GELOOF en LEVEN
DE ICOON VAN
ONZE LIEVE VROUW VAN BIJSTAND
Ben Van Vossel cssr
§ 1 “GESCHIEDENIS” VAN DE ICOON
1. Ontvreemd
2. Vereerd te Rome
3. In de vergetelheid
4. Teruggevonden!
5. Aan de Redemptoristen toevertrouwd
6. Restauratie
7. Copiosa redemptio: Overvloedige Verlossing
§. 2. SPIRITUELE BETEKENIS
1. Wat is een icoon?
2. De Hodegidria-
3. De Maagd van de Passie
4. Een meditatie bij de icoon: het Lijden meelijden
5. Het sandaaltje (Contemplatie en devotie)
5.1. De angst
5.2. En gij zijn hiel
5.3. Mens in onze menselijkheid
5.4. ‘Sandaaltjes’
6. De Moeder Gods
7. De verwijzende naar Jezus
8. Maria wijst de weg naar het Heil
9. Bekeken vanuit de menselijke nood
Enige Maria-
O Moeder van Bijstand, uw godd’lijke Zoon
wendt angstig zijn oogjes naar ’t lijdensvertoon
uw hand grijpt zijn handje, maar droevig en goed
beziet gij het mensdom dat weent aan uw voet.
Onz’ Moeder zijt Gij, uw kind’ren zijn wij,
ach wees onz’ bescherming, sta ons altijd bij.
Ik neem u, als Maria als mijn moeder
omdat U in uw ned'righeid
en door uw zuiv're maagd'lijkheid
God hebt ontvangen.
Maria, moeder van de Verlosser.
Maria, koningin van 't heelal.
2 Ik neem u, Maria, als mijn moeder
gezegend is de moeder van mijn Heer.
Gezegend is de vrucht van uw schoot,
heilige Maagd.
3 Ik neem u, Maria, als mijn moeder
want aan de voet van het kruis
nam Johannes de apostel u bij zich in huis,
Moeder van de mensen.
4 Ik neem u, Maria, als mijn moeder
want door het lijden van uw Zoon
werd ook uw hart met een zwaard doorboord,
hart vol genade. ZNL 475
Gij draagt Hem Die draagt al wat bestaat;
als uw kind maakt God zich openbaar.
MARIA ONZE MOEDER.
MARIA HEIL'GE MAAGD. AMEN.
Moeder van de mensen, Huis van God,
Gij baart Hem Die is de Levensbron.
Moeder van de Herder en het Lam;
hoed de kudde, leid ons bij de hand.
(T: GOCAM, M: Volkslied uit Dalmatië, ZNL 431
Nedl: Maria-
De icoon van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, toont ons Maria die haar kind draagt. Opzij van de figuren staan twee engelen afgebeeld die de instrumenten dragen van het Lijden van Jezus: het kruis met doornenkroon, de lans, de spons op een rietstok. Deze afbeelding is geschilderd op een stuk hout van 54 op 41,5 cm.
Ik geef eerst een relatief kort historisch overzicht, daarna gaan we in op wat een icoon is en dan laten we de boodschap van deze icoon tot ons spreken.
