GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

GL08/3


   NAAR INHOUDSOVERZICHT     


EEN PROTESTANT ONTMOET MARIA EN DE EUCHARISTIE

Ik las onlangs het verhaal van een Zwitserse jongeman uit een strenge Protestantse Kerkgemeenschap (hij was als wetenschappelijk medewerker werkzaam aan de Universiteit van Sankt Gallen).  Zijn ouders waren zeer gelovig (elke zondag tweemaal naar de kerk) maar hijzelf koos pas in 1994 radicaal om Jezus in zijn leven binnen te laten: Jezus mocht over zijn leven beschikken en hij zag Jezus ook als Redder in alle nood. Hij voelde zich dan eveneens geroepen om anderen tot Jezus te brengen (en tot het protestantse geloof). Hij bekwaamde zich in het aanvoeren van argumenten tegen het katholicisme; zelfs het overlijden van paus Johannes Paulus II in 2005 riep bij hem sterke gevoelens van weerstand op.

 

Eerste schermutselingen

Wanneer hij aan de universiteit in Sank Gallen een Oostenrijkse studente leert kennen, voelt hij zich dan ook geroepen om haar te redden van haar (sterke) katholieke geloofsovertuiging. Hij wil haar uit die dwaalweg bevrijden en haar helpen om op de juiste manier in Jezus te geloven. Hij staat echter perplex wanneer zij (een katholiek!) hem op een keer zegt: “Ik ken Jezus Christus en ik beschouw Hem niet alleen als mijn Heiland, Verlosser en Zaligmaker, maar ook als het hoogst denkbare goed!”

Naar aanleiding van een door de universitaire gebeds- en gespreksgroep georganiseerde thema-avond trekt hij opnieuw ten aanval; evenwel, nadat op een gegeven ogenblik over het thema Eucharistie en Avondmaal gesproken werd en als gevolg daarvan ook over het katholicisme en protestantisme, zei zijn vriendin plotseling, dat gebeurtenissen zoals onder andere de vele verschijningen van de heilige Maagd op aarde – vooral gedurende de tweede helft van de 20ste  eeuw en tot op vandaag - en met name de al sinds 1981 in Medjugorje plaatsvindende verschijningen -  wellicht toch meer in het voordeel spraken van het Katholicisme en in ieder geval onzekerheid opriepen ten opzichte van de Protestantse richting. Zijn reactie liet niet op zich wachten: “Mariaverschijningen…. dat is allemaal flauwekul.” Zij reageerde met grote rust en gelatenheid. Het was alsof ze een innerlijke zekerheid had dat er een tijd zou komen dat hij anders zou praten.  

Confrontatie

Er ontstond in hem inderdaad de idee dat hij eens een kijkje moest gaan nemen in Medjugorje. Toen hij tegenover een andere vriendin, die net zoals hij als wetenschappelijk medewerker verbonden was aan de universiteit van Sankt Gallen, ook wat neerhalend deed over “die Mariaverschijningen”, reageerde ook zij gelaten en antwoordde met een stralende glimlach: “Tiens, dat is nu juist waar ik in Augustus naar toe zal gaan, want ik ga daar deelnemen aan de jongerengebedsweek. Heb je soms zin om mee te gaan?” Er waren enkele moeilijkheden maar op 30 juli 2006 reisde hij met een Zwitserse jongerenbedevaart naar Medjugorje.

Daar in Medjugorje ervaarde hij als protestant negatieve zaken, zoals de winkeltjes en het – in zijn ogen - onbijbelse telkens maar herhalen van het Weesgegroet. Maar het positieve kreeg de bovenhand.  

Eucharistie

“En dat gold met name voor de viering van de Heilige Eucharistie en hoe bij heel veel mensen de gezichtsuitdrukking veranderde tijdens het ontvangen daarvan, wat in mij natuurlijk een zekere jaloezie deed ontbranden, omdat ik als niet Katholiek zijnde de communie – dat spreekt voor zichzelf - natuurlijk niet kon en mocht ontvangen. Ja zelfs bij degenen, die van te voren nauwelijks door het gebeuren geraakt schenen te zijn, trad plotseling een grote verandering op. Sterker nog, men kon gewoon aan hen zien dat het bewuste moment een hele bijzondere betekenis voor hen had. Toen ik bijvoorbeeld tijdens een van de volgende dagen, gedurende het zingen van het ‘Agnus Dei’ de priester van bij het altaar zag komen, om de communie uit te gaan delen, kwam plotseling en met grote helderheid de gedachte bij mij op, dat dit alles DE WAARHEID IS. Maar  toen de Mis eenmaal ten einde was, namen toch weer negatieve gevoelens van weleer bezit van mij…. ook omdat toch de indruk had hoe er op handige wijze op de emoties werd ingespeeld. En zo werd ik gedurende de zeven dagen dat ik in Medjugorje  heb doorgebracht, steeds weer tussen zowel positieve als  negatieve gevoelens heen en weer geslingerd. Echter wanneer ik op een gegeven moment gewoon niet kon laten, weer eens een blik naar de hemel te richten en moest stellen dat er steeds weer opnieuw sprake was van de meest ongelooflijke en ook gevarieerde lichtverschijnselen en wolkenformaties, - zoiets overweldigends heb ik nooit eerder gezien - dan bewerkte dat in mij toch de gedachte en het gevoel dat God in Medjugorje werkelijk aan het werk is, en dat het ensceneringstalent van de Katholieke kerk gewoon niet in staat is, om daaromtrent ook maar de geringste rol van betekenis te vervullen. En wat het vieren van de Eucharistie betreft: het feest rondom het Avondmaal, zoals wij Protestanten de Eucharistie noemen, heeft in de Katholieke Kerk toch geheel een andere betekenis dan in de Protestantse kerk; zodat het geloof dat Jezus na het uitspreken door de priester van de Eucharistische woorden, werkelijk met lichaam en ziel in de gemeenschap van de gelovigen binnentreedt, gewoon iets wonderbaarlijks is. Ook gezien het feit, omdat er binnen de Protestantse geloofsbeleving slechts van een symbolische gebeurtenis sprake is, dat de eventuele resten van het avondmaalbrood na de eredienst gewoon worden weggegooid (ook geseculariseerde priesters kieperen overtollige hosties weer terug bij de hoop)…”

