GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

GEDOOPT  IN  DE  HEILIGE  GEEST

 

Toespraak door kanunnik Wilfried Brieven

op de viering van 40 jaar Katholieke Charismatische Vernieuwing

in het Scheppersinstituut te Mechelen op 31 maart 2007

    NAAR INHOUD       

Inleiding

I.  Onze ervaring van de doop in de Geest

II.  Wat zeggen de evangelisten over ‘dopen in de Geest’ ?III.  Wat zeggen de Handelingen en Paulus ons over ‘dopen in de Geest’? IV.  De doop in de Geest een gave voor heel de Kerk

V.   De doop in de Geest in ons leven.

8 aandachtspunten:

1°  De doop in de Geest is een genade die in ons leven een bron ontsluit

2°  Het voornaamste effect is dat we beleven dat Christus de Heer van ons leven wordt.

3°  Het woord van God ontvangen.

4°   De groei tot eenheid. 

5°  De openheid voor de vruchten van de Geest.

6°  De openheid voor de charismen.

7°  De genade om te getuigen en te evangeliseren.

8°  De liefde voor de Kerk en de sacramenten.


Inleiding

We zijn hier vandaag samengekomen met een dankbaar hart omdat we de veertigste verjaardag gedenken van de wereldwijde Katholieke Charismatische Vernieuwing. Het is  een gunstige gelegenheid om ons te verdiepen in de visie van de Charismatische Vernieuwing; een wezenlijk element hiervan is de ervaring van de doop in de Heilige Geest. Een groep studenten aan de Duquesne Universiteit in Pittsburg in de Verenigde Staten waren de eersten die dit in de Katholieke Kerk ervaren hebben. Heel bekend is het getuigenis van Patti Mansfield, een van de studenten die aan een retraite deelnam, nu veertig jaar geleden, tijdens het weekend van 17 tot 19 februari 1967. Samen met medestudenten had ze voor die retraite intens gebeden om de Heilige Geest te ontvangen. Ze geloofde in de belofte waarover Lucas spreekt: “Vraag en u zal gegeven worden; zoek en ge zult vinden; klop en er zal worden opengedaan…. Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de Heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen” (Luc. 11,9;13). Deze jongeren waren ook geraakt door het gebed dat Paus Johannes XXIII  schreef voor het Tweede Vaticaans Concilie: “Heilige Geest, verricht ook vandaag wonderen als in een nieuw pinksterfeest”. Enkele dagen voor de aanvang van de retraite, bad Patti: “Heer, ik geloof dat ik uw Geest in het doopsel en het vormsel al ontvangen heb. Maar als het mogelijk is dat uw Geest meer dan totnogtoe in mijn leven werkzaam wordt, dan VERLANG ik dat!”. Ik ben er meer en meer van overtuigd dat dit verlangen om de Heilige Geest het sleutelwoord is. Onlangs hoorde ik nog enkele getuigenissen, uit onze gebedsgroepen. Het trof me telkens dat deze zussen en broers zegden: “Ik werd geraakt door de vreugde of  de uitstraling van degene die de zeven weken gaf.  Ik verlangde datzelfde wat die bezat!”. Patti zegt hetzelfde van een protestantse vrouw die een getuigenis gaf tijdens het weekend: “Hier stond iemand voor ons die Jezus persoonlijk en intiem scheen te kennen. Ze ervoer de kracht van de Heilige Geest…ik wist dat ik verlangde wat zij had”. Die zaterdag avond was een verjaardagsfeestje gepland.  Patti ging naar de kapel, eigenlijk om anderen te overhalen naar de party te komen. Zij verhaalt: “Toen ik binnenkwam en knielde voor Jezus, trilde ik op mijn benen, vervuld met ontzag voor zijn majesteit. Ik werd overrompeld door het besef dat Hij de Koning der koningen is…Een sterker verlangen om mezelf onvoorwaardelijk aan God over te geven, overwon mijn vrees. Ik bad: ‘Vader, aan U geef ik mijn leven. Wat U ook van mij vraagt, ik aanvaard het… Leer me toch om Jezus te volgen en te beminnen, zoals Hij bemint’. Het volgende ogenblik was ik vervuld met de genadevolle liefde van God… Het uur daarop voerde God vele studenten naar de kapel” . Allen werden geraakt door de Geest, zij werden gedoopt in de Geest. Het was inderdaad een verjaardagsfeest geworden, de geboorte van de Katholieke Charismatische Vernieuwing. Het is goed het volledige getuigenis te lezen in ‘Jezus leeft’.  Ik ben ervan overtuigd dat  deze open dag  een bijzonder ogenblik is voor de Charismatische Vernieuwing in Vlaanderen waar wij ons in gebed op voorbereid hebben. Ik geloof dat vandaag de Heilige Geest met kracht over ons komt, zoals toen tijdens het Duquesne Weekend.

