GELOOF en LEVEN
1ste ZONDAG VAN DE ADVENT
EERSTE LEZING Jer., 33, 14-
Ieder jaar opnieuw nodigt de Kerk ons uit om als christenen te leven in hoop: hoop op de Komst van Jezus, hoop op een einde van alle oorlogen en onlusten, hoop op vrede ook in het gezin en tussen families, hoop op een einde aan alle smart en lijden, hoop op gerechtigheid, hoop op leven óver de dood heen, hoop op volheid van leven…
Een christen is een mens van hoop, omwille van Christus’ Opstanding uit de dood. Zo zien we vandaag uit naar en bereiden wij ons voor op Jezus geboorte, maar ook op Jezus’ Komst in heerlijkheid. Want dat zal ook de vervulling van ons leven zijn, de voltooiing naar het beeld van Jezus de verrezen Heer. Daarom moeten wij Hem nu reeds erkennen en dienen in de mensen die Hij aan onze zorg heeft toevertrouwd of die Hij onder onze aandacht brengt. Onszelf al eens vergeten om er te zijn voor een ander, dat is een van de levenslessen van Jezus die Zichzelf gegeven heeft voor onze redding en deze van de hele wereld. Hij zal ons dan meetrekken in de heerlijkheid die zijn deel is. Mensen van hoop zijn, doet ons uitzien naar al wat God heeft weggelegd voor wie Hem liefhebben en die Jezus’ voorbeeld volgen. Weest altijd waakzaam en bidt zodat je stand kunt houden in alle omstandigheden van het leven ondanks alles wat er in de wereld gebeurt. Wees mensen van hoop (Ben Van Vossel 2024)
2de ZONDAG VAN DE ADVENT
EERSTE LEZING Bar., 5, 1-
Uit het Oude Testament klinkt een profetische stem: leg uw kleed van rouw en ellende af en bekleed u met Gods schoonheid. De vrede en glorie is echter het gevolg van vroomheid en het volbrengen van Gods wil. Die wil van God is echter niet een wil of een gebod dat als een gewicht op ons wordt gelegd; het is een wet en een weg die we graag involgen omdat we Gods liefde hebben leren kennen. God is een liefhebbende God en we willen graag wat inspanningen doen als zijn geliefde zonen en dochters. Tenslotte zijn we er ons van bewust wat God voor ons gedaan heeft, vooral door het zenden van zijn Zoon die heel onze goddeloosheid en opstandigheid op zich heeft genomen van de zijn geboorte tot zijn dood aan het kruis. Daarom roept Johannes de Doper ons vandaag op om de weg van de Heer te bereiden, zijn paden recht te maken dan zal heel de mensheid Gods redding zien. Johannes roept dat uit in de woestijn, tijdens de regering van keizer Tiberius, onder de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus enz… Vandaag zijn er andere wereldleiders, andere machten waar we de invloed van ondergaan… Maar wij worden door Johannes opgeroepen om hier en nu, op de plaats waar we wonen en werken, Gods verlangen te doen vanuit onze liefde en ons vertrouwen in die liefdevolle Vader. Zo gaan we op weg naar de kribbe, naar dat kwetsbare Kind, dat voor ons alle geluk heeft mogelijk gemaakt, Jezus, die we ook in deze heilige viering mogen ontmoeten. Hij wil ons voeden en opvoeden opdat we zijn wegen kunnen gaan. “Geweldig is het wat de Heer voor ons doet, daarom zijn wij zo blij.” (Ben Van Vossel 2024)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2025
3de ZONDAG VAN DE ADVENT
EERSTE LEZING Sef., 3, 14-
