GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

GELOOF en LEVEN 1999 NR.4

     TERUG NAAR INHOUD     


Moeder van de kleine mensen . (uit: Martinique)

Oude profetische oproep uit Griekenland

Jonge mensen: Leeft met Christus! Paus Joannes-Paulus II

Nood aan morele waarden. Paus Joannes-Paulus II

Waarom mij bekeren? Joannes-Paulus II

Toewenden naar een verzoenende God. Mgr Kurt Koch van Basel

Jezus spreekt tot de jonge mens (1)

Kies dan het leven! Ives De Mey cssr

Gebedsaktie: "Nieuwe Priesters"

Over magie en geloof. Lieven Dewaer

Katechismus van de katholieke Kerk (KKK 10) samenvatting Ben Van Vossel cssr

De vrijmetselarij is niet van de Heer Getuigenis

Met God omgaan als je vriend Alfonsus de Liguori door Ives De Mey cssr

Een noodzakelijk debat . Paulus (8) Ben Van Vossel cssr

Priester Poppe zaligverklaard


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




MOEDER VAN DE KLEINE MENSEN

Van zijn vakantie op Martinique
bezorgde p. Francis Boogaerts cssr
ons volgende tekst uit een album
dat aan Teresia van Lisieux was gewijd

Het katholieke westen is stilaan vertrouwd geraakt met de Oosterse iconen. Zo was het niet in de 19de eeuw. De verering van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand (ongetwijfeld geschilderd in Kreta in de 14de of 15de eeuw) was een van de zeldzame uitzonderingen op de regel. Zij werd verspreid door de paters Redemptoristen: na het prediken van een parochiemissie, introniseerden ze plechtig een reproductie van de mariale icoon die ze vereerden in hun kerk te Rome. In veel Vlaamse kerken kan je dat nog vaststellen.

Wij treffen hier het type van de byzantijnse Maria-ikoon aan die "Hodigitria" wordt genoemd, wat betekent: "Zij die de Weg (hodos) aanwijst"; Jezus is immers de Weg die leidt naar de Vader. Op de iconen van hetzelfde type houdt het Kind Jezus zich recht, zegent met zijn rechterhand en draagt met de andere hand een Schriftrol. Op deze icoon echter zoeken zijn beide handen een toevlucht in die van Maria, die haar kind geruststelt dat angstig is voor het visioen van de Lijdensinstrumenten (het kruis, gedragen door de engel Michaël; de lans en de spons, waarmee zure wijn werd aangereikt aan Jezus, worden hier gedragen door de aartsengel Gabriël).

(Het is mogelijk dat dit type van Maria-ikoon afgeleid is van de "Hodigitria", maar eigenlijk is deze icoon van het type van de "Moeder Gods van de tederheid", de "Eleousa" (in het Russisch: "Umilenie"). Typisch voor die afbeeldingen van de Moeder Gods is juist dat het goddelijk kind de hand van Maria vasthoudt of zijn handen om de hals van Maria houdt en ook dat het hoofd van het Kind tegen dat van de Moeder Gods aanleunt. Heel de icoon drukt dan inderdaad iets van tederheid uit in tegenstelling met de iconen van het Hodigitria-type waar het aanwijzend gebaar van Maria duidelijker is en Jezus (Ho = Oon : Hij die is) in de linkerhand een bijbelrol houdt en met de rechterhand een zegenend of koninklijk gebaar maakt. NVDR. Zie meer hierover o.m. bij de iconen nr. 5, 13, 17, 45 en 56 in H.J. ROOZENMOND-VAN GINHOVEN, Ikon, Inspired Art, Icons from 'De Wijenburgh', Published by the Wijenburgh Foundation, March 1980)

Zuster Maria van de Drievuldigheid (zus van Theresia van Lisieux), vereerde deze icoon sterk. In 1894 schrijft zij aan haar de oplossing van de moeilijkheden toe die haar verhinderden om in te treden in de Karmel te Lisieux. Theresia zelf bewaarde de afbeelding in haar brevier en maakte in mei 1897 een gedicht ter ere van deze icoon. Zij vraagt er o.m. Maria om de genade gesterkt te worden in haar beproeving:

En als ik strijden moet, mijn lieve Moeder,

dan sterkt Gij in die strijd mijn hart

Altijd, altijd, beeld van mijn Moeder,

zult Gij mijn geluk zijn, mijn schat,

en ik zou wensen dat in mijn laatste uur

mijn blik zich nog zou vasthechten op U.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




OUDE PROFETISCHE OPROEP UIT GRIEKENLAND

(zeer dienstig voor opvoeders, Vlaamse BV's, politieke verantwoordelijken en mediamensen)

"Wij, ondertekenaars van deze brief, geleerden, wetenschapsmensen en kunstenaars van Hellas, achten het onze plicht, de weg te doen kennen, die naar onze mening, het Helleense volk volgen moet in de fundamentele levensproblemen, om de huidige moeilijkheden te boven te komen, en het volk, zowel op spiritueel als op materieel gebied, op te richten.

Door de objectieve en onpartijdige onderzoeken waaraan wij ons leven gewijd hebben, door onze ervaring van kunst en culturele zaken, evenals door al hetgeen wij in de loop van de laatste jaren getrotseerd hebben, kwamen wij tot het volgende besluit:

1° Het lot van ons land en van de hele mensheid hangt vooral af van de vraag of de moderne mens zijn leven zal kunnen bouwen op een onwrikbare spirituele basis, de enig mogelijke basis van een ware kultuur;

2° Een dergelijk fundament kan niet gevonden worden, zolang de moderne mens niet partij weet te trekken voor de kostbare schat, hem door het christendom, het christelijk geloof en de christelijke moraal aangeboden;

3° Door zich te verwijderen van de vitaal christelijke waarden, komt men onvermijdelijk in conflict met de conclusies, waartoe onafhankelijke en kritische onderzoeken op verschillend vitaal terrein geleid hebben. In de natuurwetenschappen, bv. in de fysica en de biologie, werd vastgesteld, dat men geen enkel wetenschappelijk verschijnsel kan aanvoeren ... dat in strijd zou zijn met het christendom;

4° De eindeloze reeks ontgoochelingen en fouten van onze tijd heeft ons duidelijk doen inzien, welke de grote behoeften zijn van het ogenblik, inzake sociale en economische heropbouw; rechtsbeginselen, moraalprinciepen en sociale rechtvaardigheid moeten in ere hersteld worden. Zij zullen dit slechts kunnen, wanneer het individuele en sociale leven doordrongen zijn van de zuurdesem van het christelijk geloof, zodat de morele princiepen van het christendom weer een werkelijke kracht worden in het hart van de mensen. Zonder deze kracht zullen de hoogste aspiraties en de uitstekendste theorieën slechts uitdraaien op ontgoochelingen, en leiden tot de bitterste teleurstellingen.