Wij willen uitgaan van de ervaring dat het leven van ons en van 120 miljoen christenen over de hele wereld diepgaand veranderde nadat zussen en broers over ons gebeden hebben voor een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest, toen wij gedoopt werden in de Heilige Geest. Dit is de grondervaring waarop heel de spiritualiteit van de Charismatische Vernieuwing gebouwd is.

  

Tijdens het Internationaal Leiders Colloquium ter gelegenheid van de Pinksterviering in 2006 werd er gedeeld over de essentiële aspecten van de Charismatische Vernieuwing. Vijf elementen werden aangegeven:

1° Als eerste:  gelovigen het belang van het doopsel in de Geest bijbrengen;

2° hen aanmoedigen om de charismen te gebruiken;

3° hen helpen om te   komen tot een persoonlijke relatie met Christus;

4° de noodzaak van evangelisatie en

5° de noodzaak om te groeien tot persoonlijke heiligheid.

Vandaag willen we het hebben over de grondslag van elke charismatische ervaring: de doop in de Geest.

    NAAR INHOUD           NAAR TOP  

I.  Onze ervaring van de doop in de Geest

Onlangs ontving ik het getuigenis vanuit de Credo groep in Kortrijk over de ervaring van Pater Jos Biesbrouck o.m.i.. Hij stichtte de eerste charismatische gebedsgroep in Vlaanderen  op 4 september 1971.  Nu we dankbaar de veertigste verjaardag gedenken van de wereldwijde Katholieke Charismatische Vernieuwing, is het  goed stil te staan bij de ervaring van iemand die bij ons de voortrekker was. Jos ontmoette in de jaren 60 niet-katholieken met een enorme overtuigingskracht, christenen die vrede en vreugde uitstraalden. Hij stelde zich de vraag: wat ontbreekt bij ons, katholieken, ondanks het feit dat wij over sacramenten als krachtbron beschikken. Hij ging op zoek want hij verlangde ook naar wat die andere christenen hadden en dat hij niet had. Hoe kon hij die bezielende kracht van de Geest ontvangen? Dit is de steeds weerkerende ervaring die we ook bij Patti  zagen en bij zovele anderen! Hij kwam in 1965 tot het besef  dat hij hiervoor de doop in de Geest moest vragen, naar het voorbeeld van de eerste christenen, zoals dit in de Handelingen beschreven werd. Jos ontmoette in mei van dat jaar in Utrecht David Du Plessis , een van de leiders van de Pinksterkerken, die waarnemer was op het tweede Vaticaans Concilie. Zijn woorden gaven Jos veel inzicht en een onweerstaanbaar verlangen naar de doop in de Heilige Geest. Hij liet die avond over zich bidden met handoplegging. Hij werd overstelpt met een onuitsprekelijke vrede en vreugde die alle verwarring en onrust in hem verdreef. Hij reed die nacht lovend en dankend naar huis. Ook getuigt hij van wat de doop in de Geest in hem bewerkte. Hij schrijft: “Allereerst een persoonlijke ervaring zoals nooit tevoren, van de liefde van die levende, verrezen Heer, voor mij persoonlijk en voor iedereen…. Dank zij die ervaring hebben ook eucharistie, aanbidding en biecht een veel intensere betekenis en waarde; ook mijn gebed in al zijn verscheidenheid van vormen…. Sindsdien is de naam ‘Jezus’ mij enorm duurbaar geworden…. Verder is er de nood om steeds terug te grijpen naar bijbelstudie met een enorme smaak naar het woord van God…. Een andere gunst die ik verkreeg sinds die vernieuwing is, steeds meer te ervaren wat het betekent echt lid te zijn van dat grote Lichaam van Christus. Hierdoor weet ik me nooit meer alleen maar steeds sterk verbonden als rank aan de wijnstok, aan Christus zelf ”.Ik ben zeer dankbaar voor dit getuigenis want hierin ligt alles vervat van wat de steeds weerkerende ervaring is van christenen die verlangen naar een krachtige doorbraak van de Geest in hun leven. Ik kan eveneens met grote dankbaarheid zeggen dat ik een gelijkaardige bekeringservaring in mijn priesterleven mocht ervaren.

