De Lofprijzing

13 Tongentaal (1)

14 Tongengebed (2)

15 Het Woord onthalen (1)

16 Het woord onthalen (2)

17 Ons antwoord op het woord

18 Commentaar-profetisch woord-getuig

18


Hulpmiddelen tot contact met Jezus :

19 Het persoonlijk gebed

20 Leven-met-Jezus

21 Het woord van God

22 De Gebedsbijeenkomst

23 Diensten

24 Leven met Jezus (2)

25 Leven met Jezus (3)

26 Maria

27 Sacramenten
28 Sacrament van de ‘broeder’

29 Thuis in de Kerk

30 Bezinning en actie

31 Het gewone gezwoeg

32 Deugdbeoefening
33 Persoonlijke begeleiding