GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

         GELOOF en LEVEN  Jg 115 (2011) nr. 2

   TERUG NAAR INHOUDSOVERZICHT           TERUG NAAR THUISPAGINA   

Voorpagina           Orthodox zegeningskruis  I

Tot een heilig leven bestemd       Een bezinning   41

Where have all the flowers gone?   25 maart. Bij een noot over lelies 43  

Spijtig voorval in Beirut   p. Timon De Cock  46

Apostolaat en geestelijk leven  Priester Poppe   47

Het (orthodox) Heilig Kruis    Bezinning bij een kruisbeeld 49

Hoeveel katholieken zijn er?       Kerknet    52

Paus wil meer Westerse priesters  Kerknet    52

Project voor jonge mensen te Mar Yakub A. Verhamme & p. D.Maes 54

Europa en de christelijke verzuchtingen     (veroordeling vervolgingen)57

Een ernstige zaak  (christenvervolging)   D. Maes in lezersbrief naar Tertio 58

Altijd moe           naar Primo   60

Engeland in the Picture       61

1 Eredoctoraat voor Anglicaanse bisschop     61

2 Eerste Anglo-katholieke priesters catholicchurch   63

3 Onze lieve vrouw van Walsingham Naar Joanna Bogle  66

Wereldjongerendagen (2011) en Limburg  Kerknet 7 februari 2011  68

Hoe gaat het met de (priesters) Kerk?  Kard. Piacenza bij kath.Nachr. 69

Priestercelibaat    Duitse bisschoppen  72

Het mysterie van onze godsdienst   Een Nieuwtestamentische hymne 73

Verhaal: De mantel van Sint Maarten (8) Ben Debeer   76

Lachedingen         III

Inhoudstafel        IV

 

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      

TOT EEN HEILIG LEVEN BESTEMD  : Een bezinning

Het jaar was nog jong toen we in de liturgie een nieuwe reeks zondagen “door het Jaar” aanvingen met,  als eerste,  het Feest van Jezus’ Doop. Daarop volgde dan de 2de echt gewone zondag door het jaar. In de lezingen kregen we toen al onmiddellijk de volle laag met bovenstaande tekst, die we hier nog even in zijn context plaatsen:

 

Griekse heiligen. En wij dan?

Paulus, “door Gods wil geroepen tot apostel van Christus” schrijft in zijn eerste brief aan de christenen van Korinthe “aan hen die, geheiligd in Christus Jezus, tot een heilig leven zijn bestemd, samen met allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus Christus, hun Heer en de onze.” (1 Kor. 1, 1-2)

Paulus ziet zijn zending in dienst van Jezus als door God gewild en hij richt zich tot een Griekse christelijke gemeenschap. Volgens hem waren zij "bestemd tot een heilig leven samen met allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus Christus, hun Heer en de onze". Beste lezer, Paulus heeft het dus ook over u en mij: “allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus.”

En wat zegt Paulus over ons allen? Dat wij bestemd zijn tot een heilig leven! Je wist het misschien niet, maar nu hoor je het eens van een echte apostel, die voor die waarheid de wereld een paar keer is rondgereisd en tenslotte te Rome onthoofd werd rond 67, naar het einde toe van de regering van de niet zo lieftallige keizer Nero. Dat ter zijde. Maar wij zijn dus bestemd tot een heilig leven. Paulus heeft het niet over onze toekomst na onze dood, en het is ook niet zijn bedoeling dat we nu al op een piëdestal moeten verheven worden… Het gaat over het leven dat we nu leiden en dat een heilig leven zou moeten zijn. Daartoe zijn we bestemd.

Christelijke levensstijl

Een heilig leven dus. Een leven, midden in de wereld, en toch afwijkend van het leven van niet-gelovigen. Het moet terug te vinden zijn in onze gedachten, ons spreken, ons gedrag, onze manier van omgaan met medemensen, onze vergevingsgezindheid, ons gebruik van de stoffelijke dingen… Een christelijke levensstijl, lifestyle, zegt men tegenwoordig op zijn Engels, maar het gaat voor ons, christenen wel degelijk over de manier waarop we leven, ons leven inrichten, onze manier van omgaan met mensen en dingen (teevee, kleding, inrichting van ons huis). In die uiterlijke ‘belichaming’ moet een vonk overspringen van wat innerlijk in ons zou moeten leven. Kijk eens rond in uw kamer, uw huis en in uw leven en omgang met mensen - even in de spiegel kijken - en zie waar nog wat aan moet gewerkt worden… Met Gods genade! Want tot een heilig leven ben je bestemd!

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      




WHERE HAVE ALL THE FLOWERS GONE ?

MARIA BOODSCHAP

 

25 maart vier(d)en we het Feest van de Aankondiging van de Heer of Maria Boodschap. Op afbeeldingen van de aankondiging tref je Maria aan terwijl ze aan het spinnen is, of terwijl ze water gaat putten aan de bron, en je ziet er ook de engel (Gabriël). De engel houdt vaak een stengel witte lelies in de hand. Over dat ruikertje bloemen en over 25 maart gaat dit korte artikel.

 

Protestsong

Misschien herinneren sommigen van jullie nog dat liedje, uit de tijd van de protestsongs tegen de oorlog in Vietnam e.d.m.. Where have all the flowers gone, Longtime passing…? Waar zijn de bloemen gebleven? Jonge meisjes hebben ze geplukt! Waar zijn de meisjes gebleven? Weggetrokken voor een man! Waar zijn de mannen gebleven? Vertrokken om soldaat te worden! Waar zijn de soldaten gebleven? Op de kerkhoven! Waar zijn de kerkhoven? Op zoek naar bloemen! Waar zijn al de bloemen gebleven? Jonge meisjes ... Enz.  Een mooi liedje dat men steeds kon herhalen.

 

Lilia candida

Maar wij hebben het hier natuurlijk niet over een antimilitaristisch protestlied, en toch stellen ook wij de vraag: waar zijn de bloemen gebleven? Met name de madonna-lelies? Die grote witte lelies, die vroeger zo talrijk op de heuveltoppen van het Heilig Land bloeiden, vooral dan nog in de omgeving van Nazareth. Deze mooie witte lelies, groter dan de tuinlelies, de zogenaamde lilia candida, waar zijn ze gebleven, daar in Galilea? Ze zijn tegenwoordig inderdaad zo zeldzaam geworden in Israël. En de reden is … dat ze omzeggens alle geplukt zijn. Young girls picked them everyone… Nee, natuurlijk niet enkel de meisjes hebben die lelies geplukt, maar de pelgrims uit vorige tijden hebben lelijk huisgehouden: ze plukten de lelies, maar bovendien vaak…  met de knollen erbij, als vrome herinnering aan wat daar in Nazareth gebeurd was bij de aankondiging aan Maria, dat ze moeder zou worden van de Heiland, onze Heer Jezus Christus.