De opvoeding van het individu tenslotte, en in het bijzonder de opvoeding en vorming van de jeugd, zullen onvermijdelijk schipbreuk lijden, en zullen voeren tot spirituele ondervoeding en tot morele verkwijning, indien zij niet op eeuwig spirituele waarden gevestigd zijn".

Gecit. in: V. Geerebaert cssr, Beleef uw geloof, pp.34/35 Bibliotheca Alphonsiana, Leuven 1948


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




Nood aan morele waarden

"De democratie heeft nood aan vaste morele waarden.

Het grote goed van het gezin,

het menselijk leven,

opvoeding en arbeid,

de zorg voor de zwakken

moeten op de hoogste plaats staan".

Paus Joannes-Paulus II, Alg. audiëntie (Duitse samenvatting) 23 mei 1999


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




Jonge mensen: LEEF MET CHRISTUS!

 Paus Joannes-Paulus: Palmzondag

14de Wereldjongerendag 28 maart '99

"Wanneer we Jezus in zijn lijden aankijken, dan zien we als in een spiegel, het lijden van de mensheid en wat we zelf meemaken. Hoewel Jezus vrij van alle zonde was, heeft Hij toch al wat de mensheid niet dragen kon op zich genomen: de ongerechtigheid, het kwaad, de zonde, de haat, het lijden en uiteindelijk ook de dood. In Christus, de vernederde en lijdende Mensenzoon, houdt God van alle mensen; in Hem vergeeft Hij allen en schenkt Hij het menselijk bestaan zijn uiteindelijke betekenis. Wij zijn hier deze morgen om deze Boodschap van deze Vader, die ons liefheeft, te onthalen. Wij kunnen ons afvragen: wat wil Hij van ons? Hij wil, dat wij naar Jezus opkijken en bereid zijn Hem in zijn lijden na te volgen om zo de verrijzenis met Hem te delen... Het 'Hosanna' en 'Kruisig Hem' worden zo tot een uitstekende manier om het leven, het geloof en het getuigenis van de christen op te vatten: bij nederlagen moet men de moed niet verliezen noch zich beroemen op de overwinning, want de enige overwinning is - net zoals voor Christus- de trouw aan de zending die men van de Vader ontvangen heeft. "Daarom heeft God hem boven alles verheven en Hem de Naam verleend die boven alle namen is" (Filippenzen 2,9).

Toentertijd riepen de jongeren van Jeruzalem: 'Hosanna de Zoon van David!' . Jullie, jonge mensen, mijn vrienden: Willen jullie ook, zoals uw leeftijdsgenoten uit die lang verleden tijd, Jezus erkennen als Messias, Redder, Meester, Leider en Vriend van uw leven? Denk eraan: Alleen Hij weet echt wat in de mens is (zie: Johannes 2,25); alleen Hij leert de mens zich voor het mysterie open te stellen en God met de Naam Vader, Abba, aan te spreken; alleen Hij maakt de mens bekwaam tot zelfvergeten liefde jegens de medemens die hij als broer en zus aanvaardt en erkent. Liefde, jonge mensen! Ga Christus met vreugde tegemoet, Hij maakt je jonge leven gelukkig. Zoek en vind Hem door vast te houden aan Zijn woord en Zijn geheimnisvolle aanwezigheid in de Kerk en de sacramenten. Leef met Hem door de trouw aan zijn evangelie: Het daagt uit tot het offer, dat is waar, maar het is tegelijkertijd de enige bron van de hoop en van het ware geluk. Hou van Hem in het gelaat van de broeder, die nood heeft aan gerechtigheid, hulp, vriendschap en liefde...'


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




WAAROM MIJ BEKEREN?

Joannes-Paulus II

Men stelt me de vraag: Er wordt ons vaak gezegd dat wij ons moeten bekeren, maar veelal ervaren we geen drang daartoe en zien we er de noodzaak niet van in...

"Inderdaad, vandaag wordt over het algemeen de noodzaak tot bekering niet zo sterk ervaren als vroeger. In werkelijkheid bestaat echter een van de basisvereisten om tot volle, rijke persoonlijkheid uit te groeien daarin dat men zich in vraag stelt. De mens komt op de moeizame weg van de zelfkennis slechts vooruit door een voortdurend bekerings- en vernieuwingsproces; enkel wanneer hij zijn wil beheerst en in staat is het kwaad te vermijden en het goede te doen. We zouden kunnen zeggen dat het leven een bestendige verandering is. Dit beleeft u als persoonlijk ervaring in de eerste persoon. Is het dan niet zo dat, als u van iemand houdt, u alles doet om zijn liefde te winnen? Valt het dan niet voor dat het u gelukt u te veranderen, zowel op het vlak van woord als van gedrag, terwijl u nooit gedacht had dat u zich daar zou kunnen veranderen? Als geen liefde aan de basis ligt, kan men onmogelijk inzien dat men zich moet veranderen. Welnu, datzelfde doet zich voor in het geestelijke leven, in het bijzonder in het sacrament van de verzoening, dat juist in deze lijn ligt... Ik wil daarmee niet zeggen dat de weg van de bekering gemakkelijk is. Iedereen weet hoe lastig het is zijn tekortkomingen te erkennen. Men heeft daadwerkelijk steeds voldoende redenen bij de hand om zijn tekortkomingen niet toe te geven. Op deze manier echter ervaart men niet de genade van God, noch zijn liefde, die omvormt en concreet maakt wat onmogelijk lijkt te zijn..."

Paus Joannes-Paulus II, Ontmoeting met de Jeugd van het bisdom Rome, 25 maart 1999

De 'woorden van de Paus' in dit nummer namen we over uit Freundeskreis Maria Goretti, FMG-INFORMATION München, V. nr. 68, Juli 1999


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




ONS OPNIEUW TOEWENDEN NAAR EEN VERZOENENDE GOD

Een Adventsbrief van bisschop Kurt Koch van Basel werd in "Weltweit" (Postfach 3119, 6002 Luzern) samengevat onder de titel "Umkehr zum versöhnenden Gott". We geven die samenvatting hier in Nederlandse vertaling.

Boete, ommekeer en verzoening staan in het centrum van de verkondiging van Jezus en moeten derhalve ook in het leven van de christen en van de Kerk een opvallende plaats krijgen. De zondevergeving voltrekt zich volgens de bijbelse opvatting allereerst in het doopsel. Zo wordt in de apostelgeschiedenis de oproep van Petrus overgeleverd: "Bekeert u en ieder van u late zich -tot vergeving van zijn zonden- dopen in de naam van Jezus Christus".

En de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel spreekt van "een doopsel tot vergeving van de zonden". De zondevergeving heeft haar eigen 'Sitz im Leven" in het doopsel. Christelijke boete kan derhalve slechts de vorm hebben van herinnering aan het doopsel. Boete is de levenslange toe-eigening van dat geschenk van de verzoening vanwege God met ons, mensen, een geschenk dat ons in het doopsel ten deel is gevallen.