  

Als we hier vandaag samen komen is het omdat velen van ons  hetzelfde kunnen getuigen namelijk dat ons leven veranderd werd door de doop in de Geest.  In vele opzichten gelijkt dit op de ervaring van de eerste apostelen op Pinksteren. Jezus beloofde aan de Elf dat zij kracht zouden ontvangen en dat ze getuigen zouden worden door de komst van de Heilige Geest (Hand. 1,8). Van angstige, zwakke mensen werden zij omgevormd tot apostelen die het aandurfden om zonder vrees het evangelie te verkondigen aan dezelfde Joden die Jezus ter dood hadden gebracht. Ook wij  ervaren dat we kracht ontvangen om te getuigen van ons geloof, dat we gestuwd worden om God te loven en om die lofprijzing in het publiek te verwoorden. Er is wel een belangrijk verschil. Petrus verkondigde de boodschap aan mensen voor wie ze totaal nieuw was. Wij moeten getuigen bij mensen die door hun doopselsacrament eigenlijk reeds de Heilige Geest ontvangen hebben. De belofte van Jezus, door Petrus verwoord op Pinksteren: “Bekeer u! Ieder van u moet zich laten dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult u de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Hand. 2,38)  blijft niet beperkt  tot heidenen die Christus in hun leven aanvaarden maar is ook bedoeld voor christenen die reeds het sacramenteel doopsel ontvangen hebben. Het moet heel duidelijk zijn, en we moeten hier werkelijk alle verwarring uitsluiten, dat de ervaring van het doopsel in de Geest niet betekent dat we het sacrament van het doopsel een tweede maal ontvangen. Wel is het zo dat de initiatie tot een persoonlijk christelijk leven kan en moet vervolledigd worden. Door ons doopsel zijn we volledig ingelijfd in het Lichaam van Christus maar onze persoonlijke beaming, ons persoonlijk ‘JA’ kan en moet nog groeien.Indien iemand voor de eerste maal in zijn of haar leven de persoonlijke beslissing neemt om voortaan consequent te leven als een christen, meen ik dat we werkelijk kunnen spreken van een vervolledigen van de christelijke initiatie.

      NAAR INHOUD           NAAR TOP  

II.  Wat zeggen de evangelisten over ‘dopen in de Geest’ ?

De vier evangelisten vermelden allen dat Johannes de Doper de profetie uitsprak dat Jezus zal dopen in de Geest. Marcus en Johannes beperken er zich toe te zeggen: “Hij zal u dopen in de Heilige Geest” (Marc. 1,8; Joh. 1,33). Matteus en Lucas voegen er iets aan toe dat duidelijk maakt wat Johannes de Doper met zijn profetie bedoelde: “Hij zal u dopen in de Heilige Geest en vuur” (Mat. 3,11; Luc. 3,16). Zij  verwoorden wat de Doper bedoelde: hij verwees naar de profeten van het Oude Verbond; zij spraken over het reinigende oordeel waarbij het hele volk gezuiverd wordt maar waarbij ook diegenen die geen berouw tonen, veroordeeld worden. Vandaar de verwijzing naar het vuur. Marcus en Johannes verwoorden reeds de latere christelijke interpretatie van de profetie van Johannes de Doper. Zij verwijzen niet langer naar het messiaanse oordeel maar naar de belofte van een uitstorting van de Heilige Geest die eveneens door de profeten van het Oude Verbond  voorspeld werd. Jesaja zegt: “totdat uit de hoge de Geest over ons wordt uitgestort” (32,15); “Ik zal  mijn Geest uitstorten over uw nazaten en mijn zegen over uw telgen” (44,3). Ezekiël  zegt in de gekende profetie: “Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in u uitstorten. Ik zal het stenen hart uit uw lichaam verwijderen en u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal ik in u uitstorten” (36,26-27).  Joël zegt het met de woorden die Petrus op Pinksteren citeert: “Ik zal mijn Geest uitgieten over alle mensen; profeteren zullen uw zonen en dochters, uw ouderen zullen dromen krijgen, uw jonge mannen zullen visioenen zien. Zelfs over de dienaren en dienaressen giet Ik mijn Geest uit in die dagen ” (3,1-2).De evangelist Johannes geeft ons in de ontmoeting van Jezus en Nicodemus nog verdere aanduidingen wanneer Jezus in het nachtelijk gesprek tot Nicodemus zegt: “Ik verzeker u: alleen wie geboren wordt uit water en Geest, is in staat het Koninkrijk van God binnen te gaan” (Joh. 3,5). Jezus nodigt hem uit zichzelf in vraag te laten stellen, wanneer Jezus hem zegt dat hij moet herboren worden. Het is nodig dat wij het voorbeeld van Nicodemus navolgen en dat onszelf steeds opnieuw in vraag laten stellen omdat wij ook moeten herboren worden om de Geest in heel ons leven te volgen. Telkens opnieuw leren wij kiezen voor Jezus, in de kracht van de Heilige Geest. Ik nodig u uit deze evangelie episode te herlezen vanuit onze ervaring van de doop in de Geest.  