Omdat deze lelie zo vaak voorkwam in de streek rond Nazareth, maar daarbij ook nog als symbool van Maria’s onbevlekte ontvangenis of ook van haar maagd zijn (‘daar ik geen man beken’) zie je ze vaak op de afbeeldingen van de aankondiging in de hand van de engel die het Blijde Nieuws komt melden.

 

Welk blij nieuws?

De “vreugdevolle boodschap” die de engel brengt, is dat Maria moeder zou worden van een kind, een zoon, “die gij de naam Jezus moet geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.” (Lucas 1,31-33).

Maria is wel zozeer mens en vrouw dat ze vraagt hoe dat in zijn werk zal gaan, aangezien ze zich nog niet verbonden heeft met een man. “De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet, dat zelfs Elisabet, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk.” (Lucas 1,35-37)

 

Mogelijk of onmogelijk?

Een korte uitleg en een teken, een aanwijzing dat voor God niets onmogelijk is: haar oudere bloedverwante is ook al 6 maand zwanger van een zoon, de toekomstige Johannes de doper. Met dat woord en dat teken moet Maria het stellen, en… met de diepe geloofservaring binnenin.

Haar dienstbaarheid brengt haar weldra in contact met Elisabet, die ze de laatste drie maanden van haar zwangerschap ter zijde zal staan. Elisabet begroet haar trouwens met de woorden: “Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.” (Lk.1,44-45)

 

25 maart

Het Feest van de “Boodschap aan Maria”, eigenlijk de “Aankondiging van de Heer”, heeft zijn plaats gekregen zo’n 9 maand voor Kerstmis, de “Geboorte van de Heer”.  Op 25 maart vieren we reeds het grote mysterie van de Menswording:

“Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden.” (Paulus aan de christenen van Filippi 2,6-7).

Of zoals Johannes schrijft: “Het Woord is vlees geworden. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol van genade en waarheid… Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.” (Joh. 1,14.18).

Dat is het grote Geheim dat Maria sedert de Aankondiging in haar schoot draagt. Gods liefde die zichtbaar zal worden. Deze liefde zullen we zien en horen doorheen de woorden en de daden, doorheen het leven en sterven en verrijzen van Jezus, het Kind van Maria. Met het gebeuren van Jezus’ Menswording breekt de grote belofte van de redding open en begint de volheid van de tijden. Een gebeuren om dankbaar te blijven gedenken door ons, wij, die in ‘de laatste dagen’ leven

              

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      




SPIJTIG VOORVAL IN LIBANON: inbraak bij missionaris

Pater Timon De Cock, Gentenaar, pater Redemptorist, werkt reeds 50 jaar als katholiek missionaris in Libanon. Enige tijd terug deed hij ’s morgens een spijtige ontdekking. Toen hij zich gereedmaakte voor de Eucharistieviering stelde hij vast dat er ingebroken was in zijn kerk. In de  sacristie waren alle gewaden op een hoop gesmeten, verscheurd en verscheidene in brand gestoken. In de kerk viel hem onmiddellijk op dat het tabernakel was open gebroken en de ciborie met geconsacreerde hosties op de grond gesmeten.  Heel wat kerkramen waren aan diggelen geslagen.

Even later zag hij dat ook in de (dit schooljaar althans) leegstaande school de directielokalen stevig aangepakt waren.

De politie werd erbij geroepen en vrij spoedig konden een 3-tal jeugdige sjiïetische vandalen opgepakt worden waarvan 2 oud-leerlingen van school van p. De Cock. Het is nog niet duidelijk of het vrijblijvend vandalisme is geweest van de jonge daders zelf of dat ze geïnspireerd en/of gestimuleerd werden om die vandalenstreek uit te halen.

PS. Gelukkig hadden we wat misgewaden mee verhuisd van de Voskenslaan naar het Groot Begijnhof zodat we pater Timon een paar alben en kasuifels konden bezorgen voor zijn kerk in Beirut. Na een kort verblijf in het Begijnhof zijn beide missionarissen opnieuw aan het werk in Libanon.

                

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      


 

APOSTOLAAT EN GEESTELIJK LEVEN  

Priester Edward Poppe

 

Priester Poppe (18 december 1890 - 10 juni 1924) leefde in een andere tijd dan de onze. Het ‘tijdsgebondene’ mogen we wel trachten los te laten, maar we mogen wat hij zegt niet zó afschrobben dat we het echt authentieke van zijn inzichten ook van ons kunnen afschudden. Priesters, diakens en alle begeleiders van volwassenen en jongeren, en ieder van ons die getuige wil zijn, moeten allen beseffen dat planten en besproeien, zweten en zwoegen belangrijk zijn maar dat het God is die de wasdom geeft en dat we best alles doen vanuit een diepe verbondenheid met God. Luisteren we even naar de zalige Priester Edward Poppe.

“Apostel, apostolaat” doet ons denken aan een gevulde dag, aan propaganda, aan oproepen, aan studiekringen. APOSTOLAAT!... Het doet de voorstelling opduiken van een sociale werker, een bezwete priester op zijn fiets, een gejaagd, uitgeput gezicht, en een jachtige pen over een bureau vol rekeningen en officiële papieren… ofwel van de Kring vol spelers en kaarters, waartussen een onderpastoor vol zorg en bezigheid. Is het zo? Wekt dat woord “apostolaat, apostel” hoofdzakelijk zulke voorstellingen in ons op, wel, dan is er iets niet in de haak met ons. Er is een afwijking in onze mentaliteit; er is een ledig plaatsje, een blote plek in ons geestelijk leven: Jezus komt niet tot zijn recht, Jezus’ bakje is niet gevuld! De lamp en de wiek en de lucifers zijn er wel. De lamp brandt, maar er is bijna geen olie in: zij wordt niet bijtijds gevuld, zo brandt de wiek op, en weldra gaat de lamp uit.

“Apostolaat, priesterwerk, onderpastoorschap” en dies meer, moest dadelijk doen denken aan een altaar met een rode lamp en een jonge priester er voor: de levende godslamp moeten wij zijn! Wij, de priesters!

Woorden als “misverstand”, “afval”, “lege kerk” moesten ons aanstonds doen zeggen: “Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft”.  “Vervallen parochiewerken” moeten ons dadelijk doen denken aan “ ’t gebed van onze arme mensen en zieken”, aan “’t gebed van de kleintjes, van de Eucharistische Kruistocht!” – “Tegenwerking, kwaadwilligheid, misverstand” moesten niet de echo verwekken van “er is niets aan te doen; ’t is allemaal om zeep!”. Neen, zulke kruisen en wanhopige toestanden moesten ons dadelijk doen besluiten tot meer liefde, wat meer versterving, tot vijf minuutjes langer dankzegging na de H. Mis! – Als ’t zo gaat, dan is het in de haak in ons binnenste, en dan geraakt het ook wel eens in de haak buiten ons in de parochie.

Ja, hoe hopeloos de toestand ons ook mag voorkomen, hoe ontredderd de parochie ook ligt, alles komt terecht! Want er is geloof in de priester, er wordt in zijn geestelijk leven plaats gemaakt voor Jezus, en … Jezus is almachtig en getrouw in zijn beloften!”