Daar, waar de herinnering aan het doopsel de haar toekomende plaats in het christelijke boetebewustzijn krijgt, daar ligt haar grondakkoord op de vrede van het ons in Jezus Christus geschonken nieuwe leven. Van het doopsel uit staat heel het leven van de christen in het voorteken van de Paasvreugde.

Wanneer de melodie van de christelijke boete de muzieksleutel van de doopvreugde herkrijgt, dan wordt ons in het sacrament van de verzoening een enorm geschenk aangeboden. Dat helpt ons het christelijk leven op te vatten en te beleven als een aardse pelgrimstocht en een terugkeer naar de hemelse Vader.

Zo moeten we ook de oproep van de Adventstijd verstaan waarboven de uitnodiging tot waakzaamheid staat: "De nacht is bijna voorbij, de dag breekt aan". Uit deze belofte komt voor Paulus als vanzelf de eis voort: "Laten we ons daarom ontdoen van de werken der duisternis en ons omkleden met de wapens van het Licht" - en wel dat Licht, dat ons met Kerstmis geschonken wordt.

In dit Licht gaat voor ons volledig de ongelooflijke grootsheid van de hemelse Vader op, die ons in Jezus Christus het kostbaarste geschonken heeft dat Hij ons geven kon, namelijk zijn eigen Zoon.

Ik hoop dat het God-Vader-jaar (1999) ons allen met diep vertrouwen vervullen mag, zodat we vanuit de schoonheid van ons geloof nieuwe Vreugde krijgen.


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    




Jezus spreekt tot de jonge mens (1)

Ik ken je hart. Ik ken de wereld waarin je leeft. Ik ken je leefomstandigheden waarin je jezelf tracht te worden. Want je wil op weg naar het geluk. Ik ken ook je eenzaamheid. Ik ken de situaties waarin je je gelukkig 'voelt'. Ik ken je momenten van verveling, van spanningen thuis en op school. Ik ken je vrienden. Ik zie je bezig bij je studie en je ontspanning. Ik zie je in de dancing, ik zie je wanneer je je inzet thuis en voor de gehandicapten tijdens bepaalde vrije momenten. Je bent dan op je best. Ik zie je je tijd verliezen voor de teevee. Ik ben bij je midden al je verwarring, wanneer je je uitgesloten voelt of niet begrepen, wanneer je niet voldoende aandacht krijgt of sterke ontgoochelingen oploopt. Nooit ben je uit mijn aandacht, nooit ben je buiten mijn liefde.

Terwijl je meent het geluk te vinden, glipt het uit je handen omdat je geest leeg wordt en vergiftigd door de media en de praat van andere jongeren. Je volgt ze slaafs, je doet mee met hen omdat je niet wenst uitgesloten te worden, je hebt angst er niet meer bij te horen. Valse profeten zijn het die je misleiden. Je durft niet luisteren naar het diepste punt in je hart, waar Ik je aanspreek. Ik beloof je immers geen klatergoud, geen oppervlakkig plezier. Ik beloof je wel het echte leven, overvloed van geluk en innerlijke vrede, diepe vreugde.

Als je even durft nadenken, voel je hoe er in je hart die geestelijke strijd is: je begeven op de gemakkelijke weg, je laten meedrijven met de massa... ofwel de wat moeilijker weg nemen, maar die zoveel mooier en zoveel menselijker is en die ook de enige is met echte toekomst. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Buiten Mij vind je heel wat dwaalwegen, vind je soms stukjes waarheid vermengd met heel wat leugen, onwaarheid en dwaling; je vind soms ook wel kleine sprankels van leven. Maar alleen Ik ben de weg naar het echte en volle leven.

Ik ben bij je. Ik wil je spreken over mijn trouwe liefde voor jou. Voor jou ben ik in de wereld gekomen, voor jou heb ik mijn leven gegeven, opdat jij het volle leven zou kunnen leven. Mijn naam is: Jezus. Dat betekent 'God redt'. Ik wil jou redden uit zonde en zwakheid, uit oppervlakkigheid en zelfzucht, uit leegheid en zinloosheid. Het is niet erg dat je je niet goed voelt, dat je gezondigd hebt. Maar kom tot Mij, Ik zal mijn hand op jou laten rusten. Ik reinig je en wil je sterk maken. Ik zend je de Helper, de heilige Geest, die jou van dag tot dag wil helpen stilaan de weg naar het echte geluk te vinden. Vertrouw Mij. Ik ben de enige Vriend die jou nooit in de steek zal laten. Ik neem je bij de hand en met vaste hand voer Ik je naar het echte leven. Kom tot Mij. Vertrouw je nu aan Mij toe. Stel het niet uit. Geloof Mij. Vertrouw Mij.

(bvv)


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    


Kies dan het leven!

door: Ives De Mey cssr

Stukje hemel op aarde

Trois-Epis is een bedevaartplaats in de Vogezen. Op 700 meter hoogte, omgeven door de donkere dennenwouden en de grillige bergen van de Vogezen. En met zicht over Colmar en de wijdse Rijnvlakte die aan de overkant wordt afgezoomd door het Duitse Eifelgebergte. Wie naar Trois-Epis trekt, weet dat hij naar een stukje hemel op aarde vertrekt. Bovendien word je er onthaald door een gemeenschap van broeders en paters Redemptoristen!

Maar ook zonder op reis te gaan, kan de boodschap van Trois-Epis je vernieuwen. Reis mee door de tijd naar 1491!

Het verhaal van Trois-Epis

Boven op een berg, ver boven de kleine dorpjes aan de voet ervan, wordt in april het dode lichaam van een oude man gevonden. Waarschijnlijk vergiftigd door een slangenbeet. Hij ligt aan de voet van een eik en men hangt een afbeelding van de Piëta (Maria die het dode lichaam van haar zoon Jezus draagt) aan die boom ter nagedachtenis van de onfortuinlijke man. De plek heet sindsdien 'plaats van de dode man'.

Op 3 mei gaat de smid van het bergdorpje Orbey met zijn muilezel naar de markt in Niedermorschwihr om er graan te kopen. Thierry Schoéré, want zo heet deze smid, komt voorbij de eik op de berg en knielt neer om te bidden voor de dode man. Terwijl hij bidt, verschijnt de h. Maagd aan hem. Zij draagt in de ene hand drie vruchtbare aren (trois épis), in de andere een dreigende ijspegel.

"Deze aren stellen de vruchtbare en overvloedige oogsten voor die vreugde en welvaart zullen brengen voor de milde en deugdzame gelovigen," boodschapt de h. Maagd. "De ijspegel is voorbestemd voor hen die blijven zwelgen in hun zondig leven. Hij brengt kilte en tegenspoed in hun leven."

Thierry krijgt de opdracht deze boodschap over te brengen aan de inwoners van Niedermorschwihr opdat ze zich zouden bekeren. Terwijl hij door de bossen afdaalt naar dit kleine dorpje, bedenkt Thierry hoe belachelijk hij zal overkomen met zijn verschijningsverhaal en dat de mensen geen geloof zullen hechten aan de boodschap. Hij besluit dus wijselijk te zwijgen.