Verheugt u, schrijft Sint Paulus, nogmaals : verheugt u, de Heer is nabij. De Heer is nabij, want Kerstmis kom naderbij, de komst van de Heer Jezus in ons midden. Maar de Heer is ons altijd nabij. Daar moeten wij ons meer bewust van zijn. Ook in ons dagelijks leven, ook in de problemen die zich stellen in ons persoonlijk leven of ons gezinsleven of in de maatschappij. De Heer laat ons niet in de steek, Hij is er, Hij is ons nabij. Zoals een mantel om mij heen, zoals een moeder om haar kind, zo nabij is ons de Heer. Wij hebben geen telefoon of gsm of smartphone nodig om Hem te bereiken, wij kunnen tot Hem spreken van hart tot hart, direct, zonder tussenschakel. Daarom heeft de kerk voor vandaag allerlei vreugdevolle teksten genomen uit het Oud en Nieuw Testament. Het klinkt telkens weer: God houdt van u, Hij komt je redden, Hij is nabij, Hij woont in uw midden…
Het evangelie heeft een andere klank. We zien er Johannes de Doper, een sterke figuur in het ruwe landschap van de woestijn van Juda. Hij wordt gezien als een profeet naar wie ze van ver komen luisteren, ze voelen dat Hij hen toespreekt vanwege God. Hij zegt iets tot ons, opdat we ons niet afkeren van mensen die het slechter hebben dan wij; hij spreekt tot de hebberige belastinginners, hij spreekt tot de soldaten. En telkens komt er dat sociale aspect bij kijken: heb aandacht voor de ander, vooral voor de armen, wees correct in je omgang met elkaar… Het is de voorwaarde om echt te mogen delen in de vreugdevolle nabijheid van God, in de blijdschap van het kerstgebeuren, waar wij onze redding mogen vieren. God met ons. (Ben Van Vossel 2024)
4de ZONDAG VAN DE ADVENT
22-
EERSTE LEZING Micha, 5, 1-
In de lezingen van vandaag is sprake van Betlehem, van een kind dat daar geboren wordt en dat macht zal krijgen die reikt tot de uiteinden van de aarde. Hij zal een man van vrede zijn. Zo klinkt het in het Oud Testament bij de profeet Micha. In de Brief aan de Hebreeën wordt ons duidelijk gemaakt wat de gezindheid van Jezus was bij zijn komst in de wereld: Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen. Jezus kwam door zijn levensoffer goedmaken wat het offer van de duizenden brandoffer van het Oud Testament niet konden verwezenlijken: de relatie van de mens met God herstellen. Het evangelie verhaalt ons de ontmoeting van twee vrouwen die een kind verwachten, Elisabet en Maria. Zodra Elisabet het Sjalom, de vredegroet van Maria hoort, springt het kind van vreugde op in haar schoot. Het kind voelt aan dat Hij nabij is, die Elisabet noemt ‘mijn Heer’. ‘Wat overkomt mij toch dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt!’
Deze lezingen laten ons aanvoelen dat iets groots nabij komt: de beloofde Redder is nabij. Wij ontmoeten Hem reeds hier in deze Eucharistische dienst, met heel zijn weldoende invloed, met een woord van aanvaarding vanwege de Vader voor ieder die met eenvoud en geloof tot Jezus komt. Wij mogen ook zoals Johannes opspringen van vreugde, vreugdevol zijn omdat wij onze Heer hier en nu mogen ontmoeten, omdat we zijn komst op aarde mogen vieren over enkele dagen en omdat wij met vertrouwen mogen uitzien naar zijn komst in heerlijkheid op het einde van de tijd. (Ben Van Vossel 2024)
aar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2025
Jaar C Zondag na 6 januari DOOP VAN DE HEER
EERSTE LEZING Jes., 42, 1-
Wij vieren vandaag het Feest van de Doop van Jezus in de Jordaan. Wij horen de proclamatie door God dat Jezus “zijn welbeminde Zoon is in wie Hij zijn behagen heeft gesteld.” Wij horen ook wat de profeet Jesaja in het Oud Testament reeds verkondigde, hoe God zegt: “Dit is mijn dienaar die Ik ondersteun, mijn uitverkorene in wie Ik behagen schep. Ik maak Hem voor de mensen tot het teken van mijn verbond en tot een licht voor de volken.” We horen ook het getuigenis van Petrus dat God Jezus “gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht, Hij ging weldoende rond en genas allen die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem.”