               

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      



HET ORTHODOXE HEILIG KRUIS

 

“Mij moge God er voor bewaren op iets anders te roemen

dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus”

(Paulus aan de Galaten 6,14)

 

Op ons altaar ligt een relatief breed maar plat koperen kruis van zo’n  20 cm . lengte. Het is een orthodox kruis, met een verticale en horizontale balk uiteraard, zoals een gewoon kruisbeeld, maar met bovenaan een korte balk die het opschrift boven Jezus’ kruis moet verbeelden en met onderaan de ‘schuine’ voetsteun. Daarmee onderscheidt het zich wel wat van de gewone kruisafbeeldingen in de katholieke kerk. We hebben het op de voorpagina van dit nummer afgedrukt. Treffend op dat koperen kruis zijn enkele afbeeldingen en teksten.

 

De afbeeldingen

De ingeprente afbeeldingen zijn – afgezien van het gekruisigde, heilige lichaam van Onze Heer - bovenaan het mandylion: het zogenaamde ‘niet door mensenhanden gemaakte’ doek waarop het gelaat van de Heiland staat afgebeeld. In het Westen kennen wij hoofdzakelijk de legende van de zweetdoek van Veronica  maar in het Oosten heeft men de legende van koning Abgar van Edessa, die aan Jezus zou gevraagd hebben om Hem te komen bezoeken, maar Jezus zou een van zijn volgelingen opgedragen hebben koning Abgar een afbeelding van zijn gelaat te bezorgen. Sommige syndonisten vinden in deze legende trouwens een aanwijzing dat de lijkwade (van Turijn) waarin Jezus zou begraven zijn daarna een omweg langs Edessa zou gemaakt hebben. We kunnen het in een later nummer daarover meer uitgebreid hebben. Het mandylion is in ieder geval ook een vaak geschilderde icoon.

De kleine bovenste dwarsbalk is dus eigenlijk een vergroting van de plank boven Jezus’ hoofd met het opschrift in drie talen ‘Jezus, de Nazarener, koning der Joden’ (in het Latijn: Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum, vandaar de beginletters INRI). Op die plank staan twee zwevende engelen afgebeeld, die de Gekruisigde eerbiedig aanbidden. Deze engelen (Gabriël en Michaël) staan ook op veel kruisiconen en iconen van de verrijzenis (Anastasis) afgebeeld met in hun handen een doek waarin zich de passiesymbolen zoals de doornen, de nagels, de speer en de spons bevinden. Tussen de twee engelen staat een tekst die we verder nog aangeven.

In het midden van dit koperen kruis staat nog eens het kruis met de Gekruisigde Christus afgebeeld. Zijn hoofd draagt de gekende aureool, met in de kruisvorm de letters Ho Oon: Hij die is, de Naam waarmee Jahwe zich kenbaar maakte aan Mozes vanuit de brandende braamstruik; daarmee wordt hier de goddelijkheid van Christus uitgedrukt. Boven de aureool staan de vier Griekse letters IS XS als afkorting van Jezus’ Naam: IesouS CHristoS. Er is geen twijfel meer mogelijk, het gaat om Jezus Christus, Zoon van de levende God.

Naast Jezus’ rechterhand staat een kleine bol, vermoedelijk de zon; aan zijn linkerhand de maan. Koning van hemel en aarde. Een mooie Nieuwtestamentische hymne zingt het uit:

“Want in Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid,

om door Hem het heelal met zich te verzoenen.

en vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten,

om alles in de hemelen en op de aarde te verzoenen,

door Hem alleen.” (Kolossenzen.1,19-20)

Naast het lichaam van Jezus en de verticale balk staat aan zijn rechterzijde de lans afgebeeld waarmee zijn rechterzijde werd doorboord en aan zijn linkerkant, op de lange rietstok, de spons waarmee Hem zure wijn werd aangereikt.

Onder het kruis staat een grot afgebeeld met een doodshoofd: de traditionele voorstelling dat Jezus gekruisigd is op de rots, waaronder onze stamvader Adam begraven werd. Het is de symbolische weergave van wat Paulus schrijft in zijn belangrijke brief aan de christenen van Rome:

“De fout van één mens bracht allen de dood,

maar allen schonk Gods genade rijke vergoeding

door de grote gave van zijn genade:

de ene mens Jezus Christus” (Rom.5,15)

 

De woorden

In de teksten wordt het kruis bezongen als het grote wapen van Christus waarmee Hij het kwaad overwon en waarmee Hij voor de mensheid de deur naar het heil weer opende.  De Slavische tekst op het kruis luidt in het Nederlands:

 “Heilig Kruis, Beschermer van de hele wereld.

 Heilig Kruis, teken van de macht van de Hemelse Koning

 Heilig Kruis, sterkte voor de gelovigen,

 Heilig Kruis, u wordt de lof van de engelen toegezongen,

 Heilig Kruis, gij overwint de Kwade.

 Heilige Koning, Jezus Christus, Zoon van God.”

Links en rechts worden zon en maan ook in het Slavisch aangeduid, en onder de uitgestrekte armen van Jezus staat deze mooie belijdenis:

 Voor uw Kruis, Koning, knielen wij neer,

 ootmoedig verheerlijken wij uw Verrijzenis.

Naast het voetbankje staan aan beide zijden telkens nog twee Slavische letters waarvan we op dit ogenblik de betekenis nog niet kennen.

 

Het is voor de celebrerende priester een uitnodiging om Christus’ levensoffer meer bewust te gedenken. Voor ons allen mag deze overweging een uitnodiging zijn tot meer bewuste  eerbied wanneer wij het kruisteken maken of wanneer we het kruisbeeld begroeten in onze woon- of werkkamer.

 

Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U

omdat Gij door uw heilig Kruis

de wereld verlost hebt.

                

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      



HOEVEEL  KATHOLIEKEN ZIJN ER?

Bericht van KerkNet/LaCroix zaterdag 12 februari 2011

Het aantal katholieken steeg tijdens de periode van 2008 tot 2009 met 1,3 %, wat betekent van 1,166 miljard tot 1,180 miljard gelovigen. Dat melden Italiaanse media, op basis van het nieuwe ‘Annuario Pontificio’ (het Statistisch Jaarboek van de Katholieke Kerk), dat jaarlijks door het Vaticaan gepubliceerd wordt. In het Jubeljaar 2000 waren er voor het eerst meer dan een miljard katholieken. Het aantal priesters steeg in 2009 met 1,4% tot 410.593 geestelijken. In Afrika en Azië groeide het aantal priesters met respectievelijk 38,8 en 30,5%. In Europa daalde het aantal priesters echter met 9%.   Momenteel zijn er wereldwijd 5.200 bisschoppen.