Op de markt koopt hij de zak graan en wil die op zijn paard tillen. Maar er is geen beweging in die zak te krijgen. Ook hulp van sterke mannen mag niet baten. De mensen stromen samen en besluiten dat er wel een vloek moet rusten op de smid. Dan biecht hij toch de verschijning op. Nadat hij de boodschap heeft overgebracht, kan hij de zak wel optillen. Deze bijzondere omstandigheden overtuigen het volk van de waarheid van het verhaal en zij bekeren zich.

Een boodschap voor u!

Tijd om terug te keren naar onze tijd, naar het moment en de plaats waar jij je nu bevindt. Deze boodschap - legende of geschiedenis - is in de eerste plaats tot u gericht.

"Ik houd u vandaag het leven en het geluk voor, maar ook de dood en het ongeluk. Als gij luistert naar de geboden van de Heer uw God, als gij de Heer uw God bemint, zijn wegen gaat en zijn geboden nakomt, dan zult gij leven en vruchtbaar worden en zal de Heer uw God u zegenen. Maar als uw hart afdwaalt, als ge niet luistert en u laat verleiden, zodat gij u voor andere goden neerbuigt, dan kondig ik u heden aan, dat ge niet lang zult leven.

Leven en dood houd ik u voor, zegen en vloek. Kies dan het leven, dan zult gij het leven bezitten, door de Heer uw God te beminnen, naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven. Want daarvan hangt het af, of gij zult leven." (Deuteronomium 30, 15-20)

Is uw leven verkild, koud geworden als een ijspegel? Kies er dan voor God in uw leven binnen te laten. Zijn liefde is als het zonlicht dat het ijs doet smelten en rijk gevulde aren doet groeien op het veld. Het is mogelijk. Zoals de plaats van de dode man nu een bedevaartplaats is waar reeds duizenden mensen nieuw leven vonden, zo kunnen ook de dode plekken in uw leven vruchtbaar en levend worden.

Daarvan hangt het af of gij zult leven!

Kies voor het leven en het geluk door God de Heer te laten zijn van uw hart. Wat is je verlangen? Wat is datgene waarvoor je ijvert, waar je van wakker ligt, wat is je hoogste goed? Zet je verlangen op God en wat Hij vraagt. Hij zal je niet ontgoochelen. Alle wegen lopen dood op frustratie, verkilling of leegte. Enkel Gods weg leidt steeds verder naar vervulling, steeds dieper binnen het mysterie van het leven, het is een weg die zich steeds verwijdt tot je de hele wereld kan omarmen. Waarom nog uitstellen? Leg dus nu alles neer en beslis om je verlangens om te buigen. Stop met piekeren, jaloers of afgunstig zijn, plannen beramen om je egoïsme te voeden of om naar luchtkastelen te verlangen. Verlang ernaar dat Gods wil in je leven geschiedt. Beslis om je af te keren van alle andere afgoden. Vraag om Gods genade en kracht om de zonde de rug toe te keren en ren Gods liefdevolle omarming tegemoet. (Waarom niet even voor het h. Sacrament in Gods aanwezigheid gaan 'verwijlen'?)

Gedeelde vreugde is dubbele vreugde

Vijf jaar geleden zei iemand me: 'Ben je mistroostig, brand je liefde op een laag pitje... ga dan naar anderen en spreek hen over Gods liefde voor hen.' Thierry moest Gods boodschap brengen naar de mensen en wel op het marktplein. Dat was niet enkel een zegen voor de mensen, maar ook voor hemzelf. Wat is er meer bemoedigend en hartverwarmend om te zien: mensen die Gods barmhartigheid ervaren en voor het leven kiezen. Dit wonder voltrekt zich ook vandaag en in onze streken nog! Spreek over Gods liefde en nabijheid wanneer iemand bedrukt of bedroefd is. Nodig mensen uit om de weg van Gods geboden te gaan: hun vreugde zal ook de uwe zijn!


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    


Gebedsaktie: "Nieuwe Priesters"

Het is niet omdat het jaar 2000 voor de deur staat dat we wat gaan panikeren; toch wil ik hier over een probleem spreken en je uitnodigen om samen voor een oplossing te zorgen.

Ik heb het over het priestertekort en het lage aantal seminaristen in Vlaanderen. Ik weet wel dat dit een breder probleem is, dat zich in heel West-Europa stelt, maar bij ons zie je geen kentering, omdat de levenssfeer nog steeds materialistischer en door de grote invloed van de media ook nog voortdurend zinlediger wordt. In Nederland moest men onlangs een reeds gesloten seminarie opnieuw openen. Bij ons lijkt daar nog geen sprake van.

En nu even een nieuwtje, geplukt op Internet. Het dateert van enige jaren geleden. Een bisschop stelde vast dat hij omzeggens geen jongens meer aan de deur kreeg die vroegen om in het seminarie opgenomen te worden voor hun priesteropleiding. Hij richtte zich tot alle parochies van zijn bisdom met de vraag dat men aanbidding zou houden speciaal om van God meer priesterroepingen te verkrijgen. Er waren weldra weer nieuwe priesterkandidaten. Er was wel iets dat opviel: ze kwamen allemaal uit parochies waar men de aanbidding weer had binnengebracht.

In ons bisdom bestaat nog altijd het priesteruurgebed op sommige parochies; ze hebben zelfs nog altijd een eigen contactblaadje.

Geloof en Leven wil onder zijn abonnees ook vrijwilligers ronselen die zich bewust zijn van de nood aan nieuwe priesters en die zich willen engageren om elke donderdag aanbidding te doen in een kerk of kapel waar het heilig sacrament aanwezig is, of indien dat niet kan voor een icoon of kruisbeeld thuis. Aanbidding, zonder veel te zeggen, is een gebaar naar God toe dat we alles van Hem verwachten en ons geen zorgen meer willen maken maar het echt in zijn hand leggen. Gezinnen met jonge kinderen nodigen we uit om in het samenzijn 's avonds ook een kort gebed te brengen voor nieuwe priesterroepingen; het zal zegen brengen over jullie gezin. Voor wie geen uur aanbidding kan doen vragen we op donderdag toch een korte tijd van gebed te nemen, een tientje te bidden en misschien volgend gebed:

"Heer, we zitten in een grote nood hier in Vlaanderen,

we hebben zo weinig priesterroepingen.

Onze priesters worden oud en velen van hen zijn ontmoedigd.

De jonge mensen kunnen niet meer opzien naar jonge, enthousiaste en gegeven priesters.

Verscheidene parochies moeten het stellen zonder priester.

Heer Jezus, wij brengen deze toestand naar uw Hart.

Wil ook vandaag jonge mensen roepen tot het priesterschap.

Zend de heilige Geest opdat hun hart, hun thuis, hun leefmilieu

open zou staan om die roeping te onthalen en te bevorderen.

