GELOOF en LEVEN
JAAR VAN HET GEBED
Ben Van Vossel
Kefas op zijn best: de pastorale bezorgdheid van onze bisschoppen
Paul Van den Berghe, bisschop van Antwerpen en voorzitter van de Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg (ICLZ), stelt de vraag: Waarom een “Jaar van het gebed”? En hij antwoordt:
-
-
-
Broers en zussen, meer dan totnogtoe valt mij de pastorale bezorgdheid van de bisschoppen op. Het heeft mij vooral getroffen naar aanleiding van de Wereldjongerendagen hoe zij echt bij hun mensen waren en zich totaal hebben ingezet bij de catechese, de verkondiging en het toedienen van de sacramenten. En nu valt het me weer op hoe sterk de bisschoppen en hun medewerkers zich inspannen om van het “Jaar van het Gebed” iets sterks te maken. De startavonden in de verschillende bisdommen waren er aan gewijd, de bisschoppen gaven reeds de brochure uit: “Heer, Leer ons bidden” en daarna de inleiding op de brochure “Handreiking om te bidden in gemeenschap” en verscheidene bisschoppen schreven er een brief of artikel over. Dat de bisschoppen dit jaar heel belangrijk vinden mag blijken uit volgende inleidende woorden uit de ‘Handreiking’:
"Als een Kerk bidt, is ze gezond: ze heeft zuurstof in de longen. Maar als het gebed stolt in de Kerk of in een gemeenschap, komen ze in ademnood en worden ze verlamd: ze kunnen niets meer doen. De diaconie gaat haperen, de verkondiging wordt krachteloos en de liturgie wordt leeg en arm". "Dit 'Jaar van het Gebed' is de bekroning van de drie voorgaande pastorale jaren -
God als reële aanwezigheid beleven: gebed als uiting van geloof
“Het gebed is de ademhaling van de ziel”, zei Sint Augustinus. “Gebed is spreken met God”, zegt men vaak. En meer contemplatieve personen zullen zeggen: “Gebed is gewoon kijken naar God”, of zoals een psalm zegt: “Wanneer ik ’s nachts aan U denk, houd ik U stil in gedachten”. In al die omschrijvingen steekt echter een fundamentele voorwaarde: Dat we God zien als een reële aanwezigheid, als levende Persoon, dat we met God echt rekening houden, en dat wij in ons leven het mysterie van God dan ook echt laten meespelen.
Dit heeft ernstige consequenties, ingrijpende voorwaarden en gevolgen.
In onze leefregel wordt sterke nadruk gelegd op het gebed. Het gebed blijft echter een moeilijke opgave, een engagement dat ons zwaar lijkt en zwaar valt wanneer we niet dat mysterie van God als reële aanwezigheid beleven. Anderzijds blijft God een verre en wat wazige realiteit, als we zijn aanwezigheid niet cultiveren door een regelmatig gebed waar we met ons hart bij zijn. Ik zeg hier klaar en duidelijk: als uw geloof levend is, zul je dat uitdrukken in trouw gebed (zeker, naar mededogen en evangelisatie), en als uw gebed levend is, zal je geloof ook groeien en sterker worden, zal uw mededogen toenemen, zal uw getuigenis, uw evangelisatie innerlijke stuwkracht ondervinden.
Dit paragraafje was een uitnodiging om God als reële aanwezigheid te beleven. Als we ons gebed verwaarlozen zal dit vaak een uiting zijn van een zwak geloof, van een gebrek aan liefde tegenover Hem die ons draagt, die onze oorsprong en bestemming is.
Het gebed als versterking van het geloof
Immers, hoe gaat die relatie met God groeien als er niet regelmatig contact is met Hem?
Bisschop Paul Van den Berghe vat het in alle scherpte samen in een paar zinnen als voorzitter van het ICLZ: “Bidden vraagt geloof … Maar omgekeerd wordt het geloof ook geboren uit het bidden. Zonder gebed is geloof in God eigenlijk niet denkbaar. Hoe zouden we geloven in Gods vaderlijke voorzienigheid, als we niets zouden willen of durven vragen? Hoe zouden we geloven in een Schepper van alles wat bestaat en leeft, als we niet meer zouden danken en loven, of zijn zegen vragen bij de grote en kleine momenten van het leven?”
