GELOOF en LEVEN
NAAR INHOUDSOVERZICHT NAAR THUISPAGINA
GELOOF EN LEVEN 2013 nr 2
Ontstaan van het Weesgegroet Louis Vercammen CSsR 41
Paus tot christelijke organisaties Kerknet 44
De stem van mijn coach (Christus wil u leiden) Ben Van Vossel 45
God houdt van u (Jezus gaf u alles) Cit. van V. Poucel 47
Geborgen in Gods hart bvv 49
Pinksteren Efrem de Syriër 50
De Kerk beminnen, Petrus eren Cit. R. Lejeune 52
Kerk van de heidenen Joseph Ratzinger (1958) 53
Habemus Papam Wereldnieuws 54
In bekoring Bezinning 55
Boerenkrijg in het Waasland (4) Luc De Brant 57
Jezïeten en Godsdienstonderricht Kerknet 61
Jezus en Kafarnaüm (1) Ben Van Vossel 62
Wonder in Medjugorje p. André Loisy 66
Onderscheiding (7) Naar p. Fr. Van den Eynde s.j. 68
Een Protestant ontdekt Maria (1) (Medjugorje) 69
Lijkwade (5) Bijeengelezen door Ben Van Vossel 72
De twee wegen (2) Naar Romano Guardini 76
Idesbald (4) Dom Nivardus van Hove (1686) 78
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
L. Vercammen cssr
Ontstaan
Het geloofspunt “Maria, de Moeder van God” werd afgekondigd in het concilie van Efese 431. Door woord, geschrift, gezang, liturgie raakte haar glorievolle titel ingeburgerd. Op de Maria-
Het Weesgegroet is ontstaan in etappen. Het eerste deel, de aanroeping van de Moeder Gods, is ontleend aan het Lucasevangelie. Deels aan de begroeting van de engel Gabriël aan Maria : ‘Verheug je, begenadigde, de Heer is met u’; deels aan de verwelkoming door haar nicht Elisabeth : ‘Jij bent de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot’. Eerst gezongen als antifoon bij Mariafeesten, kregen de teksten mettertijd een groeiende bekendheid, zonder dat van een samenhangend gebed sprake was. Vanaf de 12de eeuw wordt de mensheid van Christus van kribbe tot kruis sterk benadrukt samen met de inbreng van zijn Moeder in het heilsmysterie. Toen meteen het bidden van het angelus en de rozenkrans sterk werd aanbevolen, was de bijval van het Weesgegroet niet meer te stuiten. De toevoeging van de namen ‘Maria’ en ‘Jezus’ is geleidelijk gebeurd.
Een mooi voorbeeld van de tussentijdse stand levert het Brabants handschrift (uit 1374) van de Marialegende ‘Beatrijs’. De laatste bladzijde bevat namelijk de toenmalige versies van het Onzevader, het Weesgegroet en het credo in de volkstaal. Hebben een en drie hun normale lengte, het Weesgegroetje vertoont nog de oorspronkelijke korte vorm. Noteer dat de term ‘wuve’ voor ‘vrouw’ toen heel gewoon was zonder enige pejoratieve bijklank.
Dits den ave maria in dietsche:
“ic gruete di maria
gracien vol
onse here metti si
voer alle wuven ghebenedijt si di
die vrucht uwes lichamen
es ghebenedijt.
Amen.”