§ 1 “GESCHIEDENIS” VAN DE ICOON[1]
1. Ontvreemd
Die geschiedenis lijkt mij – althans in zijn eerste stadia – eerder een legende dan een historisch gegeven. Een handelaar van het eiland Kreta had daar deze icoon, die de faam had heel wat mirakels te bewerken, gestolen uit een kerk en ze verborgen in zijn bagage op het schip, waarmee hij naar het Westen voer. Tijdens de oversteek kwam het schip in een geweldige storm terecht waar ook de matrozen machteloos tegenover stonden. Als gelovige mensen richtte men zich tot God en Onze Lieve Vrouw. De storm luwde. Een jaar later bevond de man zich in Rome, nog steeds met het schilderij. Hij zweeg erover en bewaarde ze bij zijn bezittingen. Toen hij zwaar ziek werd vond hij een onderkomen bij een vriend. Toen hij stervend was, kreeg hij wroeging over zijn diefstal en vroeg aan die Romeinse vriend, aan wie hij de hele geschiedenis vertelde, om de icoon naar een kerk van zijn keuze te brengen. Na zijn dood wou de vriend dat verzoek uitvoeren, maar de vrouw van de erfgenaam ging daar tegenin; zij wou de afbeelding bewaren en … zo bleef de icoon op de slaapkamer. In een tekst van het einde van de 15de eeuw lezen we als besluit dat Maria na de dood van de erfgenaam aan zijn 6 jaar oud dochtertje verscheen en haar vroeg: “Maak aan je mama en je grootvader duidelijk dat ze mijn beeld laten vereren in de kerk tussen de basiliek Maria de Meerdere en Sint Jan van Lateranen die aan de heilige apostel Mattheüs is toegewijd”. De moeder maakte nog wel heel wat problemen maar uiteindelijk voldeed ze aan het verzoek. Die oude tekst vervolgt: “Zo kwam het dat deze afbeelding van de glorierijke Maagd Maria werd tentoongesteld in de zogenaamde kerk van de apostel Mattheüs, op 17 maart (een andere bron spreekt van 27 maart)1499”.
2. Vereerd te Rome
Zo begon dan de tweede etappe van de icoon. Gedurende drie eeuwen wordt de beeltenis van de Madonna zowel in reisverslagen als in beschrijvingen van de eeuwige stad beschreven als “beroemd door al haar mirakelen”. De beeltenis verwekt in heel de stad Rome een verering van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand. Hoewel de kerk van Sint Mattheüs niet erg groot was kwam er zeer veel volk heen. Vanaf 1739 werden kerk en klooster toevertrouwd aan Ierse Augustijnen die uit hun land verdreven waren door onrechtvaardige wetten. Ze waren hier in Rome een opleidingshuis gestart voor hun provincie waar jonge mannen zich konden voorbereiden op het priesterschap.
In 1798 echter trokken de troepen van Napoleon Bonaparte de Pauselijke Staten en Rome binnen en er werd beslist dat 30 kerken met de grond gelijk gemaakt moesten worden onder voorwendsel van vernieuwde stadsaanleg. Ook de Sint Mattheüskerk bevond zich daaronder. Enige Augustijnenmonniken kunnen nog een tweetal jaar te plekke blijven maar daarna vertrekken ook zij. Sommige paters trokken opnieuw naar Ierland, anderen naar nieuwe stichtingen in de Verenigde Staten; de overigen trokken naar het nabijgelegen klooster van Sint Eusebius. Dezen namen ook de icoon van Onze Lieve vrouw van Altijddurende Bijstand met zich mee.
3. In de vergetelheid
In feite begint hier een derde etappe van de reis van de icoon. De etappe van de vergetelheid. Om te beginnen horen we er 20 jaar niets meer over. In 1819 worden de Ierse Augustijnen belast met de zorg voor de kerk Santa Maria in Posterula, dat zich bevindt op de oevers van de Tiber (niet ver van de actuele brug Umberto I); ze nemen de Maria-
De oude broeder Augustijn stierf in 1853; Hij was 86 jaar en de verwezenlijking van zijn droom en zijn gebed om de Maagd van Altijddurende Bijstand opnieuw vereerd te zien had niet plaats gevonden.
Toen de jonge acoliet, de erfgenaam van de geheimen van de broeder, zou later Redemptorist worden. Hij getuigt het volgende: “Met betrekking tot deze eerbiedwaardige beeltenis van de Maagd van Sint-
4. De icoon opnieuw gevonden!
4.1. In januari 1855 kochten de Redemptoristen te Rome de residentie “Villa Caserta” om er het centrale huis van hun missionaire congregatie van te maken. Op dat moment waren ze reeds verspreid in West-
4 maanden later begon men een kerk te bouwen ter ere van de Allerheiligste Verlosser, naar wie de Congregatie genoemd was, en van Sint Alfonsus, de stichter van de Congregatie. Op 24 december 1855 begin een groep jongeren hun noviciaat. Een ervan was Michel Marchi.