Voor onszelf en ons geloof, vrienden, is het gebed dus zeer belangrijk. Het versterkt ons geloof. Bij de inleidingen tot het charismatisch bidden zeggen we meestal ook hoe belangrijk het luidop bidden is, ook als we alleen zijn. Dat is immers zeer compromitterend. Je zit daar tegen iemand te praten, maar als die Iemand nu eens niet bestaat, of daar niet is, dan is dat gebed louter een hersenspinsel, een begoocheling. Door toch te bidden en zelfs voor jezelf hoorbaar, druk je je geloof uit, maar groeit je geloof ook, groeit je relatie met God, met de geestelijke wereld.
Bidden is leven
Je leeft maar echt, je leven is maar nuttig wanneer je iets doet, zegt men. Wellicht is dat waar, al zal je daar toch enkele zaken moeten bij insluiten, nl. het nog ongeboren leven, het nog of reeds onbewuste leven, het schijnbaar weinig actieve bestaan van zieken, bejaarden… en contemplatieven.
Deze contemplatieven zul je vast niet horen zeggen dat hun contemplatieve leven geen echt leven is. Integendeel, zij zullen zeggen dat hun koorgebed en hun persoonlijk gebed juist een heel sterke vorm van leven is, naast het broederlijk of zusterlijk samenleven.
Gebed moet te maken hebben met het leven. Maar gebed is zelf ook echt leven.
Als ik mensen uitnodig tot een expliciete gebedstijd, heb ik wel eens als antwoord gekregen: “Ik heb geen bepaalde gebedstijd, ik zie heel mijn leven als een gebed”. Ik vind dat natuurlijk fantastisch, maar we moeten echt geloven dat het expliciete gebed geen verloren tijd is, maar echt leven, zelfs het hoogste leven, namelijk als verwijlen in Gods aanwezigheid. En het is dan natuurlijk te hopen dat van daaruit het gewone leven mag doordesemd worden van die aanwezigheid van God.
Ons laten leiden door Jezus en de Kerk
De spirituele ommeslag die we volgens sommigen beleven in sommige westerse landen, is toch nog maar heel wazig. En de bezinningsgroepen en gebedsgroepen die er zijn moeten zich ook wat afstemmen op het bidden van Jezus en van de Kerk. Dit betekent niet dat we heel de tijd door Onze Vaders moeten bidden, maar wel bidden in de Geest van het Onze Vader. Dan zullen we ook zorgen dat het gebed geen alibi wordt om ons aan onze dagelijkse taak te onttrekken. Wij moeten in ons smeekgebed niet enkel vertrouwen uitdrukken, maar ook uitdrukken dat God niet verplicht is ons te verhoren en wel op onze manier, maar dat zijn wil zou gebeuren.
Ons laten leiden door de Kerk zal o.m. betekenen dat wij ons niet gaan onttrekken aan het grote gebed dat de Eucharistieviering is.
De “Handreiking” bevat toelichting en werkmateriaal rond zes verschillende soorten gebedsdiensten: Eucharistische aanbidding, bidden met Psalmen, bidden met de Schrift (de 'lectio divina'), het Taizé-
1 Eucharistische aanbidding
deze vorm van gebed hebben we van bij het begin van de Gemeenschap sterk beleefd: we kijken op naar de Heer, naar zijn totale gave en zijn liefde tot het uiterste in zijn kruisdood, zijn aanwezigheid als de verrezen Heer, zijn sterke aanwezigheid in dat heilig sacrament, zijn blijvende voorspraak bij de Vader. De intentie waarmee we in aanbidding gingen: een gezinsdag, het wel en wee van de Gemeenschap en de Kerk, een of andere evangelisatieaktiviteit, leggen we voor de Heer neer en voor de rest trachten we met ons hart bij Hem te zijn. Hij zal voor de rest wel zorgen. In de leefregel van de Gemeenschap staat in verband met de aanbidding: “Wij beschouwen deze eucharistische aanbidding als de bron voor de vruchtbaarheid van onze inzet.