Het tweede deel van het weesgegroet, de smeekbede tot de Moeder Gods, komt later tot stand. Weliswaar legt een niet controleerbare traditie het in de mond van de Engelse generaal-
uitstraling
Dankzij Google is het mogelijk te vergelijken hoe bepaalde termen klinken in een aantal Europese talen. Wat in Vlaanderen de vrucht van uw lichaam heet, is in Nederland de vrucht van uw schoot, in Zuid-
Zuid-
Noord-
Albanees : Te falemi Meri -
Asturisch : Allégrate Maria -
Catalaans : Déu vos salve Maria -
Corsicaans : Ave Maria -
Deens : Hil dig Maria -
Duits : Gegrüßt seist du Maria -
Engels : Hail Mary -
Esperanto : Saluton Maria -
Ests : Ole tervistatud Maarja -
Fins : Terve Maria -
Frans : Je vous salue Marie -
Galicisch : Ave Maria -
Grieks (fonetisch) : Chaire kecharitomenè Maria -
Hongaars : Üdvözlegy Maria -
Iers : Is é do bheatha a Mhuire -
Italiaans : Ave Maria -
Kroatisch : Zdravo Marijo -
IJslands : Heil sért þu Maria -
Latijn : Ave Maria -
Lets : Krusa Mary -
Litouws : Sveika Marija -
Luxemburgs : Free dech Maria -
Noors : Hill deg Maria -
Occitaans : Te saludi Maria -
Pools : Zdrowa Marja -
Portugees : Ave Maria -
Reto-
Roemeens : Bucur te Marie -
Russisch (fonetisch) : Raduisja Mariya -
Slovaaks : Zdravas’ Mária -
Sloveens : Zdrava Marija -
Spaans : Dios te salve Maria -
Tsjechisch : Zdrávas Maria -
Zweeds : Var hälsad Maria -
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
PAUS ROEPT KERKELIJKE ORGANISATIES OP
OM TROUW TE ZIJN AAN ZICHZELF
KerkNet/Kathpress/Kipa-
Paus Benedictus XVI heeft zaterdag 19 januari, tijdens een ontmoeting met de leden van de Pauselijke Raad Cor Unum, opgeroepen tot een duidelijk christelijk profiel voor de kerkelijke inzet voor de naaste. Tegelijk werden Katholieke organisaties en instellingen aangespoord tot samenwerking met anderen voor de ontwikkeling en bij de bevordering van het welzijn van de mens, maar zij moeten geen projecten steunen die strijdig zijn met het christelijke mensbeeld. “De Kerk moet steeds de mens, in zijn waardigheid als schepsel van God, bevorderen. Christelijke geloofsprincipes moeten de leidraad vormen van de christelijke hulpverlening en bij sociale projecten.”
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
Eindejaar 2012. Het ligt weeral wat maanden achter de rug, de wereld is niet vergaan en volgens een aantal wetenschappers hebben we nu weeral zo’n 75 jaar voor de boeg alvorens vermoedelijk een supernova onze aarde zal doen ontploffen. We zullen het dus niet meer meemaken en men zal dus moeten zoeken om (de bevolking van) onze planeet ergens een andere plaats te bezorgen in het heelal zodat ze het niet al te hard te verduren krijgt. Ik ben niet genoeg thuis in dat soort zaken om hier ook maar enige raad in te geven en voor het technische aspect van de zaak heb ik ook niet zoveel in huis, afgezien van een trekkabel voor mijn auto. Misschien hebben sommige van onze lezers wel een uitstekend idee of aangepaste hulpmiddelen…
Eindejaar 2012 dus voerden ze in het “De Standaard / Weekend” (zoals ieder jaar, vermoedelijk) enige bekende lui op aan wie we ons mogen spiegelen (of juist niet; dat hangt tenslotte af van onze eigen appreciatie). Ik bespaar u die hele lijst. Eigenlijk bleef bij mij dat ene woord hangen van Junior Bauwens, de 24-
Ik laat dit bokserpraatje voor wat het waard is en wil het even hebben over het nieuwe jaar dat we nu enige maanden zijn binnengetreden. Hopelijk ben je nog niet te moe? Een goede coach kan dan wonderen doen. Zo zegt men toch. En je merkt het aan de vele trainerwissels bij de voetbalploegen, men rekent erop dat gewoon het feit van een nieuwe trainer voor een positieve kentering kan zorgen. Natuurlijk, met of zonder coach sta je er in de bokssport nog altijd zelf voor: je moet nog altijd zelf presteren, je moet er zelf invliegen… Maar een coach staat achter je, inspireert je, bemoedigt je, spoort je aan niet op te geven na een mislukking maar te herbeginnen… “Tijdens de kamp hoor ik veel lawaai, maar ik hoor geen enkele afzonderlijke stem, ik hoor alleen mijn coach!”
Naar wiens stem gaan wij luisteren dit jaar?
Onze Coach – ik spreek nu als christen -
Wat zegt Hij u vandaag? Waar spoort Hij u aan? Waar waarschuwt Hij u tegen? Op welk moment vraagt ge Hem om raad, om sterkte… Denk eraan: hij staat niet buiten de ring. Hij woont in u.
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
GOD HOUDT VAN U HEEL PERSOONLIJK
V. POUCEL in Évangile du Pécheur
Een dialoog tussen de gekruisigde Jezus (+) en mij … en ieder van ons (-
+ Van op het kruis keek Ik naar u.
-
+ Ik zag u alleen.
-
+ Die heb ik altijd.
-
+ Van u.