Geef dat ze tijdens hun opleiding begeleiders ontmoeten

die zelf gegrepen zijn door de Heer Jezus

opdat zij de geschikte vorming en bezieling ontvangen

om vurige en hoopvolle priesters te zijn

in de wereld van vandaag.

God, onze Vader, op Jezus' woord en in Zijn Naam vragen wij U

arbeiders te sturen in uw wijngaard om te oogsten

hetgeen Uw Geest reeds heeft opgewekt in de harten van mensen.

Wij danken U, dat U ons gebed verhoort,

door Jezus, Uw Zoon, onze Heer.

Amen

Zalige priester Poppe, bid voor ons."

bvv


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    



OVER MAGIE EN GELOOF

door Lieven Dewaer

Geloven, okay, maar...

Ik kwam eens in een heel vroom gezelschap terecht. Men had het daar over allerlei verschijningen van Maria en voorspellingen en over zaken die je moest doen om bepaalde genaden te ontvangen en gevrijwaard te blijven van allerlei tegenspoed. Ik mocht zelfs naar een prentje kijken en in een wolkje daarop moest ik het gelaat van Jezus onderscheiden. Met wat verbeelding lukte me dat, maar geweldig enthousiast was ik daar niet over. Ik voelde me niet echt goed in dat miraculeuze gezelschap. Het moest allemaal wat te speciaal, te miraculeus zijn, of het was niet katholiek genoeg. Ik heb echt geen problemen met mariale verschijningen, noch met bedevaartsoorden, zelfs niet met boodschappen die Maria daar mogelijks doorgeeft. Mijn probleem is gewoon dat sommige gelovige mensen het geloof een beetje te speciaal gaan maken. Zo ging er eens het gerucht dat pater Slavko van Medjugorye had gezegd dat je 9 novenen achter elkaar moest doen en dan zou er ik weet niet wat gebeuren. Onmiddellijk werd dat gerucht doorverteld, over heel de wereld, en velen schoten in gang om daaraan gehoor te geven. Een tijd later getuigde pater Slavko dat hij dat helemaal niet verteld had. Heel wat personen hadden zich verplicht gevoeld om die 9 novenen te vasten en speciale gebeden te doen.

Krampachtigheid of vertrouwen ?

Het kan hun maar deugd gedaan hebben, natuurlijk. Maar soms hou je je hart vast wanneer je binnen het christendom geconfronteerd wordt met allerlei - relatief duistere en niet door de Kerk goedgekeurde - gewoonten die een soort van verplichting brengen over goedgelovige mensen of waardoor ze zich beter gaan achten dan de rest van het gezelschap. Wat ze daarin zoeken is dan ook een zeker stellen van hun eeuwige zaligheid en de zekerheid dat ze bepaalde zaken zullen bekomen. Je ervaart een soort dwang. Iets heel anders dan de verlichting die Teresia van Lisieux stilaan opdeed, na haar krampachtige inspanning om alles zo perfect mogelijk te doen. Toen ze had ingezien dat ze zich met vertrouwen mocht overgeven in de handen van de hemelse Vader ervaarde ze vrijheid en kinderlijke blijdschap . Dàt is het evangelie op zijn best.

God dwingen ?

Die prestaties van 'ik moet zoveel paternosters gebeden hebben en dan zal ik dit of dat bekomen, ik moet nog zoveel dagen vasten en dan kan God niet anders dan me dit of dat geven' is eigenlijk niet het echte geloof. Het gaat in feite terug op een diepmagisch denken. Je treft dat ook aan bij personen in het Nieuwe Testament die van Jezus tekenen vragen, zekerheid, bewijzen. Maar Jezus verricht niet zomaar wat mirakeltjes om sceptici te overtuigen. Je moet gewoon op weg gaan met Hem. Hij alleen is je zekerheid, niet al die kapstokken en krammen waaraan je je zekerheid wil vasthangen. In het magische denken wil men God aan zich binden, Hem tot dingen verplichten, zelfs tot speciale, opvallende zaken. Het gewone op weg gaan met Hem is niet genoeg. In deze zin sluit die hang naar het wonderdadige nauw aan bij het buitenkerkelijke rusteloos zoeken naar het esoterische, het speciale, het importartikel uit het Oosten, het New-Age-drugje.

Wat is magie?

Je zou het in twee zinnen kunnen samenvatten: "Ik moet voor God presteren" en "Ik krijg God dan in mijn macht". Laat ons dat eens even onder de loupe nemen.

1° "Ik moet voor God presteren". Dit kan bv. zijn: ik moet zoveel weesgegroeten, zoveel rozenkransen bidden, zoveel bedevaarten doen, zoveel novenen, zoveel dagen vasten om dit of dat te bekomen. Dit is een heel andere benadering dan je aan God over te geven, tot Hem te komen met lege handen. En dat is toch de boodschap van het Nieuwe Testament.

"Maar God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding... Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het; niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen. Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus, om in ons leven de goede daden te realiseren die God voor ons al bereid heeft" (Efesiërs 2,4-5.8-10).

2° "Ik heb God dan in mijn macht". Dit staat wel lijnrecht tegenover de bijbelse visie dat alles genade is. Ik moet alles uit Gods hand ontvangen, gratis krijg ik het, zonder prestatie. Want alles wat we voor God doen, wat waarde heeft dat eigenlijk?

Ga ik er dus maar op los leven en me van niets nog wat aantrekken? "... misbruik de vrijheid niet als voorwendsel voor de zelfzucht" (Gal. 5,13)

"Alles is mij geoorloofd.' Ja, maar niet alles is goed voor mij. `Alles staat mij vrij.' Ja, maar ik moet mij door niets laten knechten" (1KOR.6,12 ).

Van magie naar geloof. Een beangstigende wending.

De overgang, de bekering van magie naar geloof is een diepe bekering en dat kan pijnlijk zijn. Vanuit (schijn-) zekerheden moet men zich in vertrouwen durven overgeven aan Gods goedheid en erbarmen. Het is de overgang van dwangmatig bidden en verplichte, steeds aangroeiende devoties, naar diep en vertrouwvol geloven. Het is vervelend daar te staan met lege handen. Sint Paulus is daar echter radicaal in, het is magie of geloven:

"Ik sta verbaasd dat gij zo spoedig voor een ander evangelie afvalt van Hem die u riep tot de genade; maar er is geen ander (evangelie) er zijn alleen maar lieden die u verontrusten en het evangelie van Christus willen perverteren. Maar al zouden wijzelf of een engel uit de hemel een ander evangelie verkondigen dan wij u verkondigd hebben: hij zij vervloekt! Wat ik vroeger heb gezegd zeg ik nu opnieuw: als iemand u een ander evangelie verkondigt dan gij ontvangen hebt: hij zij vervloekt (anàthema estoo)!" (Gal.1,6-9).