Natuurlijk ware de Redemptoristen wat geïnteresseerd aan alles wat hun nieuw eigendom aanbelangde. Zo waren ze zeer geïnteresseerd in een preek van een Jezuïetenpater in de Gésukerk. Dat was in februari van het jaar 1865. Hij had het in dat sermoen over een Maria-
4.2. Bij een andere gelegenheid kwam de kroniekschrijver van het Huis Sint-
5. Aan de Redemptoristen toevertrouwd
Daarmee was de nieuwsgierigheid van de redemptoristen natuurlijk voorgoed gewekt. Ze wilden meer weten over die icoon en verlangden ze in hun kerk te hebben. Pater Nicolas Mauron, de toenmalige generale overste legde aan paus Pius IX een memorandum voor met de vraag of de icoon van de Madonna van Altijddurende Bijstand in de nieuwe kerk op de Via Merulana zou mogen geplaatst worden, nl. tussen Maria-
Op de keerzijde van het memorandum had de paus geschreven:
“11 december 1865; De Kardinaal-
Er is een sterke mondelinge traditie dat bij deze gelegenheid paus Pius IX aan de Generale Overste van de Redemptoristen zou gezegd hebben: “Doe haar kennen aan de hele wereld”. De Redemptoristen hebben dat dan ook gedaan.
Om de geschiedenis te besluiten: In januari 1866 begaven twee paters (pater Michel Marchi en Ernest Bresciani) zich naar Santa Maria in Posterula om uit de handen van de Augustijnen de icoon van Altijddurende Bijstand te ontvangen. Zeer vlug gaf men er zich rekenschap van dat de schilderij moest gereinigd en gerestaureerd worden. Dit gebeurde door de Poolse schilder Leopold Nowotny. Op 26 april 1866 werd de icoon dan in de Sint Alfonsuskerk aan de Via Merulana publiek uitgesteld voor de verering door de gelovigen.
Hier eindigde dan de periode van het rondreizen van de icoon in de Augustijnse kloosters te Rome en van de tijd dat ze door het Romeinse volk vergeten was. Een volgende etappe kon nu beginnen: deze van de verspreiding van de icoon over de hele wereld. Dit werd niet weinig aangemoedigd door de ceremonie van de kroning van de icoon van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand op 13 juni 1867, het jaar nadat ze in de Redemptoristenkerk te Rome was aangekomen. Doordat de deken van het Vaticaans kapittel deze kroning verrichtte kreeg dit gebeuren een sterke religieuze en historische betekenis voor de stad Rome en het was een schitterende acte van erkenning ten overstaan van deze mariale icoon die aan de vergetelheid was ontrukt.
Een van de grote impulsen in de verspreiding van deze afbeelding was het feit dat de Redemptoristen er het mariale en missionaire beeld van maakten van hun Congregatie. Dat bracht met zich dat deze beeltenis te zien was over de hele wereld in veel huizen, kloosters en parochiekerken, vooral als herinnering aan missies gepreekt door Redemptoristen. Zelfs in de keuken van Convent Ten Hove in het Groot Begijnhof heeft gedurende 21 jaar een reproductie van die icoon gehangen.
Er kwam ook een Godvruchtige vereniging (1871) tot stand en een Aartsbroederschap (1876), even later nog een Eeuwigdurende smeekbede (1878 Santiago de Chili) en een Eeuwigdurende noveen (1928 Saint-
6. Restauratie
In oktober 1990 werd de icoon van boven het altaar weggehaald om enige foto’s te maken omdat er van over de hele wereld vraag naar was. Men stelde dan vast dat het hout en de verf zwaar beschadigd waren, wegens slechte omstandigheden, de temperatuurverschillen en eerdere onhandige bijschilderingen (retouches). Het generaal bestuur van de Redemptoristen besliste dan om de technische diensten van de Vaticaanse musea te consulteren om de volledige reiniging en restauratie aan te vatten van de icoon, die door de scheuren en houtwormen het gevaar liep op onherstelbare ontwaarding.