III.  Wat zeggen de Handelingen en Paulus ons over ‘dopen in de Geest’?   

Lucas verhaalt ons inderdaad hoe de profetie van Johannes de Doper vervuld werd. Hij legt er de nadruk op dat het Jezus zelf is die de belofte uitspreekt: “Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf wachten op de belofte van de Vader die jullie van Mij hebben gehoord; immers Johannes doopte met water, maar jullie zullen gedoopt worden in de Heilige Geest, binnen enkele dagen” (Hand. 1,4-5). Petrus bevestigt dit bij de bekering van Cornelius, wanneer hij in Jeruzalem zijn optreden moet verdedigen: “Ik moest denken aan het woord dat de Heer gesproken heeft: ‘Johannes doopte met water maar jullie zullen gedoopt worden in de Heilige Geest’” (Hand. 11,16).  Wanneer Jezus  zegt dat de apostelen binnen enkele dagen zullen gedoopt worden in de Geest, bedoelt Hij niet het doopsel in water maar wel de komst van de Heilige Geest op pinksterdag. Bij Cornelius en zijn gezin gaat deze ervaring zelfs het sacrament van het doopsel vooraf. Gedoopt worden in de Geest betekent dus duidelijk dat zij totaal worden ondergedompeld in de Geest, of om het met een ander beeld te zeggen dat de Geest over hen wordt uitgestort. Jezus belooft  met andere woorden: “Ik schenk u de gave van de Heilige Geest”.Die gave heeft zichtbare uitwerkingen bij diegenen die ze ontvangen. Het achtste hoofdstuk  geeft ons twee aanduidingen: in verzen 15 tot 17 zien we dat Filippus in Samaria mensen gedoopt had  maar wanneer Petrus en Johannes er naar toe gaan, vermeldt Lucas: “Zij gingen daarheen en baden voor hen dat ze de Heilige Geest mochten ontvangen, want Die was nog op niemand van hen neergedaald. Daarop legden ze hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest”. Omdat Petrus en Johannes  ervaren hebben dat de uitwerkingen van de uitstorting van de Geest bij die Samaritanen nog niet zichtbaar waren,  wisten ze dat ze voor die mensen moesten bidden voor de gave van de Geest.  In verzen 18 en 19 gaat het over de magiër Simon  die in Samaria allerlei wonderen deed; hij zag wat Petrus en Johannes bewerkten en  Lucas verhaalt dan: “Toen Simon zag dat de Geest geschonken werd door middel van de handoplegging door de apostelen, bood hij hun geld aan en zei: ‘verleen ook mij die macht, dat iedereen die ik de handen opleg, de Heilige Geest ontvangt’”. Hoe kon Simon het ‘zien’ als het niet was dat de Samaritanen tekenen vertoonden dat de Geest in hen werkzaam was?  Verder horen we ook wat in Efeze gebeurde: “Paulus legde hun de handen op en de Heilige Geest kwam op hen, en zij spraken in talen en profeteerden” (Hand. 19,6). Hij getuigt  dat de christenen toen duidelijk de ervaring opdeden van  de krachtige werking van de Geest. “Dit wil ik alleen van u horen: hebt u de Geest ontvangen door de Wet te onderhouden of door gelovig te luisteren? Hoe kunt u zo dom zijn!…Nogmaals: Hij die u de Geest verleent en onder u machtige dingen verricht, doet Hij dat omdat u de Wet onderhoudt of omdat u gelovig luistert?” (Gal. 3,3-5).Het is zeer belangrijk dat we onthouden dat in de Schrift steeds opnieuw gezegd wordt dat de doorbraak van de Geest een zichtbaar effect heeft op diegenen die het ontvangen. Hierover spreken we verder uitvoerig.