In feite is dit Feest van Jezus doop opnieuw een lichtfeest. Met Jezus verschijnt er licht in de duisternis van de wereld, de duisternis in de harten, de duisternis in ons hart. God nodigt ons uit om naar Jezus te komen, ons door Hem laten onderrichten. Dat is trouwens zijn zending. We hoorden deze week nog hoe Jezus zijn zending begon (Mc.6). Hij ziet een talrijke menigte en Hij kreeg medelijden omdat ze als schapen zonder herder waren en … Hij begon ze uitvoerig te onderrichten. Zo wil Jezus ook ons onderrichten door de Kerk, door de Schrift, door het getuigenis van medechristenen en in de stilte van ons hart. Laten wij vandaag naar Jezus komen, de medelijdende Herder, de Zoon in wie de Vader zijn welbehagen heeft gesteld en laten wij ons door Hem onderrichten opdat zijn licht ook ons en ons leven van binnenuit mag verlichten. (Ben Van Vossel 2025)
3de ZONDAG DOOR HET JAAR C (26-
EERSTE LEZING Neh., 8, 2-
In de synagoge van Nazaret leest Jezus een stukje voor uit de boekrol met de profetieën van Jesaja. “De Geest des Heren is over Mij gekomen, omdat Hij Mij gezalfd heeft. Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden dat zij zullen zien: om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer.” En dan komt de preek van Jezus, een zeer korte preek over de vervulling van de profetie van Jesaja. Jezus zegt: “het Schriftwoord dat ge zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan.”
Broeders en zusters, dat Schriftwoord is thans in vervulling gegaan. Vandaag. Hier in ons midden. Want vandaag brengt Jezus goed Nieuws aan de armen, dat betekent voor alwie zich openstelt voor Gods actieve liefde. En vandaag wil Jezus ons ook vrijmaken van wat ons gevangen houdt, wat ons klein houdt, wat ons belet om voluit een mens te worden naar Gods verlangen, naar het voorbeeld van Jezus: we kunnen nog vastzitten in ons egoïsme, vastzitten in wrok, jaloezie, ontrouw, we kunnen verdrukt worden door anderen maar ook verdrukt door allerlei verslavingen waardoor we niet kunnen groeien als mens naar de vrijheid zoals God die voor ons bedoeld heeft. Jezus zegt: Het Schriftwoord dat ge zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan. Ook wanneer we nog blind zijn voor Gods werken in ons midden, in ons gezin of in ons persoonlijk leven, wanneer wij nog te weinig hoop hebben, nog te weinig geloven, te weinig hopen op leven óver de dood heen… Jezus wil ons verlichten, onze ogen openen voor zijn levende aanwezigheid in ons leven. Het gaat nu in vervulling, zegt Jezus. Het gaat nu in vervulling door het gelovig luisteren naar het evangelie, het gaat in vervulling in de communie wanneer we de Heer ontmoeten. Het gaat ook in vervulling wanneer we in de ontmoeting met medechristenen gesteund worden in ons geloof. Het is nu het moment van Gods genade. Het Schriftwoord dat ge zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan. (Ben Van Vossel 2025)
OPDRACHT VAN DE HEER IN DE TEMPEL 2 FEBRUARI
Maria Lichtmis
EERSTE LEZING Mal., 3, 1-
Vandaag vieren we weer een Lichtfeest. Een feest voor Jezus, het Licht van de wereld. Wij vieren dit feest van het licht, omdat we in dat kleine kind dat aan God wordt opgedragen, Gods Zoon zien die de tempel binnentreedt. Als christenen geloven wij dat Jezus in alles aan de mensen, zijn broeders en zusters, gelijk is geworden, “om als een medelijdend en getrouw hogepriester hun belangen bij God te behartigen en de zonden van het volk uit te boeten.”
Jezus wordt in de tempel aan God opgedragen, zoals Hij zich later op het kruis aan de Vader toevertrouwt: “Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.” Het is waarvoor Hij gekomen was: de wil te doen van de Vader, in naam van de hele mensheid, om zo de mensheid en ieder van ons weer in goede verstandhouding te brengen met God. De verloren zonen en dochters weer terug te brengen naar de Vader.