-
+ Met alle doornen.
-
+ Mijn lijden, dat zijt gij.
-
+ U te verliezen.
-
+ U te redden.
-
+ Ik dorst naar u.
-
+ Wees gij mijn overwinning.
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
Passion inutile ?
Zou het dan toch waar zijn
dat Hij bestaat,
dat Hij (er) is?
Zou het dan toch waar zijn
dat ik hier niet zomaar wat rondloop,
beduveld door allerlei betweters
in kunst en media:
verdwaasde dompelaars?
Zou het toch waar zijn
dat ons leven ‘hier beneden’
niet gewoon ‘une passion inutile’ is,
een ademtocht, en weg,
juist maar een lachertje ‘après tout’:
wat verloren gewaaid sterrenstof?
Zou het dan toch waar zijn
wat ik diep in mezelf voel:
dat ik gemaakt ben
door en voor een Liefde
groter dan mezelf
en al wat is?
Een Oorsprong zonder oorsprong,
die er gewoon is …
en Liefde is?
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
Heilige diaken Efrem, de Syriër
Gecit. in: Que l’Esprit soit notre vie p. 29
De apostelen waren daar gezeten, wachtend op de komst van de Geest.
Zij waren daar, als fakkels die wachtten om aangestoken te worden door de Heilige Geest, om de hele schepping te verlichten door hun onderricht…
Zij waren daar, als landbouwers die het zaad droegen in hun opgeplooide mantel, wachtend op het moment waarop ze het bevel zouden ontvangen om te zaaien.
Zij waren daar, als de zeelui waarvan de boot vastligt aan de haven van het bevel van de Zoon en die de windvlaag van de Geest afwachten.
Zij waren daar als herders die zojuist de herdersstaf hebben ontvangen uit de handen van de grote Herder van de hele kudde en die nu wachten tot de schapen hen worden toegewezen.
“En zij begonnen te spreken in verschillende talen naargelang de Geest hen te vertolken gaf.”
O Cenakel, kneedbak waarin de gist werd geworpen die het hele heelal deed gisten!
Cenakel, Moeder van alle Kerken, wonderbare schoot, die de tempels voor het gebed ter wereld bracht!
Cenakel dat het mirakel zag van de (brandende) braamstruik!
Cenakel dat Jeruzalem verbaasde door een nog groter wonder dan dat van de vuuroven waarover de inwoners van Babylon zich verwonderden! Het vuur van de vuuroven verbrandde dezen die er rond stonden, maar beschermde hen die er middenin waren; het vuur van het Cenakel verzamelt wie buiten zijn en die het verlangen te zien terwijl het versterkt wie het ontvangen. O vuur waarvan de komst Woord is, waarvan de stilte Licht is, vuur dat de harten binnenvoert in de dankzegging!
Er verbleven in Jeruzalem vrome mannen, afkomstig uit alle naties onder de hemel, bijeengebracht door de Geest. Zij hoorden spreken in hun eigen taal en zij zegden: “Zijn die mensen geen Galileërs? Hoe spreken ze dan onze taal?... Zij hebben zoete wijn gedronken, zij zijn dronken.” Waarlijk, daar zegt ge de waarheid, maar het is niet zoals jullie geloven. Het is niet de wijn van de wijngaarden die ze gedronken hebben. Het is een nieuwe wijn die uit de hemel neervloeit. Het is een wijn die pas geperst werd op de Golgothaheuvel. De apostelen deden hem drinken en voerden zo de hele schepping dronken. Het is een wijn die geperst werd op het Kruis door de beulen. Wonder dat de Geest verwezenlijkt door zijn komst! De profeet had uitgeroepen: “In deze laatste dagen zal ik mijn Geest uitdelen en zij zullen profeteren.” De Vader heeft beloofd, de Zoon heeft uitgevoerd en de Heilige Geest heeft het vervuld.