                

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      


 

PAUS WIL MEER (WESTERSE) PRIESTERS

KerkNet/VIS/Kathpress  

 

Het is duidelijk dat er in het Westen een gebrek is aan priesters, vooral jonge priesters. Het is logisch dat het priesterschap geweldige schade heeft geleden toen bekend werd dat honderden priesters op schandelijke wijze kinderen voor hun egoïstische en ziekelijke plezier misbruikt hebben. Maar dit alles heeft Paus Benedictus XVI er niet van weerhouden om een oproep te doen tot de plaatselijke kerken om meer en sterkere inspanningen te leveren om priesters te werven. Het mag niet blijven bij een algemene oproep tot navolging van Christus, maar ze moeten vooral het profiel van het priesterschap duidelijk maken. Aanleiding voor de oproep vormde de ontmoeting van Benedictus XVI met verantwoordelijken van de Congregatie voor het Katholieke Onderwijs op 7 februari 2011.

Deze oproep van de paus is duidelijk vooral gericht tot westerse kerken. Wereldwijd zijn er momenteel 409.166 priesters (zie nauwkeuriger cijfer in artikel hierboven van 12 febr.). Het dalende aantal priesters in Europa staat in schril contrast met de aangroei in andere continenten, in het bijzonder in Azië en Afrika. Ondanks alles had de paus woorden van lof voor de belangrijke rol van seminaries in de vorming van priesters, al worden de presidenten van de seminaries aangespoord de kandidaat-priesters strenger nog dan vroeger te selecteren en dit tegen de achtergrond van de crisis rond het seksueel misbruik van minderjarigen in een pastorale relatie.

 

Geen defaitisme a.u.b.

Deze oproep van de paus stuit natuurlijk bij kritisch ingestelde christenen (vaak vooral ook bij priesters) op de bedenking dat er nog meer dan genoeg priesters zijn, ofwel dat, als men de celibaatsverplichting zou laten vallen of als men vrouwen tot het priesterambt zou toelaten, er priesters genoeg zouden zijn (iets wat je tot nader orde kan betwijfelen als je naar andere denominaties kijkt zoals de Anglicaanse kerk of protestantse denominaties). Wanneer men voor het feit staat dat er geen priester voorhanden is, zullen leken een des te groter verantwoordelijkheid op zich moeten nemen op de parochies. We mogen dankbaar zijn voor de vele gehuwde diakens en alle pastorale werkers in de parochies en decanaten. Toch blijft het onze overtuiging dat diep-gelovige en geëngageerde priesters een grote zegen zijn voor de christelijke gemeenschap.

Maar als de priesters en de gelovige gemeenschappen niet echt geloven in de noodzaak van nieuwe priesterroepingen, dan zullen jonge mensen zich ook minder vlug getrokken voelen om die schone maar zware taak op zich te nemen.

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      


 

EUROPA EN DE CHRISTELIJKE VERVOLGDEN

Dat het Europese parlement de christelijke wortels van Europa niet heeft willen erkennen is niet in de smaak gevallen bij alerte christenen en de toekomst zal uitwijzen wat een vreesachtige en domme houding dat geweest is.  In februari bleef Europa opnieuw achter de feiten aanhollen in verband met de Egyptische volksbeweging. Maar ook was er juist aan voorafgaand de vaststelling dat christenen in heel het Midden-Oosten – en niet alleen daar - slachtoffer werden van discriminatie en geweld. Toch werd ook op dat vlak (op 31 januari) geen overeenstemming bereikt in verband met een verklaring omtrent de godsdienstvrijheid voor christenen.

Op Kerknet verscheen op 2 februari dan ook een reactie van Mgr. Rino Fisichella, voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Nieuwe Evangelisatie. In een gesprek met Radio Vaticaan wees hij op die mislukte poging van de Europese Ministers van Buitenlandse Zaken om een verklaring op te stellen over de vervolging van christenen en de godsdienstvrijheid.

Hij waarschuwde dat de Europese instellingen elke geloofwaardigheid en zelfs hun legitimiteit dreigen te verliezen bij Europese christenen. Fisichella richtte zich vooral aan Catherine Ashton, de hoge vertegenwoordiger voor het buitenlandbeleid van de Europese Unie. Het geschipper met termen door Europa, waarbij ten koste van alles elke verwijzing naar het christendom moet vermeden worden, is ondraaglijk en stilaan lachwekkend, meent de hoge Vaticaanse verantwoordelijke.

Ook de Comece, de Raad van de Bisschoppenconferenties van de Europese Unie, betreurt de besluiteloosheid, “terwijl nog dagelijks slachtoffers vallen bij vreselijke aanvallen tegen christenen en andere minderheden.” Volgens Comece kan niemand nog blind blijven voor de levensomstandigheden van christenen in het Midden-Oosten, na de aanvallen tegen kerken in Egypte en Irak. “Dit zijn geen geïsoleerde gevallen. Cijfers van de voorbije jaren over de godsdienstvrijheid bewijzen dat christenen het vaakst slachtoffer zijn van religieus geweld. Het engagement van de Europese Unie voor de fundamentele rechten en de godsdienstvrijheid is uitdrukkelijk vastgelegd in het verdrag van de Europese Unie en het Charter van Fundamentele Rechten en het werd ook al meermaals in diverse verklaringen bevestigd. Wij rekenen erop dat de Europese Unie concrete maatregelen neemt om deze algemene principes ook in politieke daden om te zetten” , aldus een verslag op Kerknet.

Overigens heeft de Belgische bisschoppenconferentie op 17 februari (en kort daarop ook de Nederlandse bisschoppenconferentie) er opnieuw op aangedrongen dat de Europese Unie de vervolging van christenen wereldwijd ondubbelzinnig veroordeelt en maatregelen neemt om hen te beschermen omdat men op 21 februari opnieuw zou samenkomen met de raad van ministers van Buitenlandse zaken van de EU (Op 31 januari was men niet tot een gemeenschappelijke verklaring kunnen komen). Lees verder  en eindelijk reactie

 

              

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      

 

EEN ERNSTIGE ZAAK:

christenvervolging in de Islamwereld

Kerk- en Christenvervolging heeft plaats over de hele wereld en wij Westerse christenen lijken ons niet te realiseren wat een ernstige zaak dat is voor onze broeders en zusters in het geloof. De pedofilieschandalen hebben in ons land ook sommigen geïnspireerd om de kerk en het christelijk geloof een flinke duw te geven, met en zonder humor. Daarnaast gebeurt christenvervolging door allerlei fundamentalistische groeperingen en machthebbers. In Tertio verscheen in dit verband een lezersbrief van Daniël Maes; daarin betreft het de situatie van christenen in de moslimwereld, maar hetzelfde probleem stelt zich o.m. bij fundamentalistische Hindoes.