2 bidden met Psalmen
In de psalmen horen we hoe de gelovige Joodse mens bad, hoe Jezus bad, de woorden die Hij vaak gebruikte en Maria en de eerste Kerkgemeenschap. Het zijn gebeden vanuit situaties van vreugde, zorgen, vervolging, verbanning,blijdschap om bij God te komen in zijn heilige tempel of Jeruzalem (we zouden kunnen denken aan het gelovig samen vieren, om de tijd van gebed); in de psalmen horen we het vertrouwen, naast ook verwensingen aan het adres van de vijand, dat kan desnoods voor ons het kwaad zijn, niet de zwakke of slechte mens.
3 bidden met de Schrift (de 'lectio divina'),
Bidden met de Schrift kan in ons persoonlijk gebed vaak voor grote vruchtbaarheid zorgen; hier staat het in de Handreiking voor het bidden in gemeenschap.
In onze charismatische gebedsgroepen wordt er meestal gebeden rond een hoe uit de heilige Schrift. Het typisch charismatische ligt dan in het vertrouwvol vragen aan de heilige Geest dat Hij ons zou leiden naar het woord dat de Heer ons geven wil die avond. Dat woord moet dan echt ernstig genomen worden, men moet er niet te licht overheen stappen, men moet het diep in het hart laten komen, het uitpuren, en het telkens opnieuw in de groep brengen tijdens de samenkomst.
4 het Taizé-
Als 4de vorm van gemeenschappelijk bidden vernoemen de bisschoppen het Taizé-
5 bidden in het gezin
De bisschoppen stellen dan als vijfde vorm van het gemeenschappelijk bidden de gezinsgebed voor.
Milieu de vraag je dan wel af welke vorm dit gebed kan aannemen. Jong en oud moet er zich toch wat in kunnen terugvinden. Wellicht zou het niet slecht zijn dat men begint met een bestaand gebed dat aanspreekt, en dan een korte evangelietekst neemt, misschien de tekst uit de liturgie of uit de doorlopende lezing. Misschien kunnen de ouders een korte maar niet prekerige toepassing geven. En dan wat voorbeden. Een onze Vader en weesgegroet en vraag om de zegen van God zou dit gebed kunnen besluiten. Als er wat muzikaal of zangtalent aanwezig is kan dat ook beginnen en eindigen met een muzikale noot. Van bij ons thuis herinner is me naast heel intense gebedsmomenten dat we af en toe ook de slappe lach kregen tijdens dat gebed. De boog kan niet altijd gespannen zijn.
6 bidden met de rozenkrans.
Van deze laatste vorm van bidden is bekend dat ze na het Tweede Vaticaans Concilie in meer progressieve kringen binnen de Kerk langzaam maar zeker in onbruik geraakt is. "Veel jongeren in de kerk hebben het daarom nog nooit gebeden (...) Paus Joannes Paulus II vond dit zorgwekkend. Hij wou dit gebed graag voor de Kerk behouden. Hij meende dat het bidden van de rozenkrans een krachtig wapen tegen oorlog en onrecht is en promootte het gebed actief", aldus de bisschoppen.
Dit gebed kan een plaats hebben in ons persoonlijk gebedsleven. In het gezinsgebed zul je zelf moeten onderscheiden of het kan of niet. Ik vermoed dat dit misschien wel kan als echtpaar, maar met de kinderen erbij zul je toch echt moeten onderscheiden. Het is niet de bedoeing dat de kinderen een weerzin krijgen van het samen bidden.
In de meimaand en oktobermaand kan het wel eens in de kerk of gebedsgroep of gemeenschap gebeden worden. Voor de gebedsavond bestaat het gevaar dat men eerder met een mariale dan met een charismatische gebedsgroep te maken krijgt.
In de gemeenschap wordt het wel eens gebeden als we met enkelen op weg zijn naar een of andere samenkomst.