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
DE KERK LIEFHEBBEN -
René Lejeune in: ‘Comme l’or passé au feu’. Carl Leisner (1915-
“(Voor de nieuwe evangelisatie van Europa) moeten de christenen van het 3de millennium – over hen gaat het eerst en vooral – de Kerk liefhebben. Haar hartstochtelijk liefhebben, naar het voorbeeld van Carl Leisner. Haar liefhebben omdat zij het lichaam van Christus is, het kanaal van goddelijke genaden. Zij is het die geleidt naar het Koninkrijk. Haar des te vaker liefhebben wanneer haar bedienaars haar misvormen. Op het seminarie heeft Carl geleden onder de wonden die verstarde geestelijken toebrachten aan de bruid van Christus. Wonden die slechts genezen kunnen worden door een sterkere liefde van haar trouw gebleven zonen en dochters. Deze onvoorwaardelijke liefde voor de Kerk is voor iedere katholiek onafscheidbaar van een genegen gehoorzaamheid aan het Magisterium van Petrus. Hij is het, en hij alleen, die de macht heeft gekregen tot binden en ontbinden op aarde. Op hem bouwt Christus, zichtbaar, zijn kerk doorheen de eeuwen. Voor Carl ging deze gehoorzaamheid aan Petrus zonder moeite. Gehoorzaamheid bevrijdt van de verleidingen van het intellect en de risico’s van de hoogmoed. Hij heeft de providentiële kans gehad ontvangen te worden door Pius XI, en met hem een ernstige gedachtewisseling te hebben over een brandende kwestie: over de jeugd die overgeleverd werd aan de verderfelijke aantrekking van deze wereld.”
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
In 1958 formuleerde Joseph Ratzinger, de huidige paus Benedictus XVI, scherpzinnige gedachten over de situatie van de Kerk in een cultuur die toen schijnbaar nog diepchristelijk doordrongen was: het nieuwe heidendom groeit “in het hart van de Kerk zelf” en dreigt haar van binnenuit uit te hollen”
Bericht van 16 Juni 2012 (kath.net/pl)
Een “Kerk van heidenen, die zich nog christenen noemen”
„Het verschijningsbeeld van de kerk van de moderne tijd is wezenlijk bepaald door het feit dat zij op een volledig nieuwe manier kerk van de heidenen werd, een kerk “van heidenen, die zich nog christenen noemen, maar in werkelijkheid tot heidenen werden.” Dit schreef een toentertijd pas benoemde jonge professor en priester Joseph Ratzinger in 1958 in een artikel over de situatie en de directe toekomst van de kerk.
Op de drempel van zijn eigen professoraat analyseerde hij vragen over de persoonlijke geloofsbeslissing en haar draagwijdte voor de persoon, de kerk en de gehele wereld. Vandaag, dus 55 jaar later, bewijst zich de juistheid van zijn diagnose van de diepe scheuren en kloven in de bodem van het op dat ogenblik blijkbaar nog zo stevige volkschristendom.
De noodzakelijke ‘wereldvreemdheid’ van de kerk in oud-
De verschijning van de kerk van de moderne tijden is wezenlijk bepaald door het feit dat ze op een volledig nieuwe manier kerk van de heidenen werd en nog altijd meer wordt: nu niet zoals vroeger, als kerk uit de heidenen, die christenen werden, maar als kerk van heidenen, die zich nog christenen noemen, maar die in feite opnieuw tot heidenen geworden zijn.
Het heidendom zit vandaag in de kerk zelf, en juist dàt is het kenmerkende zowel van de kerk van onze dagen als van nieuwe heidendom: dat het een heidendom betreft in en rond de kerk, een kerk in wiens hart het heidendom leeft. De mens van vandaag kan daarom als heel normaal bij zijn buur ongeloof veronderstellen.
Dit profetisch zicht van Joseph Ratzinger is op onze dagen overduidelijk werkelijkheid geworden, het heeft zich doorgezet en nu zitten we in feite met een vrij vlug leeggelopen kerk die zich opnieuw zal moeten samenstellen en opnieuw haar zending als gist en zout zal moeten waarmaken in deze Westerse wereld, op een nieuwe, aangepaste wijze, maar zonder haar diepe eigenheid prijs te geven. Ook voor ieder van ons komt het erop aan om radicaal christen te zijn, dat betekent, christen tot in alle compartimenten van ons leven. Dat vraagt een bewuste bekering, een afkeren van wat tegen het toebehoren aan Christus ingaat en tegen de weg die Hij ons toonde. Zo kunnen we opnieuw echt christen worden. Onszelf opnieuw evangeliseren om anderen te kunnen evangeliseren.