“’Christenvervolging onbekend bij Amnesty International’, schrijft Miel Swillens in het Vizier in tertio nr. 572. Een verpletterende en terechte kritiek. Amnesty International protesteert, wat hun goed recht is. Maar Amnesty International kan beter daadwerkelijk revanche nemen en opkomen voor mensen die in heel de Arabische wereld waar de islam heerst, worden verdrukt. In Damascus leven twee jonge mensen die verloofd zijn: Nidal en Hilba. Hij is christen en zij is een moslima die zich voorbereidt op het christelijke doopsel. Samen willen ze een christelijk gezin stichten. Helaas kunnen ze wettelijk niet huwen tenzij Nidal eerst officieel moslim wordt.  Dat is nu eenmaal een eis van de Syrische wetgeving. Dat is een gruwelijk schending van een fundamenteel mensenrecht, namelijk de gewetensvrijheid. Zo is het op en gelijkaardige manier in heel de Arabische wereld waar de islam heerst. En dan genieten de christenen in Syrië nog van een grotere vrijheid en veiligheid dan in tal van andere Arabische landen. Deze massale schending van de gewetensvrijheid in heel de Arabische wereld is een misdaad tegen de menselijkheid. Een Amnesty International dat zichzelf respecteert zal de verdediging van deze kostbare gave van ieder menselijk leven als prioriteit beschouwen. Kunnen zij hiervan geen testcase maken? We zijn bereid om te helpen, zo nodig.”

NASCHRIFT

Het probleem tussen christendom en moslimwereld heeft niet met een clash van beschavingen te maken maar vereist vanwege Europa wel een eenvoudige correcte houding met een minimum aan zelfrespect en onafhankelijkheid. Of vrezen we opnieuw een oliecrisis en hoe diep willen we door de knieën gaan om die te vermijden? En wat dan in onze houding tegenover Hindoe-fanatici, of tegenover Noord-Korea, en de reus China? Minderheden blijven offeren op het altaar van de economische belangen?

 (nvdr)

EINDELIJK REACTIE

Op 21 februari raakten de 27 Europese ministers van Buitenlandse zaken het deze week toch eens  over een resolutie die geloofsvervolging veroordeelt.

De aartsbisschop van Bordeaux hoopte wel “... dat de lidstaten niet gaan zwichten voor economische of commerciële belangen... Het gaat om de waardigheid van de mens!”

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      

 


C.V.S.: IK BEN ALTIJD MOE       

Naar Primo 124

U kent ongetwijfeld ook wel iemand van wie de mensen zeggen: ‘te lui om te werken’, ‘daar zit niet veel in’ enz… En het gaat dan ofwel om iemand die inderdaad het leven van de gemakkelijke kant neemt en het werken aan de anderen laat… ofwel gaat het om iemand die bijvoorbeeld aan CVS lijdt: Chronisch VermoeidheidsSyndroom. Naar professor Kenny De Meirleir van de Brusselse universiteit beweert zou zelfs Hippocrates, die ziekte - want dat is ze - reeds beschreven hebben.

In het verleden werden die mensen vaak bespot of ze werden naar de psychiater gestuurd : hun fysische aandoening zou veroorzaakt worden door een psychische afwijking. In een aantal gevallen was dit ook zo. Maar Prof. De Meirleir heeft nu bewezen dat er wel degelijk fysische oorzaken zijn: een bepaalde stof die kan worden opgespoord in de urine. Want volgens hem worden de symptomen van vermoeidheid, spierpijn en concentratiestoornissen veroorzaakt door schadelijke bacteriën die, in combinatie met zware metalen, zwavelstofsulfide (H2S) produceren in de darmen.

 Deze uitermate toxische stof werkt in op het centraal zenuwstelsel, met extreme vermoeidheid en allerhande spierproblemen als gevolg. Men hoeft niet te vlug naar psychiater doorgestuurd te worden. Overigens lijkt de toename van CVS niet enkel aan het wegmoffelen van het probleem te liggen, maar vooral ook aan de toename van fructose en/of suikers in de voeding, voedingsadditieven en vet-(en kwik-)rijke vis, lactosetoename en plantaardige additieven met veel nikkel, frisdranken waarin veel suiker wordt verwerkt. Zelfs het gebruik van de pil zou een rol kunnen spelen. In hoever al die oorzaken ook bewezen zijn is een open vraag. Maar als het inderdaad mogelijk is de directe oorzaak van CVS op te sporen en de ziekte tijdig (liefst vóór het 30ste levensjaar) te behandelen is volgens het artikel van Primo vaak volledig herstel mogelijk.

   P.S. Tot besluit moeten we echter zeggen dat een eerste kennismaking met allerlei artikels over CVS en aanverwante op Internet een zodanige complexe materie openbaren dat je als leek je toch wel wat gedeisd houdt om er dogmatische uitspraken over te doen. Hiermee zijn onze lezers dan ook gewaarschuwd. (Nvdr)

             

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      



EERSTE ANGLO-KATHOLIEKE PRIESTERS

    Er zijn bisschoppen, priesters en leken die zich vanuit een gewetensnood gericht hebben tot de katholieke kerk met de vraag te mogen toetreden, evenwel met respect voor hun eigen Engelse wortels en tradities. Paus Benedictus XVI heeft daar oren naar gehad door de oprichting van het persoonlijke ordinariaat van Onze Lieve Vrouw van Walsingham. Daarover gaan beide hierop volgende artikels.

    Op 15 Januari 2011 verwelkomde Aartsbisschop Nichols tijdens zijn homilie in de Westminsterkatedraal 3 Anglicaanse (gehuwde) bisschoppen die priester gewijd werden in de katholieke kerk.

“Ik verwelkom jullie hartelijk, Keith, Andrew en John. Jullie hebben een eminent verleden, vol werkelijke verwezenlijkingen. Nu ligt voor jullie een belangrijke en veeleisende toekomst! Met mijn verwelkoming erken ik ten volle de zwaarte van de tocht die jullie gemaakt hebben, samen met jullie gezinnen, doorheen vele jaren van overdenking en gebed, pijnlijke misverstanden, conflict en onzekerheid. In het bijzonder wil ik graag uw wijding als priesters en bisschoppen van de Kerk van Engeland erkennen en de vruchtbaarheid van uw dienstwerk bevestigen”.

    Op de webpagina van de katholieke kerk van Engeland staan in verband met de priesterwijding binnen de katholieke kerk heel wat gegevens over deze eerste 3 Anglicaanse priesters die toetraden tot het Persoonlijk Ordinariaat van Onze Lieve Vrouw van Walsingham, opgericht door paus Benedictus XVI. Opdat onze lezers enig idee zouden hebben over wat soort mensen het gaat hebben we van de eerste, Keith Newton, die trouwens ordinarius werd voor het ordinariaat van Onze Lieve Vrouw van Walsingham, een wat uitgebreider beschrijving gegeven.

 

Keith Newton

Keith Newton werd geboren te Liverpool in 1952; hij is de jongste van 2 broers.

Hij studeerde theologie aan het Kings College van de Universiteit van Londen (Bachelor of Divinity) en bleef verbonden aan het Kings College, hij verwierf ook een Postgraduaatcertificaat van pedagogie aan het Christchurch College van Canterbury (1974), volgde de priesteropleiding binnen de Anglicaanse kerk en werd er diaken gewijd in 1975 en een jaar later priester in het Anglicaans bisdom Chelmsford. In augustus 1973 huwde hij Gill Donnison; ze hebben 3 kinderen en een kleinkind van hun dochter Lucy. In 1978 werkte hij binnen het bisdom Southwark en even later als missionaris binnen de Anglicaanse provincie van Centraal Afrika (Malawi) van 1985-1991. Vanaf 1991 werkte hij als priester op verscheidene plaatsen in Engeland. Hij werd bisschop in de Anglicaanse kerk op 7 maart 2002, hulpbisschop van Richborough en provinciaal bisschoppelijk visitator in de provincie van Canterbury van 2002 tot 2010.