   NAAR INHOUDSOVERZICHT     

 

Eucharistische aanbidding

“Wat naast de H. Mis verder grote indruk op  mij gemaakt heeft, is de driemaal per week gehouden ‘Eucharistische aanbidding’.  Nooit eerder  in mijn leven mocht ik  anders en mooier ervaren,  hoezeer de mens in staat is om, ondanks alles wat hem belast, en ondanks zijn drukke bestaan (dag in dag uit is hij van ’s morgens vroeg tot ’s avond laat vrijwel onderbroken bezig), plaats te maken voor het goddelijke, door zich via deze aanbidding volledig op Jezus Christus te concentreren… zozeer zelfs, dat de rillingen mij als het ware over mijn rug liepen. Dat ik dit in Katholiek verband heb mogen meemaken heeft mij achteraf bezien ten zeerste verwonderd, vooral omdat Protestanten steeds weer roepen, dat Jezus bij de Katholieken niet de eerste plaats inneemt, omdat Hij volgens hen Zijn plaats met tal van concurrenten moet delen. Met de zogenaamde heiligen natuurlijk! In en door Medjugorje heb ik echter ingezien en geleerd, dat deze beweringen op geen enkel fundament gebaseerd zijn. Zo werd het tevens mogelijk dat ik door Medjugorje de werkelijkheid van een volledige oriëntatie op Jezus mocht ervaren. Dat was ronduit gezegd voor mij een overweldigende ervaring”.  

Rozenkrans

Na de bedevaart wil onze protestant wat afstand nemen van “Medjugorje”, maar daar kwam weinig van in huis “want al na enkele dagen begon ik uit mijzelf de rozenkrans te bidden, - eerst tijdens mijn dagelijkse treinreizen, maar daarna ook thuis - waardoor deze vorm van gebed plotseling en zonder dat ik het eigenlijk besefte, betekenis voor mij begon te krijgen. En door dat bidden van de rozenkrans en het alsmaar herhalen van het ‘Wees gegroet Maria…’ leek het alsof mij de schellen van de ogen vielen, want plotseling voelde ik gewoon, dat dit gebed uitermate belangrijk is op de weg naar het heil: Jezus! Kortom, wat ik eerder had veroordeeld, erger nog, van de tafel had geveegd als was het een ‘routinegebed’ zonder enige diepgang, gaf mij nu vrede en vreugde. En verder herkende ik erdoor, hoe groot de schoonheid is van het op vaste tijden bidden en dat het alleen daardoor mogelijk is, zich terug te trekken in de eigen individualiteit. Of ook… je schaart je als het ware bij het leger van gelovigen, om zo gezamenlijk Gods liefde in Hem alleen te willen loven en prijzen en  verkondigen. En… je vormt niet meer je eigen gedachten, maar je komt in de reeds bestaande gedachten tot rust, die je dan vrij maakt… ook om zo beter te kunnen luisteren en te ontvangen. En tenslotte vraagt en eist men dan niet meer, maar besteedt men eenvoudigweg tijd, zonder welke voorwaarden dan ook vooraf te stellen. 