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
IN BEKORING
Elders in dit nummer gaat het nog over “onderscheiding der geesten” en over “de twee wegen”. In vroegere tijden maakte men aan de mensen duidelijk dat ze zich altijd onder invloed konden stellen van het goede of van het slechte. Een oudere vrouw die vroeger in het Begijnhof leefde hoorde men soms tekeer gaan in haar tuin tegen ‘de Kwade’. Ze legde me eens uit dat haar vroeger gezegd werd dat ieder mens op zijn rechterschouder zijn Bewaarengel had en op zijn linkerschouder de Kwade, de duivel. Als ze zich getrokken voelde tot het kwaad, dan schold ze de duivel zijn huid vol en dat ze dat deed met allerlei scheldwoorden en vloeken (ze was van de boerenbuiten), ze had de indruk dat het toch wel zijn effect had en dat het haar weerbaarder maakte om voor het goede te kiezen…
Er zit veel goeds in ons en in de mensen rondom ons, maar egoïsme, ik-
Het is goed van ons bewust te worden van onze roeping tot heiligheid (jawel!) en van het feit dat we voortdurend in een geestelijke strijd staan om te kiezen voor wat God verlangt of wat tegen zijn verlangen ingaat. Dat laatste noemen wij bekoring, verzoeking, uitnodigingen om tegen God te kiezen en onze eigen weg te gaan, onze eigen zin te doen…
We kennen dat wel: goesting in overdaad, goesting om een ander eens goed zijn waarheid te zeggen, goesting om meer aan onszelf te denken dan aan het geluk van een ander, geen zin om te helpen, om vriendelijk te zijn, om vergiffenis te schenken…
Op een retraite bij een zogenaamde ‘Nieuwe Beweging’ gaf de predikant als eerste eenvoudig middeltje om niet op een bekoring in te gaan: laat ze niet krachtig worden, reageer direct op een goede manier. Dat kan inderdaad op twee manieren: de bekoring direct de rug toe te keren, of je eens goed te realiseren wat die bekoring wil bewerken en hoe ze je niet echt gelukkig zal maken, niet het doel van je leven naderbij zal brengen… Die tweede weg komt erop neer dat we het relatieve inzien van wat er ons voorgespiegeld wordt. De eerste weg is gewoon: niet twee keer per dag voor de winkel gaan staan waar dit of dat uitgestald ligt dat je graag zou hebben maar in feite niet echt nodig hebt… Je moet een bekoring niet sterk laten worden, er niet mee bezig blijven maar direct reageren… Dit is geen uitnodiging om scrupuleus te worden, angstvallig, maar om een sterk christen te worden die met Gods genade beantwoordt aan zijn roeping en zijn zending in deze wereld.
Jakobus schrijft in zijn brief:
“Niemand mag zeggen, als hij bekoord wordt: Ik word door Gods toedoen bekoord. God brengt niemand in verzoeking, zo min als Hijzelf door het kwade kan worden bekoord. Wordt iemand bekoord, dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte. Daarna, als de begeerte bevrucht is, baart zij de zonde; en de zonde, eenmaal volgroeid, baart de dood. Geliefde broeders, laat u niet misleiden… (Jak.1,13-
Misschien kunnen we ook iets leren van ons aller moeder, Eva, de vrouw uit het Bijbelse scheppingsverhaal, die zich stilaan liet inpalmen door de stem van de verleider en door de ‘verboden vrucht’ waar ze maar blijft rond draaien en langs alle kanten bekijken… En zeg niet dat het typisch is voor een vrouw, want blijkbaar staat er nog iemand bij haar:
“Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom,
en dat hij een lust was voor het oog,
en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen.
Zij plukte dus een vrucht en zij at ervan;
zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond,
en ook hij at ervan.” (GEN.3,6)
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
Ben Van Vossel
Kafarnaüm: licht en donker
Kafarnaüm heeft het voorrecht gehad dat Jezus daar een paar jaar heeft gewoond. Maar blijkbaar is Hij daar niet echt als Messias erkend en gewaardeerd. Zo krijgt het ook zijn plaats in de vervloeking van sommige steden (ik laat in het midden of dit letterlijk uit Jezus’ mond komt of uit de pen is gevloeid van een latere koleirige christen). We mogen blij zijn dat we niet in Kafarnaüm woonden toen (of zitten we toch ook in hetzelfde schuitje, ons eigen (on-
En gij, Kafarnaüm, zult ge soms tot de hemel toe verheven worden? Tot in de onderwereld zult ge neerzinken. Als in Sodom de wonderen gebeurd waren die bij u zijn geschied, het zou tot op de dag van vandaag blijven bestaan. Toch, Ik zeg u: Het lot van het land van Sodom zal beter te dragen zijn op de oordeelsdag dan dat van u.' (Mt. 11,23-
Jezus: van Noord naar Zuid
Als Jezus Nazaret verlaat trekt Hij naar de Jordaan, naar het Zuiden, in de woestijn van Juda waar Johannes aan de Jordaan, de mensen opriep tot bekering en hen doopte in het water van de rivier. Jezus, toen zowat 30 jaar, voelde zich blijkbaar ook geroepen tot die radicale stap van trouwe Godsdienst. Was hij soms een volgeling van Johannes de Doper, die ook een doopritueel had zoals bij de Esseniërs van Qumran? Maar Johannes was een enkeling, leefde zelf niet in zo’n Esseniërgemeenschap, al had hij toch wel en aantal volgelingen. Dat Jezus eventueel tot de groep van Johannes behoorde, daarvan hebben we geen bewijzen. We weten dat Jezus zich door Johannes heeft laten dopen, dat is alles, en dat deden heel wat mensen, zoals Marcus noteert:
“Heel de landstreek Judea en alle inwoners van Jeruzalem trokken naar hem uit en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden.” (Marcus 1,5).