    NAAR INHOUD           NAAR TOP  

IV.  De doop in de Geest een gave voor heel de Kerk

Allan Panozza, de voorzitter van ICCRS zei in Fiuggi dat er wereldwijd 120 miljoen christenen de doop in de Geest ontvangen hebben, dit op een totaal van haast één miljard. Dit betekent slechts 12% van de christenen en de vraag die we ons moeten stellen, is of die gave dan enkel tot hen beperkt blijft. Denken we even aan de ervaring van Petrus bij zijn bezoek aan de heiden Cornelius: “Nauwelijks was ik begonnen te spreken of de Heilige Geest daalde op hen (heidenen) neer zoals in het begin  ook op ons” (Hand. 11,15). Heidenen werden gedoopt in de Geest. Het doopsel in de Geest is ook nu niet beperkt tot  de Charismatische Vernieuwing. Het is een gave door de Heer bedoeld voor heel zijn Kerk, voor allen die de naam van Jezus beleiden. Zoals de engel aan Maria zei: “Want voor God is niets onmogelijk. Toen zei Maria: ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt” (Luc. 1,37-38). Zo werkt de Heilige Geest in Maria maar ook in allen.  Voor God is inderdaad niets onmogelijk!!! Kardinaal Suenens zei reeds bij de aanvang van de Vernieuwing in onze streken: “Wanneer men de Charismatische Vernieuwing klasseert bij alle andere bewegingen, verstaat men er de eigenheid niet van; het is een stuwing van de Heilige Geest, bedoeld voor de hele Kerk en bedoeld om ieder aspect van het leven in de Kerk te vernieuwen. De kern van de Vernieuwing, de doop in de Geest, is een genade van nieuw pinksterleven, bedoeld voor alle christenen”.Wanneer we ons hierover bezinnen, is het goed  te kijken naar het kruis van Jezus: de genade van het doopsel in de Heilige Geest stroomt uit het doorboorde hart van Jezus en die genaden kunnen toch niet beperkt blijven tot een veel kleinere groep. Het is het verlangen van de Heer dat zijn bloed op het kruis vergoten, allen moge zegenen. Johannes zegt bij de kruisdood van Jezus: “Daarop boog Hij het hoofd en Hij gaf de Geest” (Joh. 19,30)  Wanneer alles volbracht is, kan de Geest over de aarde komen. De laatste ademtocht van Jezus is tevens reeds het waaien van de pinksterwind, over heel de Kerk, over heel de wereld. Water en bloed vloeiden uit zijn zijde, het water van de doop en het bloed van zijn mateloze liefde voor allen.Wanneer Petrus op Pinksteren getuigenis aflegde sloten 3000 mensen zich aan (Hand. 2,41). Hij richtte zich tot alle aanwezigen en hij had het niet over een speciale groep wanneer hij plechtig zei: “Bekeer u! Ieder van u moet zich laten dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult u de gave van de Heilige Geest ontvangen” (Hand. 2,38).  Het is belangrijk dat we heel ruim mensen uitnodigen om zich door middel van de zeven weken of van een Filippus cursus  voor te bereiden op een gebed voor een vernieuwde doorbraak van de Geest. Mochten alle jongeren die het sacrament van het vormsel ontvangen ook die ervaring opdoen dat ze gedoopt worden in de Heilige Geest.   Durven we hiervoor  bidden en  geloven we ook:  “Voor God is niets onmogelijk”?We zagen het tijdens het Duquesne weekend!

Wij zijn te zeer geneigd om de liefde van God en de kracht van de Geest te beperken tot ons eigen kleine wereldje. De doop in de Geest is bedoeld voor alle mensen, ook voor hen die op dit ogenblik Jezus nog niet kennen. Herinneren we ons maar Cornelius. Hij was toch een heiden! Daarom is het zo nodig dat die blijde boodschap  vreugdevol maar ook met kracht verkondigd wordt aan heel de wereld. Het congres Brussel-Allerheiligen was zulk een teken voor onze tijd. Ook nu kan de Geest wonderen bewerken!  Lang twijfelde ik of het in Brussel mogelijk was. Mijn geloof en vertrouwen schoten erg tekort. Ik vertrouwde niet genoeg op de krachtige pinksterwind van de Heilige Geest. Dan moet ik nog maar eens voor mezelf herhalen: “Voor God is niets onmogelijk”.  

    NAAR INHOUD           NAAR TOP  

V.   De doop in de Geest in ons leven.

Ik zou twee voorafgaande bemerkingen willen maken:

1°  Het is niet omdat over iemand gebeden wordt voor de doop in de Geest dat dit ook automatisch effect heeft. Bij het sacramenteel doopsel , geloven wij dat diegene die gedoopt is, de genade ontvangen heeft om in het Lichaam van Christus ingelijfd te zijn.. Wij zien daarbij geen tastbare gevolgen, ook al omdat het meestal gaat om kleine kinderen. Maar als wij geloven dat de doop in de Geest betekent dat wij op een nieuwe wijze de kracht  van  de Geest ervaren, kunnen we niet zeggen dat iemand gedoopt is in de Geest, wanneer we geen enkel teken zien dat in het leven als christen van die persoon iets veranderd is. Dan bedoel ik niet dat er bepaalde charismen als bij voorbeeld het spreken in talen moeten zichtbaar worden, maar wel dat een meer consequente christelijke levenshouding met een groei in geloof, hoop en liefde bewerkt wordt. Een diepere vreugde en vrede zijn ook zichtbare tekenen die mensen aanspreken .