"Nu ge God hebt leren kennen, of liever, door God zijt gekend, hoe kunt ge nu opnieuw keren tot die zwakke en armzalige krachten? Wilt ge weer van voren af aan hun slaven worden? Ge houdt u aan bepaalde dagen en maanden, tijden en jaren... Ik ben bang dat ik me vergeefs voor u heb afgetobd" (Gal. 4,9-11).

In de Handelingen van de apostelen horen wij het Petrus even duidelijk verkondigen dat wij enkel vanuit Jezus verlossing ontvangen. "Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4,12). Alleen Jezus redt ons en niet onze hele resem devoties, geen Yoga Sutra, geen Boeddha, geen Mantra. Die zaken liggen op het vlak van de prestatie en hebben als doel God in onze macht te krijgen, in onze dienst; Hij moet dan naar onze devotiepijpen dansen en wij voelen ons veilig vanuit een kunstmatig net van devoties of technieken. We voelen er ons goed bij. Ik kan begrijpen dat we vanuit een niet volgroeid geloof soms op die weg wat kunnen zitten. De uitnodiging blijft echter dat we zouden durven intreden in het kinderlijk geloof in de Vader, die van alle eeuwigheid van ons houdt en ons zijn Zoon heeft gezonden om ons vrij te maken.

Ons goed voelen bij God

Onze roeping is dat we ons goed zouden voelen bij Gods barmhartige liefde, bij de liefde tot het uiterste van Jezus en vanuit de aanraking door de heilige Geest. Wij voelen ons dan uitgenodigd en in staat gesteld om te gaan leven vanuit Jezus' gezindheid. Dàt is consequent christelijk leven. En daarin gaat de Geest ons in toenemende mate begeleiden en aansporen, maar nooit in een geest van prestatie of van angst en beven. Onze diepe innerlijke rust komt niet vanuit de volbrachte prestatie, noch vanuit de bedwelmende Oosterse meditatie, maar vanuit het geloof in Gods liefde en de gehoorzaamheid aan de leiding van de heilige Geest.

Magnificat

Dat is ook een diepe mariale gezindheid. Luister maar naar het Magnificat. Maria looft God omdat Hij heeft neergezien op de kleinheid van zijn dienstmeisje "Hij die machtig is en heilig is zijn Naam". Zijn barmhartigheid en trouw duren eeuwig. Waar is hier sprake over prestatie? Of over eigen zekerheden vanuit 'zoveel psalmen heb ik gebeden, zoveel gevast en...'. Alles is genade, zegt Maria in feite. Haar levenshouding is 'overgave': 'Mij geschiede naar uw woord'. Ik, moeder worden van Gods Zoon? Oeioei, met dit en dat ben ik niet in orde... Dat geeft niet. De H.Geest zal over u komen. De heilige Geest zal het tot stand brengen, dat heilig Geheim. Bij God is niets onmogelijk. Gods plan gebeurt, ondanks de onmacht en de ontoereikendheid van mensen. Dat is geloof. En meen maar niet dat het geloof geen consequenties heeft. "Broeders, gij werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als voorwendsel voor de zelfzucht. Integendeel, dient elkander door de liefde. Want de hele wet is vervat in dit ene woord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf" (Gal.5,13-14).

Men wordt geroepen om te gaan leven vanuit en in overeenstemming met dat geloof. Maar met de hulp van Gods Geest en vertrouwend op Gods barmhartige liefde.

Magie wil ons als in een lift ook boven andere mensen stellen. Het geloof daarentegen maakt ons nederig tegenover God en vol mededogen naar de mensen. Want "wat ik ben, ben ik door Gods genade". Teresia van Lisieux spreekt over een heel andere lift: de lift van Gods barmhartige liefde, schuilen op de rug van Jezus, de goddelijke adelaar. Door gehoorzaam te zijn aan de heilige geest ga ik natuurlijk meewerken met Gods genade, maar zonder mezelf groot te voelen of te gaan opblazen als een kikker. "Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen" (Lofzang van Maria in Lukas 1,51-53).

"God weerstaat de hovaardigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade. Houdt u dan klein onder de sterke hand van God: Hij zal u te zijner tijd omhoogheffen" (1-ste brief van Petrus 5,5-6) .


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    


Met God omgaan als je vriend

(In de leer bij Alfonsus de Liguori) door Ives De Mey cssr

God vertrouwen

"Dit is het eeuwig leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus" (Joh. 17,3). God kennen, met Hem leven, dat is de ware zin van ons leven. Dat geeft ons ware vervulling.

En St.-Alfonsus, de stichter van de Redemptoristen, voegt er terecht aan toe: wij mogen met God omgaan als met een vriend. Het moet ons blijven verwonderen dat de Allerhoogste zichzelf 'ontledigt' of verlaagt om bij ons te kunnen zijn. Meer nog, "God is een bedelaar geworden, een bedelaar van liefde. Zelfs uitgestoten, wacht Hij aan de deur van ons hart," schrijft Nikolaas Cabasilas.

Die verwondering mag niet verkillen. Alfonsus zegt daarom: "Zeg dus vaak tot Hem: Heer, waarom houdt Gij zo van mij? Wat voor goeds ziet Gij in mij? Zijt Gij soms vergeten hoe vaak ik U al gekwetst heb?" Het is goed je bewust te zijn van je zondigheid tegenover God, wanneer dit je dankbaarheid voor zijn genaden alleen maar vergroot. En wanneer je zo leeft in het besef dat God je niet laat zitten, groeit je vertrouwen in Hem. En dat moet ons antwoord zijn op Gods liefde: dat wij Hem evenzeer vertrouwen. Het bedroeft God te zien dat de mensen die Hij zo graag gelukkig wil zien, bang zijn van Hem en Hem niet vertrouwen.

Als je God wil plezieren, converseer dan met Hem van nu af met het grootste vertrouwen en tederheid. Daarom heeft Alfonsus in 1753 een klein boekje bewerkt en laten drukken met de titel: 'Een manier om onophoudelijk en intiem (vertrouwelijk, of 'familiair') met God te converseren' Hierin wil de kerkleraar je helpen de gewoonte aan te kweken om met God te spreken als met je dierbaarste vriend.

Van bij het ontwaken

Dat betekent dus dat met God spreken niet saai is. Voortdurend met God in gesprek zijn, vraagt ook niet dat je je bezigheden moet verwaarlozen. Spreek met Hem juist over die bezigheden, je plannen, je verdriet en angst, over alles wat je bezig houdt. Want God is voortdurend bij je. Hij zet de eerste stap en biedt zich aan. Wanneer jij je bewust wordt van zijn aanwezigheid, neem dan de vrijheid om Hem te laten delen in je gedachten en gevoelens. Met je vrienden zijn er momenten van samenzijn en afwezigheid. Met God is er geen moment van afwezigheid, als jij wil. Ook 's nachts wijkt Hij niet en vanaf het ogenblik dat je wakker wordt, wil Hij reeds tot je spreken en verlangt Hij dat jij met Hem spreekt. Zelfs in de slaap, schrijft Alfonsus, kan God tot je spreken opdat je bij het ontwaken in praktijk brengt wat Hij tot je zei. Gods initiatief verwacht een antwoord van ons: dat wij vanaf het ontwaken Hem een dankbaar of liefdevol woord toespreken, dat wij ons verheugen in zijn attenties van nabijheid. Je kan wat dit betreft steeds in de leer gaan bij baby's: van zodra zij hun moeder of vader zien of een lieve knipoog krijgen, keert hun verdriet in vreugde om en kraaien ze hun plezier uit. En dit verblijdt de mama of papa mateloos. Wat is het leven toch eenvoudig en mooi!