Blijkbaar was er een beweging naar meer innerlijkheid en naar trouwer involgen van Gods verlangen. Een beetje zoals wij ons voelen bij het begin van de Vastentijd: we gaan ons herpakken, we gaan ons leven op een geloviger basis inrichten... Maar niets wijst erop dat Jezus een volgeling van Johannes was, en het blijkt zeker niet uit een tekst als deze:
“In die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: 'Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?' Jezus antwoordde hem: 'Laat nu maar; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen.' Toen liet hij hem toe.” (Mt.3,13-
Hieruit kunnen we alvast niet besluiten dat Jezus tot de kring rond Johannes behoorde.
Van Zuid naar Noord
Vervolgens zien we hoe Jezus zijn eigen weg gaat. En wanneer later Johannes gevangen genomen wordt door Herodes en opgesloten wordt in de burcht, Maceronte, alvorens kort daarna te worden, gaat Jezus in Kafarnaüm wonen:
“Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen, week Hij uit naar Galilea. Met voorbijgaan echter van Nazaret vestigde Hij zich in Kafarnaüm aan de oever van het meer” (Mt.4,12-
Jezus trekt dus nu vanuit Juda terug noordwaarts naar Galilea, maar hij laat Nazaret links liggen en gaat wonen aan de oevers van het Meer van Galilea (of: Meer van Gennesaret of Meer van Tiberias).
We stellen vast dat Jezus spoedig ook leerlingen rond zich verzamelt.
“Eens toen Hij zich bij het meer van Galilea ophield zag Hij twee broers, Simon die Petrus wordt genoemd en diens broer Andreas, bezig met het net uit te werpen in het meer. Zij waren namelijk vissers. En Hij sprak tot hen: 'Komt, volgt Mij: Ik zal u vissers van mensen maken.'” (Mt.4,18-
Kafarnaüm
In Kafarnaüm (Kapernahoem) was er ten tijde van Jezus een militair garnizoen (cfr genezing van de knecht van de Centurio Mt. 8,5-
Synagoge
In Kafarnaüm stond er ook een vrij grote synagoge. Lucas, altijd positief betreffende vreemdelingen, vertelt in zijn evangelie over het verband tussen die synagoge en de Centurio, de ‘honderdman’ van bovenvermeld Romeins garnizoen:
1 Na afloop van zijn onderricht aan het luisterende volk, ging Hij naar Kafarnaüm. 2 Daar was een honderdman, die een knecht had aan wie hem veel gelegen was; deze was ziek en lag op sterven. 3 Omdat de honderdman van Jezus hoorde, zond hij enkele oudsten van de Joden naar Hem toe met het verzoek zijn knecht te komen genezen. 4 Bij Jezus gekomen riepen zij met aandrang zijn hulp in. Ze zeiden: 'Hij verdient, dat Gij hem deze gunst bewijst, 5 want hij houdt van ons volk en heeft op eigen kosten de synagoge voor ons gebouwd.' 6 Daarop ging Jezus met hen mee.
Jezus’ woonplaats
Kafarnaüm is de vermoedelijke verblijfplaats van Jezus tijdens zijn kort openbaar leven, nadat Hij Nazaret verlaten had. We weten niet waarom hij daar ging wonen. Had hij in het Zuiden connecties gehad met mensen van de Qumran-
Dat Jezus in Kafarnaüm gewoond heeft, lijdt weinig twijfel. Veel evangelische teksten verwijzen er naar:
MK.2,1 Toen hij enige dagen later in Kafarnaüm was teruggekeerd, en men hoorde dat Hij ‘thuis’ was, 2 stroomden de mensen in zulk een aantal samen, dat zelfs de ruimte voor de deur geen plaats meer bood toen Hij hun zijn leer verkondigde. 3 Men kwam een lamme bij Hem brengen, die door vier mannen gedragen werd….
