GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

   NAAR INHOUDSOVERZICHT     


BIJBELSE POËZIE IN DE SYRIAC-TRADITIE

  GL07/4

In de christelijke traditie was de bijbel steeds een goed startpunt voor de predikatie en het onderricht. Een sterke vertegenwoordiger hiervan is trouwens de heilige bisschop Ireneüs, die we onlangs als onderwerp namen in de cursus ‘Iconen schilderen voor beginners’. In de Syriac-traditie ging dat – heel typisch - vaak gepaard met poëzie, waarbij vooral de heilige diaken Efrem (373 na Chr.), Narsai (500 na Chr.) en Jacob van Serough (521 na Chr.)  zich onderscheidden. Ter illustratie citeer ik – met betrekking tot Maria’s maagdelijk moederschap - volgende anonieme verzen (de meeste van deze preekgedichten zijn trouwens anoniem).

 

Omtrent de boodschap aan Maria (een dialoog tussen de engel en Maria)

In deze poëzie wordt de verwondering en de angst van Maria uitgedrukt tegenover het mysterie van de Maagdelijke ontvangenis.

De engel richtte zich tot de Maagd en sprak,

vrede zij u, o moeder van mijn Heer,

gezegend zijt gij, kind,

en gezegend is de Vrucht die in u is.

 

En Maria zei, wie bent u, heer?

en wat brengt gij hier tot uiting?

Wat gij hier zegt staat ver van mij

en wat het betekent begrijp ik niet.

 

Engel

De Vader heeft mij geopenbaard, wat ik nu aan u openbaar,

dit mysterie dat besproken werd tussen Hem en zijn Zoon

toen hij me zond om te zeggen

dat Hij vanuit u wil uitstralen over de werelden.

 

Maria

Ik ben bang, u te onthalen

want toen Eva, mijn moeder, de slang onthaalde

die tot haar sprak als vriend,

werd zij weggerukt van de heerlijkheid van haar Schepper.

 

Deze ontmoeting met u en uw aanwezigheid hier

zijn zeer mooi indien de natuurlijke orde van de zaken

mij niet zouden verontrusten om twijfels te hebben omtrent uw komst

zoals: hoe er een vrucht kan zijn in de schoot van een maagd.

 

Engel

Ik werd door de Vader gezonden om u deze boodschap te brengen,

dat zijn liefde Hem zozeer dwong

dat zijn Zoon zou verblijven in uw schoot,

en op u zal de heilige Geest rusten.

 

Maria

In dat geval, o Engel, zal ik niet opnieuw antwoorden;

en als de heilige Geest tot mij zal komen,

dan ben ik zijn dienstmeisje en hij heeft het gezag;

laat het aan mij gebeuren volgens uw woord.

 

 

De dialoog tussen Jozef en Maria

Ook treffend is het preekgedicht over de ontmoeting tussen Jozef en Maria. Maria heeft aan Jozef meegedeeld dat ze zwanger is en hoe dat gekomen is, een uitleg die hem heel onwaarschijnlijk overkomt. Het doet een beetje denken aan het proto-evangelie van Jakobus (ook wel genoemd ‘De geboorte van Maria’), een van de apocriefe evangelieën, die – gelukkig - niet door de Kerk in de canon werden opgenomen.

Op de meeste Oosterse iconen van de geboorte van Jezus zit Jozef ook te dubben en wordt hij zelfs door de Satan, in de gedaante van een oude herder, bekoord om het mysterie van Jezus’ maagdelijke geboorte in twijfel te trekken. Het is geïnspireerd op die paar zeer sobere woorden uit het evangelie: “Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden.  Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest’” (Mt.1,19-20).

 

Jozef:

Ik sta verbijsterd bij wat je zegt:

hoe kan ik jouw woorden aanhoren?

Maagden zijn gewoon niet zwanger

totdat ze gemeenschap hebben of huwen.

 

(In een lange dialoog laat Jozef zich stilaan overtuigen)

 

Jozef:

Er zijn twee mogelijkheden, en beide verontrusten mij:

als wat je zegt waar is, is het voor mij beangstigend,

maar als het ontrouw is, is het een bron van leed.

Hoezeer zou ik wensen aan de twee te ontkomen!

Maria:

Nu zal ik mijn woorden helder maken

en mij richten tot mijn Zoon, verborgen in mijn schoot;

Hij zal jou openbaren dat ik geen andere kinderen zal hebben

en dat dit me niet zal beroven van jouw gezelschap.

 

(slotvers)

Jozef sliep, en de engel kwam,

en openbaarde hem hoe het mysterie had plaats gevonden.

Jozef stond vroeg op en knielde vol bewondering

in gebed voor Maria, die niet gelogen had.



   NAAR INHOUDSOVERZICHT        NAAR TOP