  

2°  Als we spreken over een nieuwe doorbraak van de Geest, moet het duidelijk zijn dat dit niet een eenmalige gebeurtenis hoeft te zijn. Ik geloof  dat tijdens ons leven hier op aarde er geen enkel ogenblik is waarop de Heer ons niet een nieuw krachtig geschenk kan geven  van zijn Geest waardoor we gedreven worden om een  nieuwe zending te aanvaarden in dienst van zijn Rijk. Het kan eveneens een ervaring zijn van een nog radicalere bekering. Er kan dus meerdere malen over ons gebeden worden voor een vernieuwde doorbraak.

  

Zijn we  ons voldoende bewust  van hetgeen de doop in de Geest in ons leven kan bewerken?  Als we op geen enkel van de domeinen die ik ga aanhalen een verandering in ons leven ervaren hebben, is het noodzakelijk dat we ons ernstig durven bevragen of we wel gedoopt zijn in de Geest. Het is immers niet omdat over ons gebeden werd met handoplegging dat we automatisch ontvankelijk stonden voor die doorbraak van de Geest in ons. Daarom is het goed dat we de volgende aandachtspunten overwegen daar het toetsstenen zijn om na te gaan of de ervaring van de doorbraak in de Geest in ons leven effectief was en is. Zoals Nicodemus moeten we bereid zijn onszelf steeds opnieuw in vraag te stellen!

1°  De doop in de Geest is een genade die in ons leven een bron ontsluit.

Het beeld van het water is wellicht het meest sprekend voor ons. Op het Loofhutten feest zegt Jezus plechtig: “Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus daar en riep: ‘Heeft iemand dorst, laat hij dan naar Mij toekomen, en laat drinken wie in Mij gelooft! Zoals de Schrift zegt: uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien’. Hiermee doelde Hij op de Geest die men zou ontvangen als men tot geloof in Hem kwam” (Joh. 7,37-39). Jezus is dit levend water maar de Geest is de stroming die dit water doet vloeien. We mogen het dus zien als een genade, onze doopselgenade, die in ons sluimert. Door de ervaring van de doop in de Geest kunnen we ons sacramenteel doopsel intenser en consequenter beleven.      

2°  Het voornaamste effect is dat we beleven dat Christus de Heer van ons leven wordt.

We ontdekken, we herontdekken of we verdiepen onze relatie met Jezus als de Heer van ons leven. Paulus beleefde dit werkelijk: “Want voor mij is leven Christus” (Fil. 1,21). “Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want het kennen van mijn Heer Jezus Christus gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven” (Fil. 3,8). “Gered heeft God ons door het bad van de wedergeboorte en vernieuwing door de Heilige Geest die Hij uitvoerig over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Redder” (1 Tit. 3,5-6). Wij zijn ook dringend uitgenodigd om dit werkelijk te beleven.  Het is de Geest die ons dit openbaart en die  openbaring bewerkt dat Jezus werkelijk de rots wordt waarop  ons leven gebouwd wordt. Als Christus werkelijk de hoeksteen van ons leven wordt en als we Hem beter willen kennen, zullen we ook normaal groeien in ons gebedsleven. Het is levensnoodzakelijk dat we een persoonlijk gebedsleven opbouwen en dat we tevens de nood ervaren om ook in gemeenschap de Heer samen te loven en te verheerlijken.Dit zijn ongetwijfeld aanduidingen of we de Geest werkelijk aanvaard hebben. Hij verlangt steeds zich weg te schenken aan ons maar als wij Hem niet ontvangen, zullen we geen vruchten zien van de doop in de Geest.

3°  Het woord van God ontvangen.

De belofte van Jezus wordt waarheid: “Eigenlijk heb Ik u nog veel te zeggen maar je kunt het nu nog niet verwerken. Wanneer de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie leidsman naar de volle waarheid zijn” (Joh. 16,12-13).  “De Helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn Heilige Geest zal jullie verder in alles onderrichten.  Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik u gezegd heb” (Joh. 14,26).De Geest leert ons het woord van God ontdekken als het woord dat God vandaag tot ons spreekt. Een van de meest tastbare vruchten van de doop in de Geest in mijn leven was zeker die smaak van, die honger naar het woord van God.

4°   De groei tot eenheid. 