MK.9,33 Zij kwamen in Kafarnaüm en, ‘eenmaal thuis’, ondervroeg Hij hen: 'Waar hebt ge onderweg over getwist? ' Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag, wie de grootste was.
MT.8,18 Toen Jezus een grote menigte om zich heen zag, gaf Hij bevel om naar de overkant te gaan (Kafarnaüm lag vlakbij het meer)…
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
P. André Loyson
Goede vrienden, Hier het verhaal van een plotse genezing in het bedevaartsoord van Medjugorje, begin Augustus dit jaar. Dit verhaal werd ons medegedeeld per e-
Mevrouw Pacale Gryson is er, na de communie ontvangen te hebben, opgestaan van haar rolstoel en is beginnen te spreken, zij die al zeven jaar verlamd was en al een jaar niet meer kon spreken. Zij is rond de 40 jaar en was daar met haar man David Selmeci en haar dochter van 16 jaar plus een zoon van 13. Zij wonen in Court-
Zij getuigt aldus: ‘Ik heb nooit getwijfeld aan Gods liefde voor mij. Ik kreeg de genade en de kracht mijn ziekte te aanvaarden en mijn kruis te dragen, maar mijn kinderen waren opstandig omdat hun gebeden niet werden verhoord: ‘Ziewel moeder, bidden helpt niet’. Mijn dochter zei: ‘Moeder nu moet jij maar bidden voor uw genezing’. Ik heb hen gevraagd die opstandigheid te laten varen en toch voor hun moeder te bidden gedurende de bedevaard naar O. L.Vr. van Vrede te Medjugorje’. Ikzelf heb, samen met mijn echtgenoot, aldus gebeden: ‘Heer, als het uw wil is dat ik zou genezen,… oh, niet voor onszelf maar voor de kinderen: ‘Heer, schenk hen wat het beste voor hen is’.
Pascale: ‘Op die vrijdag van 3 Augustus, heeft mijn man de kruisweg gedaan in de voormiddag en in de namiddag hebben wij, op het kerkhof van Medjugorje, het graf bezocht van pater Slavco. Na het avondmaal in ons hotel Palma, zijn we naar de Eucharistieviering gegaan. Wij stonden buiten op het kerkplein omdat er geen plaats meer was in de kerk. Velen stonden daar op het kerkplein om te mis te volgen via de luidsprekers. Daar begon ik een krachtige, heel zachte rozengeur, een hemels parfum, te ruiken. Ik bad tot de hemelse Vader en ik zag, in mijn verbeelding, mezelf in witte klederen dansend voor Zijn aanschijn. Toen kwam een priester ons de communie brengen. Daarna voelde ik, gelegen op mijn rolstoel-
Ik zei tegen mijn man: Ruik jij ook die rozengeur?... David, David, ik praat, ik praat weer, hoor jij mij niet?... Ik heb toen mijn benen uit de rolstoel gelicht en ben opgestaan. Van toen af werd ik langzamerhand beter en beter. Het was echt een Tabor-
De mensen volgden mij na de viering, naar het hotel Palma en stelden mij allerhande vragen. Iemand vroeg mij: Wat ga je nu doen na deze bedevaart? Ik zei: Wat ik ga doen, wel, trouw blijven aan de Heer; mijn verantwoordelijkheid als mama en echtgenote weer opnemen ; een vurig gebedsleven leiden ; mijn contemplatief gebed verder zetten ; hulp bieden aan mensen waar ik kan ; getuigen van Gods goedheid en liefde voor ons. En wat nog? Ja, daarvoor zal ik een geestelijk leider raad moeten vragen’.
De zondag daarna werd voor haar genezing een dankmis opgedragen in de kerk van Medjugorje, een viering met grote toeloop van volk want er waren wel 80.000 mensen in Medjugorje voor het jaarlijks terugkerend jongerenfestival. Tot hier dit ontroerend verhaal.