Men bestudeerde eerst grondig de icoon met radiografische middelen (o.m. ook de koolstof 14 analyse) en zo ontdekte men onder meer dat de icoon gemaakt werd tussen 1325 en 1480. Maar bij het bestuderen van de verf, met name de pigmentatie moest men deze dateren na de 17de eeuw. Zo komt het dat men op de icoon zowel oosterse als ook westerse elementen aantreft, speciaal in de aangezichten.
De kronen werden weggenomen van het hoofd van de madonna en van het Kind Jezus. Men wou de icoon zonder toevoegsels. Iedere tijd heeft blijkbaar zijn gevoeligheden.
7. Copiosa redemptio: Overvloedige Verlossing
De Congregatie van de Redemptoristen heeft, naast haar zendingswoord uit Lk.4,18-
De icoon wordt zo voor ons tot een sterke boodschap. Verscheidene elementen in deze afbeelding spreken ons over God die tussen ons aanwezig is, over de kruisweg, de beminnelijke voorspraak van Maria, en ook over de glorie en het licht, speciaal dan door de gouden achtergrond.
De grootste figuur van de icoon is Maria, maar, zoals we reeds zegden is het brandpunt eigenlijk het samengaan van de haar hand en de handen van het Kind. Het gaat dan in feite over de wijze waarop zij ons Jezus toont, Gods Zoon, de Gezalfde, die zijn leven geeft voor ons allen.
Het Kind verschijnt hier als het slachtoffer dat zich aanbiedt, zoals in de opdracht van de tempel. Daar werd Hij nog vrijgekocht als het ware door het offer van twee tortelduiven, maar hier is zijn uur gekomen, hier is het echt zijn beurt en Hij doet het voor ons: “De Mensenzoon is niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.'” (Mt 20,28).
§. 2. DE ICOON EN ZIJN SPIRITUELE BETEKENIS
1. Wat is een icoon?
“Icoon”, van het Griekse “eikon” betekent gewoon beeld, afbeelding. Zo wordt Christus de icoon van de onzichtbare God genoemd in een paar Paulusbrieven (Kol 1,15 en Hebr. 1,3). Gedoopten worden door hun eenheid met Christus ook icoon van God en tempel van de Heilige Geest (Rom. 8,14). Maar het woord wordt gewoonlijk gebruikt als afbeelding van Christus of van Maria of van een of andere heilige. Het schilderen gebeurde volgens vaste normen op technisch en theologisch vlak. Meer dan een afbeelding wil ze wat ze afbeeld ook tegenwoordig brengen en wordt dan ook beschouwd als een soort ontmoetingsplaats tussen het mysterie van God en de realiteit van menselijke wezens. De icoon is als het ware niet bedoeld om een altaar te versieren, zij is zelf altaar, aanwezigheid van het goddelijke.
Daarom wordt ze ook zo maar niet eventjes tussen de soep en de patatten geschilderd. Zij is de vrucht van gebed. De iconenschilders maakten haar in een klimaat van boete en gebed. Tijdens het werk baden ze en dachten ze aan hen die ooit voor die icoon zouden bidden. Meestal waren het monniken die de iconen schilderden. Zij deelden zo hun eigen overwegingen en geloof mee aan andere gelovigen.