De doop in de Geest bewerkt in ons de éénheid met Jezus en met elkaar. Luisteren we naar twee schriftwoorden: “Niet alleen voor hen bid Ik, maar ook  voor diegenen die door hun woord in Mij geloven:  dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij gezonden hebt” (Joh. 17,20-21). Paulus dringt eveneens aan: “Ik, de gevangene in de Heer, vraag u dus met aandrang om een leven te leiden dat beantwoordt aan de roeping die u van God ontvangen hebt,en altijd nederig te zijn, zachtmoedig en geduldig en elkaar liefdevol te verdragen, vol ijver om de éénheid van de Geest te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest zoals u ook geroepen bent tot één hoop, waarvoor Gods roeping borg staat: één Heer, één geloof, één doop. Eén God en Vader van allen, die is boven allen, met allen en in allen” (Ef. 4,1-6). Die éénheid is het werk van de Heilige Geest. Hij is het die ons doet bewust worden dat we allen behoren tot het Lichaam van Christus en dat alle ledematen een functie hebben in dat lichaam waarvan Christus het hoofd is. Vanuit de doop in de Geest worden we ons bewust van de noodzaak als leerlingen van Jezus die eenheid na te streven, ook met de broeders en zusters van andere christelijke Kerken. Vergeten we niet met een gevoel van grote dankbaarheid dat christenen van andere Kerken Katholieken bewust hebben gemaakt van het belang van de doop in de Geest.  Die éénheid binnen de Charismatische Vernieuwing, binnen onze Kerk en ook met de andere christelijke Kerken kan maar groeien naarmate we allen meer bewust worden dat we moeten gegrondvest zijn in Jezus.  

5°  De openheid voor de vruchten van de Geest.

De doorbraak van de Geest bewerkt in ons dat de vruchten van de Geest zichtbaar worden in ons leven. “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal. 5,22-23). De Geest bewerkt in ons een geestelijke vrijheid waardoor die vruchten waarmede we in ons persoonlijk leven dikwijls  grote moeilijkheden hebben, tot bloei komen. We waren alles behalve geduldig, en zie, we doen inspanningen om geduldiger te worden. Het zal normaal niet van de eerste keer of zelfs niet van de twintigste keer lukken maar we worden ons bewust dat we bereid zijn om er ons voor in te spannen. Vergeten we vooral niet dat de liefde de voornaamste toetssteen is: “Al spreek ik de taal van mensen en engelen – als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal” (1 Kor. 13,2).  

6°  De openheid voor de charismen.

De beleving van de charismen is niet de eerste toetssteen om na te gaan wat de doop in de Geest in ons bewerkt. Toch is het zo dat de Geest steeds een aantal genadegaven of charismen schenkt om het Lichaam van Christus mede door onze bediening, op te bouwen Voor ieder van ons zijn dit verschillende gaven. Het is wel belangrijk dat we ontdekken welke de charismen zijn die de Geest ons schenkt. Deze onderscheiding kunnen we deels zelf ervaren maar uiteindelijk is het de gemeenschap, de zusters en broers van de gebedsgroep, van de gemeenschap, van de parochie die ons zullen tonen dat we die dienst beoefenen die we als de meest normale zaak beschouwen maar waarbij anderen ons bevestigen hoe belangrijk die bediening is voor de gemeenschap. Wij kennen allen de verschillende opsommingen die Paulus ons geeft maar we moeten bewust zijn dat hij nooit een exhaustieve lijst van charismen geeft. We vinden opsommingen in Romeinen 12,6-8: 1 Korintiërs 12,8-10 en 28-30; Efeziërs 4,11. Nergens vinden we bij voorbeeld de dienst van de muziek of de zang en nochtans is dit een belangrijk charisme voor de opbouw van het gemeenschappelijk gebed. Iedereen ontvangt een gave of meerdere gaven die hij of zij nodig heeft om een werkzaam lichaamsdeel te kunnen zijn in het Lichaam. Het is radicaal verkeerd te zeggen dat men geen enkel charisme ontvangen heeft. Het komt er op aan te onderscheiden welke de gaven zijn die ik ontving en hoe die geleidelijk tot leven kwamen bij het gebed voor de doorbraak.

7°  De genade om te getuigen en te evangeliseren.

