INHOUDSOVERZICHT
24 juli H. Charbel Makhlūf, priester ged.*
De H. Charbel (1828-98), was een rooms-katholieke kloosterling van de Maronitische ritus, priester en kluizenaar in de Bekaa-Kafra, Libanon. Hij wordt door velen gezien als de mannelijke tegenhanger van de Kleine Roos van Lisieux, Thérèse Martin, en als een van de grootste heiligen van onze tijd. He led a hidden life of profound virtue, humble labor and ardent fervor for the Holy Eucharist. Tot voor kort was hij omzeggens onbekend hier in het Westen. Hij leidde een verborgen leven van diepe deugd, nederige arbeid en vurige ijver voor de heilige Eucharistie. He left home at the age of twenty-three to follow the examples of two uncles by entering the monastic life of the Lebanese Maronite Order (a religious order WITHIN the Catholic Maronite Rite that includes most Catholics in Lebanon). Hij verliet zijn thuis toen hij drieëntwintig was en volgde het voorbeeld van twee ooms door in te treden in het monastieke leven van de Libanese maronitische Orde (een religieuze orde die behoort tot de katholieke maronitische Ritus zoals de meeste katholieken in Libanon). He was profoundly devoted to the Holy Rosary and to the Holy Sacrifice of the Mass, which he said daily at 11:00AM. Hij was diep toegewijd aan de Heilige Rozenkrans en aan het Heilig misoffer, dat hij dagelijks vierde om 11 uur. Why so late? Waarom zo laat? Because he knelt before the Blessed Sacrament from midnight the night before (yes, eleven hours!) to prepare for Mass! Omdat hij knielde vóór de H. Sacrament vanaf middernacht (ja, elf uur!) om zich voor te bereiden op de H. Mis! His obedience was absolutely perfect, going even so far as to obey the lay laborers at the monastery. Zijn gehoorzaamheid was absoluut perfect en hij ging daarin zo ver te gehoorzamen aan de lekenarbeiders in het klooster. His fasting and penances were severe. Zijn vasten en boetedoeningen waren streng. He separated himself from the world entirely, from his first entrance to the novitiate. Hij leefde totaal afgescheiden van de wereld zijn geheel, vanaf zijn intrede in het noviciaat. His only contact with the outside world was at the request of his superiors, orders which he followed without question. Zijn enige contact met de buitenwereld gebeurde op verzoek van zijn superieuren, die hij zonder aarzelen opvolgde. His entire life, without the slightest exception, was completely supernatural. Zijn hele leven, zonder enige uitzondering, werd volledig bovennatuurlijke. The stories of his heroic virtues, told by many who knew him, are fascinating enough especially since they take place in a land that Catholics are not much accustomed to thinking of as Catholic–Lebanon. De verhalen van zijn heroïsche deugden, verteld door velen die hem hebben gekend, zijn fascinerend genoeg vooral omdat ze plaatsvinden in een land dat niet veel katholieken gewend om het in te denken als katholiek-Libanon. It is even more interesting as he was a miracle worker in life and in death–the miracles were practically non-stop. Het wordt nog interessanter dat hij een wonderdoener was tijdens zijn leven en na zijn dood ; de wonderen zijn vrijwel non-stop. Pater Charbel suffered a stroke on December 16, 1898, during the Offertory of the Liturgy...the high point of his day–his entire life was an offertory. Charbel kreeg een beroerte op 16 december 1898, tijdens het Offertorium van de Liturgie ... het hoogtepunt van zijn dag. Zijn hele leven was een offer. He was reciting the prayer of the Holy Liturgy of the Maronite Rite: “Father of Truth, behold Your Son, a sacrifice pleasing to You. Hij was toen juist bezig het offertorium te reciteren van de Heilige Liturgie volgens de maronitische Ritus: "Vader van de waarheid, zie Uw Zoon, een offer dat U welgevallig is. Accept this offering of Him who died for me...” As he fell to the floor, he kept his hands safely clasped around the Holy Eucharist. Aanvaard dit offer van Hem, die stierf voor mij ... "
Toen hij op de grond viel, hield hij zijn handen beschermend rond de H. Hostie. His companion, Fr. Zijn metgezel, paterMakarios Al-Mishmeshani the Hermit, and some other monks helped him to his cell, where he continued to repeat that prayer until his death on Christmas Eve, 1898. Makarios Al-Mishmeshani de Kluizenaar, en een aantal andere monniken hielpen hem naar zijn cel, waar hij tot zijn dood op kerstavond 1898 dat gebed bleef herhalen. Vanaf 22 april tot 14 augustus 1950, werden precies 350 wonderen geregistreerd bij zijn graf...20 van de genezenen waren moslims. Velen, velen meer werden geregistreerd toen bleek dat zijn lichaam perfect intact gebleven was (soepele huid, flexibele verbindingen, geen geur) nu meer dan 75 jaar na zijn dood en het scheidt een wonderbaarlijke vloeistof af waardoor een groot aantal kreupele en zieke mensen genezen werden en vele anderen, waaronder moslims zich tot het ware geloof bekeerden. Zijn kist rotte, maar zijn lichaam niet.
We mogen niet blijven stilstaan bij deze wonderbare gebeurtenissen, maar bidden voor de vrede in het Midden-Oosten en speciaal in Libanon, en voor de bekering van niet-gelovigen, intenties die nauw aan het hart lagen van de H. Charbel. (Openingsgebed zie hierna)
24 juli H. Charbel Makhlūf, priester ged.*
openingsgebed
God, Gij hebt de heilige priester Charbel
tot een buitengewoon kluizenaarsleven geroepen
en hem in alle opzichten met vroomheid vervuld.
Wij vragen U:
geef dat wij de Heer in zijn lijden navolgen
en zo deel krijgen aan zijn koninkrijk.
Door onze Heer.
INHOUDSOVERZICHT NAAR TOP