We zien dit lichtfeest dus ook als het doorbreken van de nieuwe tijd, zoals de oude Simeon het Kind dat hij in zijn armen hield erkende als de lang beloofde Messias. “Laat nu, Heer, uw dienaar gaan in vrede, naar uw woord, want mijn ogen hebben het heil aanschouwd dat Gij bereid hebt voor alle volken.” In een aria van de bekende Duitse componist Bach laat hij de oude Simeon zingen: “Ich habe genug”. Ik heb alles wat een mens zich maar wensen kan, ik draag het heil van de wereld in mijn handen.” Datzelfde lied kunnen wij vandaag ook zingen wanneer wij te communie zijn gegaan. Ik draag alle heil in mijn handen, meer kan ik mij niet wensen. (Ben Van Vossel 2025)
5de ZONDAG DOOR HET JAAR (9-
EERSTE LEZING Jes., 6, 1-
In de liturgie van vandaag openbaart God zijn heerlijkheid en tegelijk geeft Hij een zending aan zwakke mensen. Het is ook ónze geschiedenis, want ook aan ons wil God zijn almachtige liefde tonen, en ook ons vertrouwt Hij een zending toe. In de geloofsbelijdenis van de 12 apostelen bidden wij: Ik geloof in God, de almachtige Vader. God is voor ieder van ons een Vader, wiens liefde oneindig is. Wij zijn allen zijn zonen en dochters. Het is Gods verlangen dat wij op Hem gelijken, dat we gaan doen zoals Hij, dat we in zijn voetstappen treden. Als wij oplettend zijn ervaren wij Gods liefde, die ons in het leven riep en die ons al die jaren van ons leven heeft gevolgd met zijn oneindige liefde. Maar dan zendt Hij ons ook.
De profeet Jesaja krijgt een visioen van Gods heerlijkheid. Hij voelt zich een zwak en zondig mens. Dan zuivert God hem en zendt hem. De apostelen krijgen het voorrecht van Jezus te ontvangen in hun boot, en vanop de eerste rij mogen zij het onderricht volgen. Vervolgens zijn ze getuigen van de wonderbare visvangst, Jezus’ heerlijkheid die doorbreekt. We horen Petrus dan zoals Jesaja zeggen: Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondig mens. Een zwak en zondig mens zoals wij allen. Maar dan spreekt Jezus hem en de anderen toe: “Wees niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen.”
Kijk, wij allen hebben Jezus ook in de boot van ons leven onthaald, want door het doopsel zijn we zijn leerlingen geworden, zonen en dochters van de Vader die ons zoveel Goeds heeft laten meemaken en ervaren. Maar sedert ons doopsel en vormsel zijn wij ook gezonden; Gods woord herinnert er ons vandaag aan. In het spoor van God mogen wij ook dingen scheppen, door het werk van onze handen, de schepping respecteren, de wereld mooi en zinvol maken voor allen. Wij mogen goedheid en liefde doorgeven aan elkaar, getuigen van Gods liefde voor ieder mens. Zo worden wij ‘vissers van mensen’. Vragen wij Jezus bij de communie dat wij zoals Hij gestalte mogen geven aan de scheppende liefde van God. (Ben Van Vossel 2025)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2025
6de ZONDAG DOOR HET JAAR C (2025)
EERSTE LEZING Jer., 17, 5-
Je hoort soms mensen zeggen: Gij zijt gelukkig, want gij hebt tenminste een goede man (vrouw) getroffen / Gij zjjt gelukkig want gij hebt een goede job / Gij zijt gelukkig, gij hebt een schoon huis / Gelukkig zijt gij want gij hebt goede kinderen, die van mij daarentegen, daar is geen huis mee te houden…
De profeet Jeremia in het Oud Testament zegt: “Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt.” Hij is als een boom die aan de rivier staat en wortels heeft tot in het water… Altijd blijft hij vrucht dragen.
Ik vermoed dat die profeet toch ook wel liefst zou hebben dat hij een goede vrouw en wijze kinderen, en dat hij ook een dak boven zijn hoofd zou hebben, liefst een zonder veel gaten in het dak… Maar een profeet is iemand die iets te zeggen heeft ‘vanwege God’. “Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt.” Het is een woord dat ook tot ons gericht is. “Gezegend die op de Heer zijn hoop stelt.”