Het resultaat daarvan is dat de icoon ook een plaats van meditatie is, om dieper door te dringen in de goddelijke en genadevolle aanwezigheid. Ontstaan vanuit contemplatie willen de iconen ons ook brengen tot meditatie en tot voorbereiding op het liturgisch gebed.[2]
2. De Hodegidria-
De Mariale iconen hebben eigenlijk als archetype, als hun eerste voorbeeld, de icoon die genoemd wordt “Hodegidria” wat betekent: Gids, Begeleidster, wegwijzer. Het origineel werd van Jeruzalem naar Constantinopel gebracht in de 5de eeuw.
Rond het jaar 800 na X. had de monnik Epiphanus ze als volgt beschreven: “Gebruind gelaat… Blonde haren… Fijne en duidelijke neus (prononcé) neus… Grote diepe ogen die u aankijken .. Kleine mond, gewend aan de stilte… De figuur is ovaal… Lange en dunne vingers…”
Eeuwenlang werd de hogridria-
Natuurlijk betekende dit niet het einde van de Hodegridria-
Er zijn iconen waar eerder de tederheid uit spreekt : Met het kind tegen de wang van de heilige Maagd. De meest bekende van deze “Maagden van de tederheid” is ongetwijfeld de zogenaamde Maria-
3. De Maagd van de Passie
Vanaf de 14de eeuw doen dan de “Smartelijke maagden” hun intrede, de “Strasnaïas”. Zij worden gewoonlijk aangeduid met de naam van “Maagden van de Passie”. In de linkerkant van deze iconen staat een engel afgebeeld: Gabriël. In een linnen draagt hij vol eerbied het kruis waaraan Jezus zal sterven, de toekomstige Gekruisigde. He kruis zal inderdaad de houding van Jezus en deze van zijn moeder bepalen.
De engel Gabriël staat vermeld in het Nieuw Testament bij de vreugdevolle Aankondiging van de Menswording van Gods Zoon aan Maria. Het was als het ware de grote uitnodiging van de hemel gericht tot de aarde. Het antwoord van Maria was: Fiat, Mij geschiede volgens uw woord.
Op de Lijdensicoon gaat het over de lijdensaankondiging. Gabriël staat hier op de drempel van de droeve mysteries afgebeeld met het kruis van de Heer, vol eerbied, als het ware met het gebed van de Kerk later: “Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U, omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt”.
Op de iconen van de Passie, de lijdensiconen, is het niet op de eerste plaats de statigheid van de Hodegridria. De figuren hier bewegen. Het hoofd van de Madonna neigt zich naar de kant van haar Zoon. Het Kind Jezus is hier ook niet meer de leraar die onderricht, zoals normaal op de Hodegedria en ook op de Icoon van het teken. Het is eerder Jezus’ menselijkheid die wordt uitgedrukt, dat ook hij onderworpen is aan het lijden. En het lijden als Jezus helemaal omvatten.
En op deze iconen verschijnt dan tegenover de engel Gabriël de engel Michaël, die andere voorwerpen van de passie draag: de lans, de nagels, de spons. In Rusland heeft men deze iconen dan ook soms de naam gegeven van “Onze Lieve vrouw van het voorvoelen van de Passie” of nog: “Onze Lieve Vrouw van de verlossende Menswording”. In het Oosten heeft deze icoon, wanneer op Christus’ gelaat de angst staat afgebeeld de naam gekregen van “verschrikkelijk visioen”. Het kind trekt zich terug van de Lijdensvoorwerpen. Het zal ook de eerste menselijke beweging zijn in de hof van Olijven. Doodsangst en vragen dat het lijden aan Hem zou voorbijgaan…Maria had de profetie gekregen vanwege de oude Simeon: “Een zwaard zal ook uw ziel doorboren”.