P.S. Toen een vriend in Rollegem-
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
EEN PROTESTANT ONTDEKT MARIA (1)
Naar “Echo uit Medjugorje”
Een jongeman, ijverig protestantse christen, wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit van Sank Gallen, wordt door zijn vriendin uitgenodigd om deel te nemen aan een Jongerengebedsweekend te Medugorje. Hij voelt zich verplicht om die uitdaging aan te gaan. Hij ontdekt er de waarde van de Eucharistie en leert er ook Maria en haar zending kennen. Na dat katholiek bad wil hij wat afstand nemen van Medugorje en de draad weer oppakken van zijn leven als protestant.
Van dat afstand nemen van Medjugorje kwam echter maar weinig terecht, want al na enkele dagen begon ik uit mijzelf de rozenkrans te bidden, -
< MARIA IN MEDJUGORJE >
Zoals ik min of meer heb aangeduid, was Maria voordat ik naar Medjugorje ging, tamelijk onbekend. Erger nog, zij was mij zelfs onsympathiek, ook vanwege het feit dat ik die hele cultus rondom deze ‘koningin van de hemel’ gewoon meer dan smakeloos en goedkoop vond. En daarbij kwam nog, dat ik net als tal van andere Protestanten, Maria in zeker zin als een concurrente van Jezus beschouwde, ook omdat ons (Protestanten) wordt geleerd, dat de enige tot wie wij mogen bidden Jezus Christus is!
Nu, na Medjugorje beschouw ik deze weerstand tegen Maria als een waarachtig teken van onvolwassenheid in geloof. Echter vanuit Protestants oogpunt bezien – ik voel mij verplicht eerlijk daaromtrent te zijn -
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
CANADESE JEZUÏETEN VERDEDIGEN LEVENSBESCHOUWELIJK ONDERWIJS
KerkNet/RadVat, Vrijdag, 08 februari 2013
In een aantal landen is er geen godsdienstvrijheid. In andere, vaak ook Westerse landen, is de regering van oordeel dat zij alleen kan bepalen wat er precies aan wereldbeschouwing en mensopvatting kan gegeven worden in de scholen, zelfs op het vlak van de ethiek e.d.. Dat is de pretentie van de moderne staat en de toevallige ministers. Gelukkig komen daar somige groepen, vooral ook christenen tegen op; zij benadrukken dat een waardenvrije, zogenaamd ‘neutrale’ opvoeding niet bestaat. De Canadese Jezuïeen hebben dit nog maar eens naar voor gebracht samen met het onvervremdbaar recht van de ouders. We zijn er hen dankbaar voor. Hier een bericht van Kerknet Vlaanderen:
De Loyolahogeschool van de jezuïeten in Montreal stapt naar het Canadese Hooggerechtshof wegens de aantasting van de godsdienstvrijheid. Aanleiding is een conflict met de provinciale minister van Onderwijs, die in alle scholen een 'neutrale' cursus ethiek en religieuze cultuur heeft opgelegd. De hogeschool eist het recht op om dit als een levensbeschouwelijk vak te doceren.
Een rechtbank oordeelde eerder dat de minister de verplichting kan opleggen. Maar de jezuïeten zijn het daar niet mee eens. Met de rechtszaak willen zij naar eigen zeggen een dam opwerpen tegen de pogingen van overheden in westerse landen in het algemeen om het katholieke onderwijs te seculariseren en om de scholen om te vormen tot niet-
(Kerknet)
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
100 JAAR REDEMPTORISTEN IN OEKRAÏNE
p. Hugo Gotink CSsR
Op het feest van Sint-
Maar het begin van deze missie was zwaar: de taal was moeilijk en ook moest men zich de Slavische cultuur én de byzantijnse ritus eigen maken. Heel spoedig kwam er ook nog de miserie van de eerste wereldoorlog bovenop: eerst een korte Russische bezetting, dan Duitse tot 1919. Daarop volgde een Oekraïense Pools-
In 1933 werd pater Jozef Schrijvers, toen hij provinciaal benoemd werd van de toenmalige Belgische provincie, vervangen door pater Jozef De Vocht. Vanaf 1934 begon men een eigen studiehuis voor de priesteropleiding in Holosko om de redemptoristische Oekraïense Vice-
Een nieuwe grote beproeving was de bezetting van West-
Pas na de val van de Berlijnse muur, in 1989, kon pater Filemon Kurczaba, vice-
EINDE ARTIKEL
NAAR TOP NAAR INHOUDSOVERZICHT
U surft toch ook af en toe op www.geloofenleven.be
Je vindt er (geestelijk) voedsel voor onderweg.