Aan Gods mouw trekken

De volgende vragen die Alfonsus behandelt, zijn: waarover, wanneer en hoe wij met God zouden moeten spreken. Het antwoord is eenvoudig.

Waarover spreken? Over alles, zoals je zou doen met een goede vriend. God is geen machthebber die zich niet bezig houdt met het gepeupel. Integendeel: hij is volledig geïnteresseerd in je interesses en bezigheden. Zo gaat dat immers tussen geliefden! En breng ook de noden van je naasten, ja van de hele wereld, voor God.

Wanneer met Hem spreken? Altijd! Bij beproevingen, vreugde, na een misstap, wanneer je twijfelt,... God wil dat je steeds naar Hem toeloopt met alles.

Hoe? Met dat grote vertrouwen: 'Heer, ik zit in de rats, alleen van U kan ik vertroosting verwachten.' Dat was het gebed van de blinde Bartimeüs in Jericho dat Jezus zo raakte: 'Heer, Jezus Christus, Zoon van God, ontferm u over mij'. Het is niet erg als je al eens zachtjes je beklag doet bij God wanneer die vertroosting uitblijft. Zolang je je maar tot Hém richt en Hem niet je rug toekeert. Blijf op Hem vertrouwen. Verlies de vrede niet maar weet dat nog nooit iemand in de steek werd gelaten. "Is er iemand geweest die op de Heer vertrouwde en beschaamd werd? Heeft iemand Hem aangeroepen zonder verhoord te worden?" (Jezus Sirach 2,10) Vergeet nooit dat God je meer bemint dan jij jezelf. Wat valt er dan nog te vrezen?

Laat niets je scheiden van Gods liefde!

Maar laat jij op je beurt, God toch niet in de kou staan, wanneer je vreugdevol nieuws krijgt. Laat Hem delen in de vreugde, dank Hem als de Gever van al het goede.

Toon God dat je Hem vertrouwt en dat je leeft in zijn liefde door je tot Hem te richten nadat je een misstap hebt gezet. Laat je fouten nooit een scheiding tussen jou en God teweeg brengen. Dát is nu net wat de Kwade hoopt te bewerken; gun hem dat niet! "O, als zondaars eens zouden beseffen hoe groot Gods verlangen is, niet om te tuchtigen, maar om hen bekeerd te zien, zodat Hij hen zou kunnen omarmen en tegen zijn hart drukken!" schrijft Alfonsus. Alfonsus geeft een mooi vers uit het evangelie waarmee je meteen tot God kan bidden: "Heer hij die Gij liefhebt, is ziek." (Joh. 11,3) Of je kan met één van de vele mooie psalmen tot God spreken. Wanneer je moeilijk kan geloven in Gods vergeving, bedenk dan dat God zelfs zijn eigen Zoon heeft willen geven aan ons, zondaars, opdat we toch eens zouden willen geloven dat Hij een barmhartige Vader is. (zie Rom. 8,32). Wanneer je meteen na een misstap weer 'in communicatie treedt' met God, dan brengt je fout geen scheiding teweeg, maar versterkt ze zelfs de liefde. Zo is het toch ook in de menselijke relaties!

Doe alles met en voor God

Aan het einde van het boekje vat Alfonsus nog eens samen met praktische tips, waaruit ik er enkele put.

Laat je eerste gedachten in de morgen uitgaan naar God: biedt Hem de hele dag die voor je ligt aan, en vraag zijn hulp. Je kan ook met God afspreken om telkens je iets bepaalds doet Hem te danken,... zoals bijvoorbeeld wanneer je een kruisbeeld ziet, of wanneer je naar buiten kijkt,... Het is belangrijk om al in de morgen een tijd te nemen voor gebed.

Vergeet tijdens je bezigheden niet aan God te denken, draag je werk aan Hem op, vraag zijn hulp en trek je vaak terug in de binnenkamer van je hart om bij God te zijn. Kort: doe alles met en voor God. Momenten om aan God te denken zijn: wanneer je de kamer in- of uitgaat, wanneer je gaat zitten of opstaat,... laat toch zeker niet het gebed voor en na het eten achterwege. Voorts zet Alfonsus ook nog de geestelijke lezing op het menu overdag. 's Avonds de rozenkrans en een gewetensonderzoek bij het slapengaan. Psalm 4 vers 9 biedt je een goed slaapliedje: "Vredig vind ik de rust en de slaap; Gij Heer, Gij alleen doet mij wonen beveiligd."

Laat alles van God spreken

Wellicht is dit menu wel wat overladen voor jou. Het gaat erom de hele dag door in alles samen te leven met God. Gebruik hierbij alles wat je kan helpen. Keer alles wat je ziet of hoort om tot een gelegenheid om je tot God te richten. Ik was ooit eens bedroefd. Toen zag ik de zon schijnen door de wolken en ik besefte dat dit een knipoog van God was naar mij, een attentie om me te plezieren. Niet die zonnestraal fleurde me op, maar het besef dat God zich uitslooft mij gelukkig te maken. "Zie je een hond," zegt Alfonsus, "die voor een miserabel brokje brood hondstrouw is aan zijn meester, bedenk dan hoeveel meer reden jij hebt om trouw te zijn aan God die je zo rijk zegent." En zo vult de heilige nog vele bladzijden met voorbeelden: zie je hooi, denk aan de kribbe; zie je water, denk aan de vruchtbaarheid van Gods genade; zie je een kerkhof, denk eraan dat de tijd voorbijvliegt en hoe je die invult; zie je grote weelde, zeg dan dat Gods genade je genoeg is,...

Test je zelf eens uit en kijk hoe jij reageert als je de krant leest, het journaal ziet, mensen op straat bezig ziet,... Zijn het uitnodigingen om tot God te bidden? Bid eens terwijl je voor het rood licht wacht, of wanneer je de trap opgaat,...

"Ik heb beloofd om met Gods genade

nooit een werk te beginnen zonder te gedenken dat Hij het ziet,

dat Hij het samen met mij doet en me de middelen geeft om het te doen;

nooit een werk te beëindigen zonder dezelfde gedachte,

en het werk aan Hem aan te bieden omdat het Hem toebehoort;

en om in de loop van het werk, wanneer dezelfde gedachte opkomt,

een moment halt te houden en het verlangen om Hem te behagen te vernieuwen".