Maar nu terug naar het persoonlijk gebed.
Bidden stelt wel eens problemen
Ik kan niet bidden. Ik weet niet wat zeggen. Ik kan geen halfuur daar zomaar zitten. Ik kan vast geen uur bij de Heer blijven zonder zenuwcrisis, want, zeg nu eerlijk: ik zie Hem niet, ik hoor Hem niet, en blijf dan maar eens een uur naar Hem luisteren of met Hem spreken. Dat is gewoon niet te doen.
-
Je kan dan een tekst uit de heilige Schrift vragen of nemen en dat woord tot u laten komen als gericht tot u. Lees en herlees het. Laat het weer diep in je hart komen. Misschien condenseert het zich weer tot een paar woorden, een korte zin… Misschien wekt het een kort gebed of aanroeping of verzuchting… Blijf die herhalen.
Tenslotte bid je ook voor jezelf en voor anderen, voor hun noden, deze van de Kerk, van de wereld, van zoveel machteloze mensen, zovelen die de Heer niet kennen of die het geluk zoeken ver weg van Hem…
En inderdaad, soms kan je alleen maar naar de Heer opkijken met een hart vol verlangen, vol liefde… maar zonder woorden. In elkaars gezelschap, soms kijkend naar elkaar, soms naar de schoonheid van de schepping, de ondergaande zon, soms samen bezorgd voor het heil van de wereld… God knijpt eens in je hand, wees niet bezorgd, wees niet bang maar blijf vertrouwen. Je knijpt God eens in de hand: Ik blijf op Jou vertrouwen. Ik dank je. Je bent groot en verheven, Je bent Liefde…
Alvorens te starten
Het is niet omdat je zou willen bidden dat je ook reeds kan bidden of wat tijd doorbrengen met God.
Er zijn zo van die voor de handliggende voorwaarden. Je moet weten dat God naar jou uitziet, altijd. Je moet in je leven wat stilte inbouwen, bezigheden opzij kunnen zetten, je hobby aan de kant leggen, stoppen met je uren en dagen te vullen met alles en nog wat… Je moet leren niet voortdurend aan God voorbij te lopen, niet voortdurend vergeten dat Hij met jou gaat… Die voortdurend vernieuwde aandacht voor de immer aanwezige God, voor de levende Heer is een geweldige hulp om tot het gebed in te treden.
Schietgebeden, maar ook vooral vaak herhaalde psalmverzen of aanroepingen kunnen je op het gebed voorbereiden, ze brengen je thuis bij God.
Belangrijk is ook dat we ons inspannen en om Gods genade bidden wanneer ons hart (onze gevoelens, ons geheugen) te zeer in beslag is genomen door bepaalde zorgen of door negatieve gevoelens of wrok naar mensen toe. Die zorgen willen we telkens weer bij de Heer brengen en voor die negatieve gevoelens vragen we vergeving en we bidden om de genade van vergeving en verzoening.
Het charismatisch bidden
Onze gemeenschap is gegroeid vanuit een charismatische gebedsgroep en wil zich ook vandaag situeren binnen de stroming van de katholieke charismatische vernieuwing.
Een charismatisch christen is niet iemand die al de andere christenen maar zo en zo vindt, mensen die iets heel bijzonders ontberen. De charismatische vernieuwing is een bepaalde stroming in de Kerk, waarin de aanroeping van de H. Geest een belangrijke plaats inneemt. Men wil zich op sterke wijze stellen onder de leiding van de heilige Geest. Men verwacht van Hem dat Hij Jezus volk doet groeien in lofprijzing, in sterk bewustzijn en beleving van de levende aanwezigheid van de verrezen Heer en groei in de persoonlijke relatie met Hem. In de spontaneïteit van het gezamenlijk gebed, de broederlijke liefde en de vreugde wil de H. Geest tonen dat Hij Jezus volk tot leven wekt. De liefde voor de Kerk als volk van God rond Jezus en de veelvormige en creatieve evangelisatie zijn andere uitingen van de werking van Gods Geest.