4. Een meditatie bij de icoon: het Lijden van Christus en het medelijden van Maria
Een van onze paters maakte er vroeger een meditatie bij:
“Doorheen de glimlach, de moederlijke goedheid, de blijdschap die recht van het paradijs kwam en zich uitdrukte in haar Magnificat, vertoont zich hier een soort timide straal van droefheid. De kunstenaar heeft hier het drama van het Lijden van Christus en van het Medelijden van Onze Lieve Vrouw doen herleven. He Kind Jezus rust op de arm van zijn Moeder. Christus is plots aangegrepen door het visioen van zijn toekomstige smarten. Twee engelen verschijnen Hem die de Lijdensvoorwerpen dragen. Jezus kijkt vol ontzetting toe. Zijn jong lichaam neigt zich naar zijn Moeder toe, en zijn kleine vingers grijpen in angst de hand van zijn moeder. Maria voelt het visioen aan. Zij had de gewoonte te lezen in de ogen van haar Zoon; zij wist dat het lijden haar (of hun) niet zou gespaard blijven. Dat maakte haar moederliefde nog warmer, zorgzamer, sterker. Met heel haar moederlijke warmte grijpt ze op haar beurt de kleine handjes van haar zoon; neigt haar hoofd naar Hem toe, terwijl een wolk van droefheid over haar gelaat glijdt. Op het moment dat zij de handen van haar kind voelde beven, ging de stroom van lijden ook door haar heen. Zij drukt Hem tegen haar aan, buigt zich naar Hem toe en de smart van de Zoon legt een sluiter van droefheid in de blik van de Moeder.
Zij weet het : alles is voor Hem. Hij lijdt voor ons: wij danken het heil aan Hem. Het lijden van de zoon en haar eigen smart zijn onafscheidelijk. Zij houdt de linkerhand van Christus vast, opdat zich niet het strenge recht van zijn rechtvaardigheid zou uitoefenen, maar opdat hij de barmhartigheid zou laten handelen en Hij zou kunnen zegenen met zijn rechterhand.
De icoon is een uitbeelding van het Lijdensdrama dat zich voorbereidt, dat naderbij komt, dat zich steeds vollediger gaat verwezenlijken. In de ogen en het hart van de moeder weerkaatsen het lijden van de zoon.” (Jozef Boon en M.J. André)
5. Het sandaaltje (Contemplatie en devotie)
Naast het lijdensvisioen en de omstrengeling van de 4 handen is er nog een derde aandachtscentrum beneden: het sandaaltje dat van het voetje glijdt…
Er worden allerlei betekenissen aan toegeschreven: gewoon de angst, een verwijzing naar Genesis 3, de menselijkheid van Christus, tot zelfs een louter devotionele uitleg.
5.1. De angst
Op de Passie-
We herkennen hierin kleine gebeurtenissen in het leven van kinderen die plots angst krijgen van iets dat ze horen, of meemaken of zelfs dromen en die dan om moeder roepen of bij moeder hun toevlucht zoeken en vanuit die veilige schuilplaats zelfs naar het voorwerp van hun schrik durven te kijken.
5.2. En gij zijn hiel
In het Oosten geeft men soms deze uitleg (vanuit het beeld van de zondeval in het boek Genesis waar God zich tot de slang richt met o.m. deze woorden: “Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!” (Gen.3,15) De duivel tracht de hiel van het kind te bijten maar hij slaagt er slechts in het sandaaltje los te maken.