Hij en zijn echtgenote werden op 1 januari 2011 in volle eenheid (communio) onthaald in de katholieke kerk door de aartsbisschop Vincent Nichols. Hij werd door de aartsbisschop dan ook priester gewijd in de Westminster kathedraal op 15 januari en op dezelfde dag door Paus Benedictus de 16de aangesteld als eerste Ordinarius van het Ordinariaat van Onze Lieve Vrouw van Walsingham (zie volgend artikel).

 

John Charles Broadhurst,

Werd geboren in Hendon, Middlesex in 1942. Huwde met Judi in de Christ Church Hendon in 1965; ze hebben 4 kinderen en 8 kleinkinderen. Hij kreeg heel wat verantwoordelijkheden binnen de Anglicaanse kerk en was Bisschop van Fulham (Suffragaan van London) van 1996 tot 2010. Ook hij werd in volle eenheid met de Katholieke Kerk onthaald op 1 January 2011, Feest van de Moeder Gods, diaken gewijd in de katholieke kerk op 13 Januari 2011 en priester gewijd op 15 januari.

 

Andrew Burnham

Werd geboren in Worksop, Nottinghamshire, in 1948. Zijn loopbaan verliep aanvankelijk vooral op het vlak van muziek en koorzang. In 1978 pakte hij naast een benoeming tot muziekmeester van de Westminster kathedraal. In feite was dat aanleiding tot dieper geloof en vernieuwd gehoor geven aan zijn roeping. Op 3 juli 1983 werd hij diaken en op 1 januari 1084 werd hij priester gewijd. Ook hij kreeg heel wat verantwoordelijkheden binnen de Anglicaanse kerk.

Op 30 november 2000, feest van de H. Andreas, werd hij bisschop van Ebbsfleet geconsacreerd (suffragaan van de aartsbisschop van Canterbury), de plaats waar sint Augustinus van Canterbury was geland en zijn eerste preek hield in 597.

Ook hij verzaakte aan het bisschopsambt om op 1 januari 2011 aan te landen in de Katholieke kerk; Diaken gewijd op het feest van de H. Hilarius op 13 januari en priester gewijd in de Westminster Katedraal op 15 januari 2011.

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      



ONZE LIEVE VROUW VAN WALSINGHAM   

Naar Joanna Bogle op http://voorhof.blogspot

    Als we zo horen dat paus Benedictus het Persoonlijk ordinariaat van Onze lieve Vrouw van Wilsingham opricht, dan vraag je je natuurlijk af waar die Mariaverering zich ergens situeert.

Walsingham,waar het (katholieke) Engelse Nationale Mariaheiligdom zich bevindt, is in feite slechts een dorpje in een nog groene streek van Engeland, niet ver van Norfolk, dichtbij de Noordzee. Er moet reeds in de 12de eeuw een kapel gestaan hebben, opgericht door Richeldis, die in een visioen het huisje van de heilige familie van Nazaret had gezien. Het werd een drukbezocht pelgrimsoord, met in de omtrek bronnen, waaraan geneeskracht werd toegeschreven. Er werd eveneens spoedig een grote priorij opgericht door religieuzen.  In de beginjaren van de 16de eeuw kwam ook Hendrik de 8ste er samen met zijn vrouw Catherine op bedetocht. Met een eventuele troonopvolging voor ogen, bad hij vooral om een zoon. Maar dat gebed werd niet verhoord en hij verstootte zijn vrouw voor zijn minnares, Anna Boleyn. Om met deze vrouw kerkelijk te kunnen trouwen, wou hij zijn huwelijk met Catherine nietig laten verklaren, maar de kerkelijke overheid wou niet toegeven. Hendrik liet dan maar zichzelf tot hoofd van de kerk verklaren: de Anglicaanse kerk. Twee grootkanseliers die hem daarin niet volgden werden onthoofd: Thomas More en John Fisher. Omdat Hendrik vaak in geldnood zat, legde hij bovendien beslag op de kerkgoederen en de kloosters. Het heiligdom van Walsingham werd vernield en het beeld verbrand omdat het zogenaamd afgoderij was. Het bedevaartsoord werd volkomen vergeten…

    Zo gingen 400 jaren voorbij totdat in het begin van de 20ste eeuw een Anglicaanse onderpastoor, tijdens een historisch onderzoek, de ware toedracht ontdekte en daar in Walsingham een nieuw heiligdom oprichtte. Een katholieke dame kon even buiten het dorp de oude ‘pantoffelkapel’ in handen krijgen: meteen ontstond daar een heropleving van de katholieke devotie tot Maria. Later werd het heiligdom een vrij grote kerk in locale steen. Gedurende de zomer komen er veel katholieke families en jongeren kamperen en men doet er de “heilige mijl”, meestal barrevoets vanuit het dorp naar het heiligdom. Op de massabijeenkomst te Londen in 1982 met Johannes Paulus II  was een grote afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Walsingham een opvallende aanwezigheid. Je vindt die afbeelding trouwens in heel wat Engelse scholen, kerken en gezinnen. De devotie tot Onze Lieve Vrouw van Walsingham wordt ook in verband gebracht met het verlangen om eens het Engelse volk te zien terugkeren tot het katholieke geloof. Het is dus niet zo verwonderlijk dat het nieuwe persoonlijke ordinariaat (dat door paus Benedictus XVI werd opgericht ten behoeve van de Engelse Anglicanen die in gewetensnood waren geraakt binnen de huidige Anglicaanse kerk en die zich tot de Rooms-Katholieke kerk bekeerden) genoemd werd naar het nationale Mariaheiligdom van Walsingham.

PS. Op Aswoensdag 9 maart 2011 startte een eerste groep van  20 Anglicaanse priesters en 600 gelovigen hun voorbereiding tot opname in de katholieke kerk.

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      


 

HOE GAAT HET MET DE KERK?

Over priesterschap, roepingencrisis en liturgie…

kath.net (katholischer nachrichtendienst) publiceerde een Interview met de prefect van de Congregatie voor de Clerus, Mauro kardinaal Piacenza

 

    Kath.net: "Wat betekent het dat de priester “teken van tegenspraak” is in de huidige maatschappij, zoals u eens zei?"