Het gebed van de afzonderlijke christen en het gezamenlijk gebed zal dus altijd beroep doen op de bijstand van de heilige Geest, het vertrouwvol vragen om een woord (de levende Heer blijft zijn volk leiden), een groeiend bewustzijn van Jezus aanwezigheid. Dit charismatische bidden zal ook leiden tot openheid voor kerkvorming in het groot en het klein, tot mededogen en tot evangelisatie. Dat zijn toetstenen van het echte gebed in de Geest.
Het is duidelijk dat de sfeer waarmee men het gezamenlijk gebed begint haar belang heeft: persoonlijk gebed vooraf in de loop van de dag, een onthaal in de Heer (niet louter menselijk) en de vreugde om samen te kunnen bidden (dit veronderstelt ook dat men op een gegeven ogenblik het praten staakt om zich samen in het gebed te begeven; soms was ons praten eerder een gebabbel, zonder relatie tot onze gemeenschappelijke relatie met de Heer).
In ons persoonlijk en gemeenschappelijk charismatisch bidden stellen wij ons ook open voor de tongentaal, niet als een magische of een geheimtaal, maar als een kinderlijke openheid voor het ademen van Gods Geest; dit kleinste van de geestelijke gaven opent ons voor de werking van God in ons leven en ons samen bidden.
Inhoud van de brochure ‘Heer, leer ons bidden’
De brochure over het Jaar van het Gebed ‘Heer, leer ons bidden’, is eigenlijk een zeer goed hulpmiddel dat ons op weg kan helpen en begeleiden wanneer wij de beslissing nemen om te groeien in de geest van gebed. 5 hoofdstukken bevat ze.
Heel invoelend begint ze met ‘Bidden in onze moderne tijd: we verlangen wel te bidden, maar onze cultuur is niet steeds bevorderend voor het gebed, o.m. de grote rol die aan het verstand wordt toegekend en de overwaardering van het actieve bezigzijn. Ik ben maar nuttig voor zover ik presteer. Dat laatste leefde ook vaak zo in de kerk, terwijl het Blijde Nieuws op de eerste plaats verkondigt wat er aan ons werd gedaan, nl. Gods heilswerk tot op vandaag. En het geloof heeft op de eerste plaats te maken met een persoon, de Levende Heer Jezus Christus, en niet met waarden. Vanuit de persoonlijke relatie met God zal ook ons leven bepaalde veranderingen ondergaan.
In de Kerk zetten zeer velen zich in. Maar dat we samen het volk van God uitmaken – ik citeer letterlijk – blijkt niet allereerst uit wat we doen, maar uit wat er aan ons werd gedaan. Die blijde ontdekking is onmogelijk zonder gebed. De drukte en het organiseren beneemt ons wel eens de tijd om te bidden.
De bisschoppen schrijven zelfs dat zijzelf ook moeten opletten om niet enkel functionarissen te zijn maar mensen die verwijzen naar Christus. In de kerk en de wereld kunnen wij oneindig meer betekenen dan wat wij zelf tot stand brengen: door het gebed geven we ruimte aan ‘Hem die bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij kunnen vragen of bedenken’ (Ef. 3,20).
Bidden, iets anders dan bezinning
We moeten wel opletten dat we bezinning niet verwarren met gebed. ‘Meneer, ik heb een mooi gebed gevonden’. Vaak gaat het dan over – inderdaad – een mooie bezinningstekst. Als die dan al over God gaat, zit je al in de goede richting, maar gebed is fundamenteel gericht tot God, en niet een tekst ‘over’ God.’Ik sta voor de deur en ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen, en we zullen met elkaar aan tafel gaan’ (Apoc. 3,20).
Gebed is dus bovendien geen contact met ergens een kosmische kracht, een energie, maar met een persoon, uit wie alles voortkomt en voor wie wij bestemd zijn’. (1 Kor. 8,5-
II In de leer bij bijbelse bidders
In die zin kunnen we leren van Abraham, die rondtrekkende arameeër, die Gods stem hoorde, leerde luisteren en spreken met die persoonlijke God.