5.3. Mens in onze menselijkheid
Een traditioneler uitleg van het losrakende sandaaltje is de icoontraditie om de onderkant van de voet te tonen als teken van de menselijkheid, de menselijke conditie. Hier staan we voor sterke theologische consequenties, nl. het ernstig nemen van Jezus’ menselijkheid. Paulus en Johannes doen daar zeer radicaal over. De eerste Johannesbrief verwoordt het zo: “1 Vrienden, vertrouwt niet elke geest. Onderzoekt de geesten, of ze wel van God komen, want onder hen die tot de wereld zijn uitgegaan zijn veel valse profeten. 2 Hieraan onderkent gij de Geest van God: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus werkelijk mens is geworden, is van God; 3 maar iedere geest, die Jezus neerhaalt, is niet van God, en dat is de eigenlijke `antichrist'. Men heeft u gezegd dat hij komen zou, maar hij is reeds in de wereld, nu al” (1 Joh. 4,1-
Paulus in de ons welbekende tekst uit Filippenzen 2,6 formuleert het zo: “6 Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: 7 Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen 8 heeft Hij zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis” (Fil. 2,6-
En waarom vrienden? Jezus zegt het zelf: “10 De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen; Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten en wel in overvloed. 11 Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen… 15b Ik geef mijn leven voor de schapen.” (Joh. 10,10-
Als Jezus voor ons gekomen is, als Hij voor ons lijden en dood heeft willen ondergaan,waarom zouden we dat dan gaan wegmoffelen? Is het voor ons geen reden tot lofprijzing dat God de wereld zozeer heeft liefgehad dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, niet om de wereld te oordelen maar om te redden? (Joh. 3,16-
5.4. ‘Sandaaltjes’
Deze icoon heeft wellicht op de eerste plaats een devotionele kant. We staan natuurlijk voor het grote Lijdensmysterie van de Heer. Maar het dramatische toevlucht zoeken van Jezus bij Maria is vooral een model van ónze toevlucht tot Maria. De boodschap van deze icoon is dan voor onze godsvrucht tot Maria de volgende: “Wees niet al te ongerust over al deze sandalen, al deze menselijke zekerheden die u uiteindelijk in de steek zullen laten, alleen Jezus is jullie zekerheid…”
NAAR INHOUDSOVERZICHT NAAR THUISPAGINA
6. De Moeder Gods[3]
Maria staat hier afgebeeld tegen een gouden achtergrond. Daar wordt heel wat mee bedoeld, een koninklijke eer als het ware. Maar ze staat er niet alleen: zij is de Moeder van God, zoals de Griekse hoofdletters aangeven boven haar hoofd: Mètèr Théou :Moeder Gods. Jezus is de Zoon van God, Hij is God. Omdat Maria zijn Moeder is noemt de Kerk haar: Moeder Gods. Heel haar grootheid, heel haar macht heeft ze vanwege Christus, haar zoon. Haar fundamentele waardigheid is gelegen in haar goddelijke moederschap. We mogen Maria dan ook nooit los zien van Jezus, de Christus. Naast de figuur van Jezus staan de beginletters van “Jezus Christus” en in de nimbus of aureool staan ook de traditionele Griekse letters die betekenen: ho Oon, de Zijnde, Hij die is, in feite een verwijzing naar zijn goddelijkheid, opdat we ons niet zouden vergissen in dat angstige kind.
7. De verwijzende naar Jezus
Alles in haar leidt dan ook naar Christus. Haar plaats bevindt zich tussen Christus en ons: niet als een scherm dat ons zou beletten om Christus te zien, maar juist andersom, als een wonderbaar verbindingsteken. Op de meeste Maria-
Het is zo helemaal harmonisch dat Maria verwijst naar Jezus en dat, als je naar Maria toekomt je uitkomt bij Jezus. Ons “Wees gegroet Maria” loopt verder uit op : “Gezegend is de vrucht van uw lichaam: Jezus”. Zoals Paus Johannes Paulus II het zegt in zijn brief over de rozenkrans: in het centrum van het weesgegroet staat de naam van Jezus.
“Heer Jezus Christus,
U heeft ons uw moeder Maria, die we vereren in dit verheven beeld,
als moeder gegeven, steeds bereid om ons ter hulp te komen:
Geef, wij bidden U, dat als we met volharding haar moederlijke hulp afsmeken
wij de vrucht van uw Verlossing mogen ondervinden”. (Paul Hitz)[4]
Jezus is de Verlosser. Van op het kruis. De majesteit van de Moeder Gods krijgt dan zeer menselijke trekken: Maria wordt de moeder van smarten. Jezus op het kruis. Maria onder het kruis. Zij vormen één geheel. Zoals ze hier op de icoon, met hun handen in elkaar, een eenheid vormen. Hetzelfde kruis vertoont zich voor hun ogen. Gruwelijk voor de Zoon, maar ook voor de Moeder. Haar hart is bij haar zoon, zij houdt zijn handen omvat. Maar op de icoon gaan haar ogen onze kant uit. Het is zoals in het Marialied “Salve Regina” : “Welaan dan onze Middelares, sla uw barmhartige ogen op ons”. “Advocata nostra: betekent: onze advocaat, onze voorspreekster.