Wat zien we na de pinksterervaring gebeuren bij de apostelen?  Van bange leerlingen die zich voor de Joden verborgen, werden ze blije, moedige getuigen. “Wij kunnen in ieder geval niet zwijgen over wat we gehoord en gezien hebben” (Hand. 4,20), zeggen Petrus en Johannes wanneer ze gevangen voor het Sanhedrin verschijnen. Het is ook de ervaring die we met Brussel-Allerheiligen opdeden dat talrijke christenen in Brussel openlijk durfden uitkomen voor hun geloof in Jezus als onze Redder en Verlosser, waar velen in de wereld van vandaag ons voortdurend zeggen dat geloven behoort tot de privé sfeer. Daarom zijn zulke bijeenkomsten zo belangrijk om ons te bemoedigen en te bevestigen. Het belangrijke is dat we geen zwijgende christenen zijn maar dat we, geleid door de Geest de gunstige gelegenheid aangrijpen om te getuigen. Wij mogen getuigen en evangeliseren echter niet beperken tot straat evangelisatie. Dit is voor sommigen een opdracht waaraan ze trouw moeten zijn maar we mogen het daartoe niet beperken. Michelle Moran, ondervoorzitster van de ICCRS,  wees er voor enkel maanden in Mechelen nog op dat iedereen in zijn gewoon leven, in zijn familie, op zijn werk, in de dagelijkse gebeurtenissen  evangeliseert door de manier van zijn in het beleven van christelijke waarden: bvb. door niet te roddelen, door behulpzaam te zijn, door te troosten of te bemoedigen. We mogen natuurlijk ons geloof in Christus niet herleiden tot christelijke waarden. Toch zijn er vele andere manieren en gelegenheden om voor ons geloof in Christus uit te komen in een gesprek of een toevallige ontmoeting op trein of  tram. In Brussel was het feit om de sjerp en de rugzak te dragen met de uitnodiging ‘Kom en zie’ reeds een gelegenheid om vragen hierover te beantwoorden. We moeten het niet steeds ver gaan zoeken maar de gunstige gelegenheden aangrijpen. Paulus zegt: “Op de gunstige tijd heb Ik u verhoord, op de dag van het heil ben Ik u te hulp gekomen. Nu is het die gunstige tijd, nu is het de dag van het heil” (2 Kor. 6,2). De Geest leidt ons om die gunstige tijd te onderkennen. Vergeten we vooral niet dat de vastentijd bij uitstek een gunstige tijd is.  

8°  De liefde voor de Kerk en de sacramenten.

De Heilige Geest is een Geest van eenheid en zeker niet van verdeeldheid. Ik meen dat voor velen de doorbraak van de Geest ook betekent dat ze de Kerk op een nieuwe manier ontdekken. Heel bijzonder hierbij is de ontdekking of de herontdekking van de sacramenten.

Voor mij persoonlijk was de beleving van de eucharistie steeds een bron van vreugde en sterkte in mijn priesterleven. Toch heb ik ook als vrucht van het gebed voor de doop een verlangen naar de eucharistische aanbidding ontvangen. Zeer belangrijk was voor mij de herontdekking van het sacrament van de verzoening in mijn leven. Ik had de honger ernaar verloren. Meteen ontving ik ook een bediening van dit sacrament voor zusters en broeders. Het komt erop aan dat we in het leven van de Kerk van vandaag het belang van de sacramenten als bronnen van Gods liefde voor ons en de anderen beleven en doorgeven. Ik ben ervan overtuigd dat we als Charismatische Vernieuwing hierbij een bijzondere inbreng kunnen hebben in de Kerk van vandaag.

Op een ogenblik dat de Kerk van vele kanten, ook vanuit eigen katholieke kringen aangevallen wordt, zal de Geest ons het geschenk geven onze Kerk lief te hebben, een Kerk met zovele schatten van genade maar evenzeer met vele zwakheden. Ik mocht  dankbaar ervaren dat ik  een grote liefde ontvangen heb  voor onze Kerk, waar ik nochtans, meer dan vele anderen geconfronteerd werd met haar zwakheden. Ik mocht haar beleven als mijn Moeder, die inderdaad ook vele rimpels vertoont en die gebouwd is op zondige en zwakke mensen. Denken we maar aan de verloochening van Petrus, de eerste paus en aan de vlucht van de alle apostelen behalve Johannes, bij de kruisdood van Jezus.  De Kerk liefhebben impliceert  ook dat we naar haar boodschap luisteren; dat we ons inspannen om hetgeen ze ons leert te zien als geïnspireerd door de Geest. Waar er zoveel kritiek gespuid wordt over de Kerk, is het niet gemakkelijk om tegen stroom te roeien en op te komen voor de evangelische waarden die ze verdedigt. Ook hiervoor ontvangen we de nodige kracht van de Geest.

  

De Heer Jezus nodigt ons vandaag uit om onze dankbaarheid te uiten voor de ontvangen doorbraak van zijn Geest in ons leven. Hij wil ook in ons het verlangen leggen om te groeien tot een steeds diepere intimiteit met Hem. Vandaag vragen we allen samen dat zijn Geest  in ons een vernieuwde doorbraak van de Geest bewerkt. Hiervoor hebben we de laatste weken volhardend gebeden! Ik geloof samen met u, dat dit gebed heden verhoord wordt.  Moeder Maria die overschaduwd is door de Heilige Geest, is hierbij onze hemelse voorspreekster.

Wilfried Brieven, Mechelen Scheppersinstituut  31/3/2007.

    NAAR INHOUD           NAAR TOP