Mozes werd door het gebed tot een vertrouweling van God. Zijn gebed bleef altijd heel menselijk. De ‘verhevene’ vond het niet beneden zijn waadigheid om zich neer te buiten tot de ‘geringe’.Zo groot is God, die zelfs een verbond sluit met mensen. Dit verbond viert het volk op sabbat, een vrije dag van feest, herbronning en gebed. Maar eigenlijk moet elke dag doordesemd zijn van dat verbond met God: men moet met God door het leven gaan, zoals wij steeds voor Gods ogen leven.
In de profeet Elia zien we hoe vurig een mens tot God kan bidden vanuit zijn vertrouwen, maar je kunt God niets afdwingen; geloof is geen magie, je kan God niet naar je hand zetten door rituelen en zelfs niet door gebed.
Pleidooi voor bijbelse gebeden
De bisschoppen nodigen ons uit om de psalmen meer ter hand te nemen en bv. bij het begin van een bijeenkomst een pslm te bidden, een van die 150 gebeden uit heel oude tijd en uit een andere cultuur, of een van de 85 andere gebeden die in de Schrift liggen gezaaid als mooie parels van Godsvrucht.
Op zoek naar een thuis
Het gebed is wekelijk thuiskomen bij God,je zou het gebed dan ook Gods woning onder de mensen kunnen noemen. Je kan er vrij praten, je kan er zomaar vertoeven en je leert er rusten aan Gods hart, zijn verlangen en zijn plannen worden de onze. Zo leven we vanuit zijn verbond. Gebed en leven moeten op elkaar aansluiten.
III JEZUS DE VEELGELIEFDE
Onze onmacht om te bidden
Sommigen van ons kunnen goed bidden. Voor anderen is vormt het een probleem. We mogen in de leer gaan bij Hem aan Wie God zich helemaal heeft doen kennen, Hij die zonder voorbehoud naar de Vader heeft geluisterd: Jezus. Hem vragen wij: Heer, leer ons bidden.
Jezus’ Ja-
Jezus heeft radikaal Ja gezegd aan de Vader.
Hij stond volledig open voor Gods verlangen. Als moderne mensen willen wij vaak onze vrijheid niet opgeven en we zien niet in hoe de keuze voor Gods verlangen in feite onze grootste vrijheid is. Gods verlangen, Gods wil heeft niet te maken met willekeur (wat in de Islam wel eens het geval is): het gaat in feite over wat vreugde brengt voor ons en voor God.
Het gebed van de Geliefde Zoon
Jezus hunkert niet enkel naar Gods liefde, Hij wordt er ook het levende teken van.
In het gebed leren we God kennen. En door rond Jezus samen te leven ervaren we dat God liefde is en dat onze mensenliefde in zijn liefde deelt. (Joh. 15,12).
Jezus’ gebed van overgave
Jezus werd verworpen door de mensen. Toch blijft Jezus op God vertrouwen. Vader, in uw handen beveel ik mijn geest (Lk 23,46; Psalm 31,6).
En zijn hele leven staat in dienst van de mensheid: Dit is mijn Lichaam; Het wordt voor jullie gegeven (Lk 22,19; Mk 14,24).
In zijn geest thuiskomen bij God.
God laat zijn Zoon niet in de steek. En stilaan gaan de leerlingen geloven in de verrijzenis van Jezus. En de Geest doet hen groeien tot een gemeenschap van geest en hart. Jezus noemt hen ‘mijn broeders en alen hebben wij de Geest van kindschap ontvangen die ons doet uitroepen : Abba, Vader.
God danken doen we vooral in de Eucharistie, waarbij Jezus de echte voorganger is; daarom trekt de priester een ambtsgewaad aan.
IV OP DE ADEM VAN HET LEVEN.
Over aandacht (het voorportaal van het gebed) en stilte.
Over (leren) luisteren met het hart
Over danken
Over loven: het goede van God beamen en je aan God toevertrouwen.
Over smeken (om zoveel zaken in onze huidige wereld) en zoals Jezus in het Onze Vader
V LEERLING ZIJN, EEN LEVEN LANG (praktisch)
-
-
-