De icoon toont Maria echter met een blik in de verte. Het is alsof ze het immense zichtbaar en onzichtbaar lijden van de hele mensheid wil omvatten. Een blik doorheen tijd en ruimte. Het zijn dan ook treurige ogen.
8. Maria wijst de weg naar het Heil
Al is deze icoon eerder onder te brengen bij de Passie-
Maar op deze “icoon van het lijden” wijst zij ons naar Jezus als Verlosser, die de harde noot zal kraken, die lijden en dood op zich zal nemen om ons vrij te maken, om ons het heil te brengen. Vroeg of laat zullen we alle mooie theorieën opzij moeten leggen, en ons laten confronteren met wat het de Heer heeft gekost om ons vrij te maken, om ons naar het heil te voeren.
In een devotieboekje van Maria Valtorta las ik eens hoe de twee leerlingen van Emmaüs een heel gesprek voeren onderweg en hoe de ene tot de andere zegt: “Heb je het niet gehoord? Markus heeft gezegd dat in Getsemane, waar Jezus aan een rotssteen gebeden heeft, alles vol bloed is. En Johannes die met Markus gesproken heeft, heeft hem gezegd : ‘Laat niemand deze plaats betreden, want het is bloed dat de Godmens gezweet heeft’ Als Hij vóór de marteling bloed gezweet heeft, dan moet Hij er verschrikkelijke angst voor gehad hebben”.
Ik denk dat dit een juiste voorstelling van zaken is. En het is goed dat we af en toe Jezus lijden overwegen opdat we zouden weten wat Petrus schrijft: “18 Gij weet dat gij niet met vergankelijke dingen, zoals goud en zilver, zijt verlost uit het zinloze bestaan dat gij van uw vaderen had geërfd. 19 Gij zijt verlost door het kostbaar bloed van Christus, het lam zonder vlek of gebrek” (1 Petr. 1,18-
Deze icoon toont werkelijk iets, toont Iemand. Hodigidria betekent letterlijk de ‘weg-
9. Een ander gezichtspunt: vanuit de menselijke nood
Ik heb zitten denken dat we de icoon ook eens vanuit de omgekeerde richting zouden moeten bekijken. Vertrekkend namelijk van het wereldwijde en alle perioden omvattende menselijk lijden dat door Maria gezien wordt, met haar ogen vol mededogen. Op de bruiloft van Kana was veel vreugde, zoals het op een bruiloftsfeest past, maar Maria zag dat ook het gebrek aan vreugde en vrede, zij zag de nood van die mensen: er was geen wijn meer. En ze bracht die nood over aan Jezus. Zo omvat ze de handen van haar kind en Jezus, die kijkt naar het kruis. Daar werd Hij het Lam Gods dat de zonde en het lijden van de mensheid wegdraagt. Dit is een bepaald gezichtspunt op de icoon die later zou genoemd worden: Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand. Maria ziet het enorme lijden van de mensheid, ze gaat er mee tot Jezus en deze laadt het op zijn schouders, een verlossend lijden. “Lam Gods dat de zonde van de wereld wegdraagt”, en, zoals Petrus het formuleert in het spoor van Jesaja: “In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen” (1 Pt. 2,24-
11 Want de genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen. 12 Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd, 13 terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Christus Jezus. 14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds.
Maria, leid ons naar Jezus, de Heiland,
de gezegende Vrucht van uw schoot.
EINDE VAN DIT ARTIKEL