 

Maria, de verwijzende

“Wat ik verder met betrekking tot Medjugorje en het Katholieke geloofsleven, eveneens steeds interessanter ben gaan vinden… (omdat protestanten steeds weer opnieuw het rozenkransgebed bekritiseren en afkraken als was het een gebed ten dienste van afgoderij want  volgens hen moet je bidden tot God en niet tot Maria) is dat het hoofdgebed van de rozenkrans: ‘het Wees gegroet Maria’ verbazingwekkend verwant is met de Heilige Schrift…. En zo werd het voor mij (door Medjugorje en het veelvuldig overdenken van de eerste twee hoofdstukken van het evangelie volgens Lucas) mogelijk een levende relatie met Onze Lieve Vrouw op te bouwen. Ik heb  haar eren kennen als een eenvoudige, uiterst bescheiden vrouw, die ver staat van elke wens tot vergoddelijking. Sterker nog, zij wil werkelijk niets anders dan ons naar haar Zoon Jezus leiden. Maar omdat over het algemeen slechts weinig mensen haar zo met liefde vervulde ‘uitnodigingen’ daartoe willen aannemen (volgens de Franse priester René Laurentin heeft zij sinds 1830 wereldwijd in meer dan achttienhonderd plaatsen daarover gesproken) is er steeds veelvuldiger sprake van verschijningen.”  

De plaats van Maria in het christelijk leven

Voordat hij naar Medjugorje ging vond hij de Mariaverering smakeloos en goedkoop en hij beschouwde ze als concurrentie van Jezus, de Enige tot wie we mogen bidden.

“Nu, na Medjugorje beschouw ik deze weerstand tegen Maria als een waarachtig teken van onvolwassenheid in geloof. Vanuit Protestants oogpunt bezien is dit ‘Maria afwijzen’ in haar oorsprong geen kwalijke zaak, want zij komt voort uit liefde voor Jezus. Men is bang dat wanneer men Maria de eer schenkt die haar toekomt, men daardoor Jezus beledigt. Ondanks al deze door de Protestanten aangevoerde argumenten tegen de verering van Maria (en dat niettegenstaande het feit dat in het evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 1 vers 48 staat geschreven… 'dat van nu af aan elk geslacht haar zalig zal prijzen, omdat de Heer grote dingen aan haar heeft gedaan'), lijkt mij een werkelijk Christelijk leven zonder passende verhouding tot Maria, nauwelijks meer mogelijk.

Zij was het immers, die God in haar schoot heeft gedragen en Hem ter wereld heeft gebracht, om Hem daarna tot aan het begin van Zijn openbare leven te begeleiden…en dat met alle smart en lijden wat daarmee verbonden was… "Zie, dit kind is bestemd tot de val en opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken zal worden, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord”(Lc. 2, 34-35).  Dat zij, zodra de Heer met Zijn openbare leven begint, op de achtergrond treedt, is vanzelfsprekend en daarom zou alleen dit reeds voor een Protestant voldoende moeten zijn om haar die erkenning te geven die zij verdient, ook omdat een verdere “binding aan het gezin” in absolute zin, niet  te verenigen zou zijn geweest met Zijn van Godswege voor Hem bestemde opdracht, die vanaf de ‘Bruiloft in Kana’ op de hele mensheid is gericht.

Maar daardoor kwam aan haar betekenis voor de heilsgeschiedenis geen einde, want terwijl Hij aan het kruis hangt spreekt Hij tot Johannes zijn geliefde leerling de historische woorden: “Zoon ziedaar uw moeder” ( Joh. 19,27). Dan wordt pas werkelijk duidelijk wat haar rol is… namelijk de moeder worden van alle mensen en de gehele toekomstige Kerk!  Omdat het volstrekt onvoorstelbaar is, dat Jezus op dat moment iets onbelangrijks of ondoordachts zou hebben gezegd, moet dit voor ons het bewijs zijn, dat de rol die Maria binnen de Kerk en ons geloofsleven vervult, absoluut juist en zuiver is; hierover zou men niet moeten discussiëren, laat staan dat hierover conflicten zouden moeten bestaan. Door deze door Jezus aan het kruis gesproken woorden, is het tevens volstrekt op zijn plaats, dat Maria zich na de Hemelvaart van Jezus ( wij weten niet of zij bij dat grootse en onvoorstelbare moment aanwezig was: noch in de evangelies, nog in de Handelingen van de Apostelen wordt daarover gesproken) bij de leerlingen voegde, om de komst van de beloofde Heilige Geest af  te wachten en zo zonder Hem, waarmee ik bedoel Jezus' fysieke aanwezigheid, in de nieuwe tijd binnen te treden. (Hand. 1,14) En daardoor vervult zij dan tussen het moment van de kruisiging en het stichten van de Kerk een sleutelrol, wat voor mij betekent, dat zij werkelijk beschouwd moet worden als de ‘geestelijke moeder’ van de gemeenschap van de leerlingen.

Terugblikkend op hetgeen ik tot nu toe heb gezegd, is het voor  mij dan ook absoluut onmogelijk om aan te nemen, dat een volkomen Christendom kan bestaan, dat Maria om zo te zeggen uitschakelt. Zij is immers de belangrijkste vrouw van heel de wereldgeschiedenis; de vrouw, die de Verlosser baarde, en daarom moet aan haar binnen de Christelijke gemeenschap – ook in de Protestantse gemeenschap - na Christus de belangrijkste plaats  worden toegekend. Kort en bondig…een kerkgemeenschap die niet bereid is haar die plaats te  geven, zal mijn inziens op den duur niet levensvatbaar zijn.”

   NAAR INHOUDSOVERZICHT