Kard. Merry del Val


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    



DE VRIJMETSELARIJ IS NIET VAN DE HEER

Getuigenis

Zo'n uitspraak ga je hier in ons land niet horen, me dunkt. Ik hoorde die uitspraak in Frankrijk, op het einde van het getuigenis van een jong echtpaar, Hervé en Maria-Laetitia uit Dijon. Zij brachten hun getuigenis tijdens de Internationale Sessie van de Emmanuelgemeenschap in Paray-le-Monial. Toen onlangs in een krantenartikel beweerd werd dat er nogal wat vrijmetselaars in de Belgische Federale regering zitten dacht ik terug aan dit getuigenis dat ik in Paray genoteerd had.

Vooral Hervé was aan het woord aangezien hij op een bepaald ogenblik in de klauwen van de vrijmetselarij dreigde te geraken. Toen hij afstudeerde aan de Handelshogeschool had hij zich met heel zijn energie in het werk gestort. Toch leefde er in zijn hart ook een diep verlangen naar zingeving en naar het absolute. Gehuwd met Maria-Laetitia was hij voor een franse firma voor twee jaar naar Japan getrokken. Hij getuigde dat zijn hoogmoed hem stilaan losmaakte van de Heer. Hij las veel boeken over Oosterse filosofie. Maria-Laetitia wees hem echter vaak naar de Heer.

Terug in Frankrijk kwam hij in contact met een speciale groepering van personen die allen behoorden tot de 'leading people', mensen van invloed in de industriële en politieke wereld. De man die hem daarover aansprak was een vrijdenker. Het professioneel profiel van de leden fascineerde Hervé en ook wel esoterische elementen in hun samenkomsten. Bovendien had hij de sterke indruk dat ze radicaal geëngageerd waren in hun vereniging. Stilaan kreeg hij wat initiatie, maar nog zonder deel uit te maken van de vrijmetselarij. Op een bepaald ogenblik echter moest hij beslissen om zich binnen de maand te engageren in de vereniging.

Maria-Laetitia stelde hem voor de keuze: je kiest voor de vrijmetselarij of je kiest voor ons beiden. Ze had echter de indruk dat Hervé niet echt luisterde en dat zij het spel radicaal moest spelen; inwendig voelde ze aan dat die groepering iets slechts was. 'Vrouwen moeten ook vandaag hun rol spelen in de strijd tegen de Satan'. Hervé echter dacht dat ze stilaan van gedacht zou veranderen, dat het allemaal wel zou koelen zonder blazen. Zij echter vroeg dat hij het tegen een priester zou zeggen. Die priester leek helemaal niet fanatiek. Hij zei aan Hervé dat hij zich deze vragen moest stellen en dan een keuze maken: "Van wie ben je het kind?" "Moet je geïnitieerd zijn om de waarheid te vinden?" "Wie is de waarheid?".

Hervé wou de zaak eerlijk spelen en ging deze vragen voorleggen aan de Heer, voor het heilig sacrament in een kerk. Hij vroeg: 'Waar is de waarheid?' En hij deed voor zichzelf deze oefening: hij beeldde zich in dat hij voor de vrijmetselarij koos. Daarna deed hij de oefening 'Ik ga niet naar de vrijmetselarij'. Toen voelde hij een diepe vrede in zijn hart. Toen hij naar huis terugkeerde ervaarde hij een sterke warmte in zich en snikkend kwamen deze woorden in hem op: "Welkom in het huis van de Heer". De laatste woorden van zijn getuigenis waren: "Vrienden, de vrijmetselarij is niet van de Heer!"


EINDE VAN DIT ARTIKEL  

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP    



PRIESTER POPPE ZALIGVERKLAARD

Op zondag 3 oktober 1999 werd de Oost-Vlaamse priester Edward Poppe door paus Johannes II zaligverklaard.

Edward Poppe werd op 18 december 1890 te Temse geboren in een arm bakkersgezin. Als jongen voerde hij het brood uit met een bakkersfiets. Van huis uit was hij volks, vlaamsvoelend en sociaal gericht. Hij was actief in de vlaamse studentenbond. Als seminarist leerde hij langs haar autobiografie (Histoire d' une âme) Theresia van Lisieux kennen en de spiritualiteit van Grignion de Montfort (De ware Godsvrucht). Vanuit Leuven schreef hij: "Ik ben seminarist en wellicht de gelukkigste van de wereld. Ik wil liever sterven dan God maar half te dienen" (1912). In 1913 is hij doctor in de wijsbegeerte. Tijdens de oorlog (1914/18), waarin hij korte tijd soldaat is en daarna ondergedoken leeft, hoort hij over père Chevrier spreken, een Lyonese priester met een groot hart voor de armen (door paus Johannes-Paulus II zaligverklaard in 1986). In 1915 is Poppe op het Grootseminarie te Mechelen en daarna in Gent waar hij Franciscus van Sales en Elisabeth van de h. Drievuldigheid leert kennen doorheen allerlei lectuur. In 1916 wordt hij priestergewijd te Gent en onderpastoor benoemd op St.-Coletaparochie te Gent. "Heilig worden is geen kinderspel: je moet 1° het vast willen en 2° alles van God verwachten. Hij leeft heel armoedig en onthecht met p. Chevrier als voorbeeld. Maar zijn onderpastoorschap is geen succes. Van 1918-1922 is hij rector bij de zusters van Moerzeke omwille van zijn gezondheid. In 1919 heeft hij een eerste hartcrisis. Hij heeft veel tijd voor gebed, studie en nadenken. Hij wordt een echte godsdienstpedagoog en in de Eucharistie ziet hij het beste vormingsmiddel. Zo sticht hij de Eucharistische Kruistocht en schrijft boekjes voor de kinderen, de leraars en priesters. Lezing van Grignion de Montfort leidt hem naar Maria en maakt hem alert tegen het marxisme, materialisme en secularisme. Als binnenweg (de bakkersjongen nam ook altijd de binnenwegen) neemt hij de 'kleine weg' van Theresia van Lisieux. Op 1 januari 1922 biedt hij zich als offerande aan aan de barmhartige Liefde (op bevel van zijn geestelijke leider, pater Van Haute, redemptorist). In oktober 1922 wordt hij nog benoemd tot geestelijke leider voor de geestelijke brancardiers te Leopoldsburg. Op 1 januari 1924 is hij ziek terug te Moerzeke. Hij overlijdt dat jaar op 10 juni. Het geheim van Edward Poppe was: Gods wil zo volmaakt mogelijk volbrengen naar het voorbeeld van Jezus en Maria.

Inspiratiebron: Fernand Van de Velde: 'Edward Poppe, Soli Deo - God alleen'

1998, prachtig geïllustreerd, 48pp., 275 Bef.


EINDE VAN DIT ARTIKEL

EINDE VAN DIT NUMMER  1999_4     

    TERUG NAAR INHOUD         TERUG NAAR TOP