    Kardinaal Piacenza: Degene die de Kerk en daarin het priesterschap voortdurend vernieuwt, is de Heilige Geest! Buiten een duidelijk pneumatische en daarom bovennatuurlijke visie is het onmogelijk ook alleen maar te denken aan vernieuwing. Ik ben van mening dat dit juist een van de belangrijkste wegen is die men moet gaan: het duidelijk herstellen van de verticale, spirituele dimensie van het ambt. In de afgelopen decennia hebben teveel “reductionismen”, die door de zogenaamde theologie van de ontmythologisering werden bezield, als resultaat gehad dat het priesterschap eenvoudigweg werd veranderd in een “superambt” van kerkelijke bezieling en coördinatie

Voor dit alles moeten de nieuwe generaties priesters voornamelijk worden gevormd door met zorg te vermijden dat men vervalt in de verleiding van wie het priesterschap zou willen “normaliseren” en denkt het op die manier meer aanvaardbaar te maken voor de jongeren en de mensen van onze tijd. Dat zou integendeel leiden tot een “woestijnvorming” van roepingen

 

    Kath.net: "De Heilige Vader Benedictus XVI zegt in zijn laatste boek-interview met Peter Seewald, “Licht van de wereld”: “Het is denkbaar dat de duivel het Jaar van de priester (19 juni 2009- 19 juni 2010) niet kon verdragen en ons toen het vuil in het gezicht heeft gegooid. Hij heeft de wereld willen laten zien wat er aan vuiligheid is onder de priesters”. Bent u van mening dat het toeval is dat juist gedurende het Jaar van de priester in niet weinig landen van de wereld het schandaal van seksueel misbruik is losgebarsten? En heeft de duivel uiteindelijk werkelijk verloren?"

    Kardinaal Piacenza: U weet goed dat het toeval niet bestaat! Er bestaan integendeel toevalligheden en vaker menselijke strategieën die zich blootstellen aan verschillende vormen van instrumentalisering van het kwaad.

Het is noodzakelijk vóór alles eraan te herinneren dat de duivel gedurende het Jaar van de priester niet heeft gewonnen, toen hij “het vuil in het gezicht heeft gegooid”, maar veeleer, toen enkele dienaren van God, jonge, onschuldige levens dodelijk hebben verwond.

Een dergelijke toestand die dramatisch verontrustend is, zou zelfs kunnen leiden tot wanhoop, als wij er niet zeker van waren dat de duivel, die helaas vele veldslagen wint, zijn eigen oorlog al definitief heeft verloren, aangezien hij is verslagen door de verlossende dood van onze Heer Jezus Christus en zijn glorievolle verrijzenis.

 

    Kath.Net: "Hoe verklaart men de “roepingencrisis” in de huidige westerse samenlevingen? "

    Kardinaal Piacenza: De zogenaamde roepingencrisis, die men in werkelijkheid langzamerhand te boven is aan het komen, houdt in wezen verband met de geloofscrisis in het westen. Daar waar deze is, moet men toegeven dat in werkelijkheid de roepingencrisis een geloofscrisis is

In dezelfde kringen is de heiliging van het feest in crisis, is de biecht in crisis, is het huwelijk in crisis etc.  De secularisatie en het daaruit volgende verlies van het gevoel voor het sacrale, het geloof en het praktiseren ervan hebben een belangrijke vermindering van het aantal kandidaten voor het priesterschap bepaald en bepalen dit.

In dit panorama vertegenwoordigen een prijzenswaardige uitzondering, vol van enthousiasme en hoop, de bewegingen en de nieuwe gemeenschappen, waarin het geloof op een pure en directe wijze wordt beleefd .

Het eerste en onmisbare geneesmiddel tegen de daling van de roepingen heeft Jezus zelf gesuggereerd: “Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten

Daar waar een dergelijke biddende houding bestendig wordt beleefd, kan men zeggen dat er een waar herstel aan de gang is en dat in zekere zin de nacht voorbij is en het reeds dageraad wordt. Ik zou zozeer wensen dat ieder bisdom een centrum van, mogelijk eeuwigdurende, aanbidding had, juist voor deze intenties: heiliging van de clerus en roepingen

 

    Kath.net: "Hoe belangrijk is volgens u de viering van de liturgie voor het wezen van het leven van de gemeenschap en ook voor de zending van een nieuwe evangelisatie van de landen van de oude kerstening?"

    Kardinaal Piacenza: De Heilige Vader heeft er meerdere malen aan herinnerd dat met de liturgie het geloof van de Kerk leeft of sterf. De oude zegswijze “lex orandi, lex credendi” behoudt vanzelfsprekend ook vandaag nog haar eigen geldigheid en doeltreffendheid.

In niet weinig gevallen heeft de genoemde poging van ontmythologisering ook de liturgie meegesleept met als enig, verwoestend effect dat zij haar opnieuw en paradoxaal reduceerde tot “voorchristelijke riten”, symbolisch interpreteerbaar en blootgesteld aan ieder subjectivistisch en relativistisch afdrijven

Dat men de liturgie heeft gereduceerd of gebanaliseerd, is een zeer zware verantwoordelijkheid, die ten zeerste samenhangt met dat verlies van het gevoel voor het sacrale waarvan het westen slachtoffer is geworden en dat, nogmaals, voortvloeit uit de radicale ontmythologisering waarvan een bepaalde theologie zich promotor heeft gemaakt in de mening dat zij “wetenschappelijk” is.

(Met dank aan de heer Drs. H. Kretzers voor de vertaling van dit interview vanuit het Italiaans!)        

              

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      


 PRIESTERCELIBAAT

 

Naar aanleiding van de pedofilieschandalen bij ons is het priestercelibaat weer ter sprake gekomen, ook enige Vlaamse bisschoppen willen die discussie weer openen. Door het opnemen in de katholieke kerk van gehuwde priesters en bisschoppen kan tegelijkertijd de schijn worden gewekt dat de katholieke kerk komaf maakt met het celibaat voor priesters, en dan is er ook nog de vraag van een aantal Duitse theologen...

De Duitse bisschoppen denken daar echter anders over.

Zo was er  kardinaal Walter Kasper, tot voor kort prefect van de Congregatie voor de Eenheid van de Christenen. Samen met de huidige paus en andere theologen riep hij in de jaren 1970 de Duitse bisschoppen op om na te denken over het priestercelibaat. Hij merkt nu op: “Ondertussen gebeurde er veel. Er werd ernstig gediscussieerd over het celibaat tijdens drie internationale synoden. Er werd besloten dit te behouden. Ook persoonlijk meen ik dat het celibaat een verrijking is voor de Kerk.” (Kerknet 10 febr. 2011)

In 'Welt am Sonntag' wijst ook Aartsbisschop Robert Zollitsch, de voorzitter van de Duitse bisschoppen, de afschaffing van het verplichte priestercelibaat af. Hij zegt nog dat niemand ernstig gelooft dat de voorstellen van 230 theologen, die opriepen tot vrouwelijke priesters en de opheffing van het priestercelibaat, tot de verhoopte heropbloei van de Kerk zal leiden.

