GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

 Ik ben het Licht van de wereld (Joh.8,12)


   

- Ik ben het Licht van de wereld (Joh.8,12)

Opnieuw richtte Jezus het woord tot hen en sprak:

'Ik ben het licht van de wereld.

Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis,

maar zal het licht van het leven bezitten. '

Om dit woord stevig tot ons te laten spreken moeten we onszelf een didactisch middel aan de hand doen. Licht uit ! En in het volle duister je weg trachten te vinden, zonder ergens tegenaan te lopen ! Mensen die stilaan of plots blind werden zouden ervan kunnen getuigen… Al in een bioscoopzaal de verlichting plots uitvalt en er nog niet geprojecteerd wordt, is dat toch even een lichte paniek…  Ik herinner me nog een korte tocht in het Trappistendomein van Orval, een korte tocht naar een kapel ergens verderop voor een biechtviering. In de jongerengroep waren maar enkele zaklampen mee. Het was een ruwe tocht, op en neer, langs nauwelijks gebaande paden. Een paar keer moest de pater Trappist me bij de arm grijpen om me op de juiste weg te helpen… Wandelen in het donker. Leven in het donker…

Leven in het donker. Jezus kende die vergelijking uit de Bijbel, en ook zijn toehoorders kenden dat. Een tekst uit het toen geliefde boek van de profeet Jesaja; een tekst die we in de Adventstijd ook beluisteren :

JES.9,1 Het volk dat ronddwaalt in het donker,

ziet dan een helder licht,

over hen die wonen in een land vol duisternis

gaat dan een stralend licht op.

God belooft licht in het duister, door de geboorte van een koningskind dat het volk weer zal leiden als een goede herder. Als dit in het Oude Testament wellicht begrepen werd al de geboorte van een koningskind dat et volk zal leiden… in het Nieuw Testament zag men daar eerder de belofte in van een Messias die als een ideale koning en profeet het volk op de goede weg gaat zetten en een tijd van voorspoed voor allen gaat meebrengen.

In dat licht krijgen de woorden van Jezus natuurlijk een Mesiaanse dimensie: Ik ben het Licht van de wereld…  

Is er in de wereld dan geen licht? Zit de wereld in het donker? Zitten wij in het donker? Leven wij in een land vol duisternis? Is het zonder Christus potdonker?


Zonder God, zonder Christus is er geen licht, verliest alles zijn zin… Maar ik zou toch willen relativeren. Ook als wij van God verwijderd leven, is God niet dood en zijn wij niet buiten God. Want dan zouden wij “niet meer zijn”, niet meer bestaan. Je zal het misschien wat bij het haar gegrepen voelen als ik hier de verwijdering van Adam en Eva uit het paradijs even naar voor schuif… Ze waren in opstand gekomen tegen God, misleid door de slang, de aartsopstandige. Ze voelden zich gedrongen om zich te bekleden met vijgenbladeren om hun naaktheid te bedekken (het originele ideaal was beklad) maar vooraleer ze uit het paradijs verjaagd worden voel je zo aan dat God hen niet aan hun lot overlaat, ze vallen niet buiten zijn liefde zelfs al zijn ze in opstand gekomen. Dit beluister ik in dit kleine detail:

GEN.3,21 En Jahwe God maakte kleren van huiden voor de mens en zijn vrouw en Hij deed hun die aan.

Je hoort het: buiten Gods paradijs gejaagd en toch omgeven met Gods liefde.

Zo weet ik Gods Geest ook aanwezig in heel de wereld, in alle tijden, bij alle volkeren… En overal zijn er dan ook sprankels licht te vinden. Ook bij de ongelovigen in onze eigen tijd… Bij de zoekers, de denkers, bijd e mensen van goede wil, die God niet kennen, die nooit over Jezus gehoord hebben…

Maar God is overal aanwezig, Gods Geest is overal aan het werk en Gods Woord, Gods Zoon heeft met al het bestaande te maken:

KOL.1,12 Zegt met blijdschap dank aan de Vader, die u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen in het licht. KOL.1,13 Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon, KOL.1,14 in wie onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn. KOL.1,15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping. KOL.1,16 Want in Hem is alles geschapen, in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. KOL.1,17 Hij bestaat voor alles en alles bestaat in Hem. KOL.1,18 Hij is ook het hoofd van het lichaam dat de kerk is. Hij is de oorsprong, de eerste die van de dood is opgestaan, om in alles de eerste te zijn, Hij alleen. KOL.1,19 Want in Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid, KOL.1,20 om door Hem het heelal met zich te verzoenen. en vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten, om alles in de hemelen en op de aarde te verzoenen, door Hem alleen. KOL.1,21 Ook gij waart eertijds van God vervreemd en Hem vijandig gezind en uw daden waren slecht. KOL.1,22 Maar thans heeft God u met zich verzoend in Christus' sterfelijk lichaam, door zijn dood, want Hij wil dat gij als heilige mensen voor Hem zult verschijnen, zonder smet of blaam.

Een tekst die je niet zomaar in je krant zou kunnen publiceren; men zou menen dat je op je hoofd bent gevallen.

De christen die dit neerschreef wil gewoon zeggen dat alles met Jezus heeft te maken, dat het dankzij Hem is dat God ons niet laat vallen en zijn plan van heil met de mens zal uitvoeren…


Maar dan is God zich duidelijker beginnen openbaren aan een klein nomadenvolk, temidden van heidense volkeren, ‘afgodendienaars’ zoals wij dat noemen. De ene God openbaart zich aan Abram, het land van Chaldea. Abraham krijgt de opdracht weg te trekken uit zijn heidense omgeving en stamvader te worden van een volk dat gelooft in de ene God. En aan dat volk openbaart God zich, stilaan duidelijker doorheen leiders zoals Mozes vooral, en in bepaalde tijden door profeten… en zo zien we stilaan de Bijbel ontstaan: het Boek der boeken… God openbaart zich, God ontsluiert zich en zijn verlangen, God doet zich kennen…

En in de volheid van de tijd wordt een kind geboren dat later van zichzelf zal zeggen: Ik ben het Licht der wereld. Ik kom met de volheid van wat God wil, Ik kom met de volheid van wat God aan mensen wil verrichten…


Zo hebben wij vandaag de keuze om verder in de onvolledigheid van de Openbaring te blijven staan. Of te blijven staan bij het “weten” waar het licht is maar niet in het volle licht gaan staan. Niet echt Jezus volgen. Niet echt leven in het licht dat Hij gebracht heeft… Dan hebben ij het licht niet echt in ons, dan zal ons leven ook niet echt getuigend zijn, of minder sterk… Het is kiezen voor Jezus, elke dag en elk moment… Kleine stappen zetten in het licht.

Jezus zegt u ook vandaag:

Ik ben het licht van de wereld.

Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis,

maar zal het licht van het leven bezitten. '


Ben Van Vossel

21/11/2013