             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER      

 




HET GEHEIM VAN ONZE GODSDIENST   

Bezinning bij een nieuwtestamentische hymne

Gebedsgroep Fraterniteit van Maria

 

Een Bijbelwoord  (1 Timóteüs 3, 16)

Waarover gaat het nu eigenlijk in de christelijke godsdienst? Wat is de kern waarrond alles draait, van waaruit krijgt onze godsdienst zijn inhoud en zijn kracht? Ondermeer in de eerste brief aan Timoteüs krijgen we een bijbels antwoord. En dat antwoord is heel eenvoudig: Jezus! Lees maar even:

“En groot is ongetwijfeld het geheim van onze godsdienst:

 ‘Hij is geopenbaard in het vlees,

 gerechtvaardigd in de Geest,

 verschenen aan de engelen,

 verkondigd onder de volken,

 geloofd in heel de wereld

 en opgenomen in heerlijkheid’.

En de brief vervolgt: "De Geest zegt nadrukkelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij gehoor geven aan dwaalgeesten en demonische leringen, verleid door huichelachtige leugensprekers, wier geweten met een brandijzer is toegeschroeid. Deze lieden verwerpen het huwelijk en het gebruik van bepaalde spijzen, ofschoon God ze heeft geschapen om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die de waarheid erkend hebben. Want al wat God geschapen heeft is goed en niets is verwerpelijk dat in dank wordt aanvaard: het wordt geheiligd door het woord van God en het gebed." (1 Timóteüs 3, 16 en 4, 1-5)

Geopenbaard in het vlees

De Hymne, die we tussen kleine aanhalingstekens hebben gezet, werd in de samenkomsten van sommige van de eerste christengemeenten gezongen, o.m. in de christengemeente van Éfese waar Timoteüs leider (bisschop) was. Ze is mogelijks van Paulus zelf en in ieder geval staat hij er helemaal achter en heeft hij deze hymne vaak meegezongen. Het is wel treffend dat we zo’n paar liederen uit die begintijd van het christendom nog bewaard hebben. De klemtoon in deze hymne ligt op het ‘verschenen in het vlees’. Daarmee wil Paulus duidelijk de Menswording van Gods Zoon naar voor schuiven waarmee het heilsplan definitief van start ging: ‘Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria en is mens geworden’, bidden wij in de geloofsbelijdenis.

Verder legt Paulus uit dat deze belijdenis regelrecht ingaat tegen heel wat stromingen zoals de Gnostiek die negatief stonden tegenover het lichaam. Deze dualistische stromingen vonden dat de ziel opgesloten zat in het lichaam als in een gevang, je moest je dus bevrijden van dat stoffelijke lichaam en van alles wat te lichamelijk en te stoffelijk is; sommige stromingen vonden dus ook het huwelijk slecht.  Paulus zegt echter dat alles wat God heeft geschapen -in wezen- goed is. Gods Zoon is trouwens mens geworden en is met ziel én lichaam door de Vader aanvaard. En in Hem worden ook wij, mensen van vlees en bloed, gerechtvaardigd. Jezus is de vreugde van de Vader: “Gij zijt mijn Zoon, de veelgeliefde, in U heb ik mijn welbehagen”, klinkt het wanneer Jezus zich door Johannes kopje onder laat duwen in het water van de Jordaan: een heel stoffelijk gebeuren maar van een diepe geestelijke betekenis

Hij is verkondigd onder de volken

“Evangelisatie”, het brengen van het goede Nieuws aan jezelf en aan anderen, blijft ook vandaag de eerste opdracht van de Kerkgemeenschap en ook van ieder christen! Maar wat betekent dat moeilijke woord? “Evangelisatie” is gewoon duidelijk maken (aan onszelf en onze medemensen), dat God van u en van hen houdt en naar u en naar ieder van hen op zoek is om hen gelukkig te maken. De ‘Katechismus van de Katholieke Kerk’ (die paus Johannes Paulus II in 1992 liet publiceren) begint zo: “God die oneindig volmaakt en gelukkig in zichzelf is, heeft, uit zuivere goedheid, in vrijheid de mens geschapen, om hem te laten delen in zijn eigen gelukzalig leven … Om dat te bereiken heeft Hij zijn Zoon gezonden als Verlosser en Redder, toen de volheid van de tijden gekomen was. In Hem en door Hem, roept Hij de mensen op om in de heilige Geest zijn aangenomen kinderen te worden en zo erfgenamen te worden van zijn gelukzalig leven”.

 

Persoonlijk contact met de Heer

Dit ongelooflijk Blijde Nieuws zullen we maar doorgeven wanneer we het zelf duidelijk vernomen hebben en in ons opgenomen hebben. We zullen maar van Gods liefde getuigen als we ze zelf ondervonden hebben. We zullen maar van Jezus getuigen wanneer we in een persoonlijke relatie met Hem zijn getreden. Misschien lijkt dit allemaal wat vrome praat die niet echt ons leven raakt. Toch is het duidelijk dat we maar voor iemand publiciteit gaan maken wanneer die persoon en zijn programma ons echt aanspreekt, of beter nog: wanneer we een persoonlijke relatie hebben met die persoon.  Zo is het dus van groot belang dat we met Jezus in persoonlijk contact treden. Is dat echter niet moeilijk?

Het is natuurlijk iets anders dan zo eens even met hem een pint gaan drinken of een koffieklets houden. Het is evenwel al een goed begin wanneer je Hem ’s morgens een goedendag zegt, en een woord van dank voor alles wat Hij voor jou heeft volbracht en je vraagt Hem dat Hij je gedurende de dag wil nabij zijn, bij je werk en je bezig zijn… Priester Poppe wees zijn medepriesters vaak op de noodzaak van die persoonlijke relatie met Jezus, anders zouden al hun drukke bezigheden leeg en onvruchtbaar blijven (lees hierover meer in het artikel ‘Apostolaat en geestelijk leven’).

Als je zo af en toe gedurende de dag eens aan Hem zou denken en Hem erbij roepen bij een probleem, bij een moeilijke relatie met een collega of een van je kinderen… Even naar Hem opkijken. Het kruisbeeld groeten, Hem groeten als je  voorbij een kerk passeert… En… als het maar even kan om je dag wat te organiseren, ook een kwartiertje vrijhouden voor Hem, speciaal in deze vastentijd. Dat lijkt aanvankelijk veel, het lijkt aanvankelijk verschrikkelijk lang en vervelend (‘wat moet ik Hem heel die tijd vertellen?) maar eigenlijk is het vooral het gebaar van wat tijd te geven aan Hem. Een gebaar dat Hij echt waardeert.

Vanuit die ‘verloren’ tijd groeit de relatie met Jezus, de Heer. Hij zal meer plaats gaan innemen in uw denken en spreken en bij je omgang met anderen. En zo wordt je stilaan geboren als iemand die vanuit eigen ervaring ook anderen wil laten delen in dat vreugdevolle nieuws van Gods daadwerkelijke liefde voor de mens.

 

DE MANTEL VAN SINT MAARTEN (8)        Ben Debeer



             

EINDE VAN DIT ARTIKEL

EINDE VAN DIT NUMMER 2011/2


      NAAR INHOUDSOVERZICHT            NAAR TOP VAN DIT NUMMER