Onze opvatting over geluk, is vaak beperkt tot deze aarde. Als christenen moeten wij wat verder kijken. Zo horen wij Sint Paulus zeggen aan zijn christenen van Korinte zeggen: “Indien wij enkel voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Als ‘Pelgrims van hoop’ moeten naar Hem durven opkijken die aan de oorsprong ligt van alle leven, en naar Hem die uit de dood is opgestaan.
Anders zullen wij niet kunnen akkoord gaan met wat Jezus ons in het evangelie zegt: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods. Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden. Zalig die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij wanneer omwille van de Mensenzoon de mensen u haten …” Bienheureux, klinkt het in het frans, Moebarak in het araabs, gezegend, gelukkig zijt gij die arm zijt…
Arm zijn betekent in de Bijbel, dat men zijn hoop stelt op God en niet zozeer op het bezit of het materiële geluk dat men heeft; Honger hebben bedoelt vooral dat men verlangend uitziet naar meer rechtvaardigheid en vrede / Wenen betekent dat men treurt dat er nog zoveel wreedheid en onrecht is in de wereld / Dat men vervolgd wordt omwille van het geloof… Ook dat kunnen wij moeilijk zien als reden tot vreugde. Toch zegt Jezus dat we ons dan gelukkig mogen prijzen. Op dat moment gelijken wij immers op Jezus die zelf ook vervolgd werd. Maar, zo zegde ons sint Paulus, wij moeten blijven opkijken naar Hem die is opgestaan uit de doden, want anders zijn wij de beklagenswaardigsten van alle mensen.
Zusters en broeders, laten wij er zo over denken en ernaar leven dat wij ons leven niet beperkt zien tot die paar jaar dat wij hier mogen rondlopen, maar leven als Pelgrims van Hoop, die tijdens hun verblijf en hun inzet op deze aarde, bewust zijn van onze roeping om te leven van vertrouwen op Hem die onze oorsprong én onze bestemming is. Dan zullen wij ook wat licht brengen in deze wereld door onze vriendelijkheid, onze dienstbaarheid, onze inzet voor het goede. “Gelukkig de mens die op de Heer zijn hoop stelt.” (Ben Van Vossel 2025)
8ste ZONDAG DOOR HET JAAR
EERSTE LEZING Sir., 27, 4-
Het boek “De Wijsheid van Jezus Sirach” zegt dat je een mens leert kennen door de woorden die hij spreekt en de manier waarop men over iets of iemand spreekt. Het spreken verraadt je gezindheid, het spreken openbaart wat er in je hart leeft zoals je een boom herkent aan zijn vruchten.
In het evangelie gaat Jezus daar nog wat op door. Ook Hij legt er de nadruk op dat wij met onze woorden moeten opletten. Zo gemakkelijk staan we klaar met ons oordeel en onze veroordeling van medemensen. Wij achten onszelf vaak beter dan anderen terwijl gemakkelijk voorbijgaan aan onze eigen fouten of kwade gezindheid. Wij zien het verkeerde wat al te gemakkelijk bij de ander, maar merken niet hoe wijzelf onder de maat blijven. “Haal eerst maar de balk uit je eigen oog alvorens je de splinter in andermans oog wilt wegnemen,” zegt Jezus. Maar het gaat wel een stapje verder dan enkel onze woorden waar Jezus zegt: Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slecht mens brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over. Men veroordeelt iemand, of men bemoedigt iemand door onze woorden of door onze houding; in de wijze waarop we met anderen omgaan of met anderen of over anderen spreken openbaart zich wat er in ons hart leeft, hoe we over anderen denken.
Deze woorden uit het boek Jezus Sirach en de woorden van Jezus zijn tot ons gericht, zoals heel het eeuwige Woord van God ook tot ons is gericht. Wij worden dan ook vandaag uitgenodigd om de gezindheid van ons hart te beoordelen, ons hart te laten beoordelen door het lichtende woord van God. Zijn we al te zeer geneigd om anderen te beoordelen en te veroordelen, zien we vaak te gemakkelijk het verkeerde in onze medemensen, terwijl we zelf ook maar een kleine arme mens zijn op wie heel wat is aan te merken. Laten we het oordeel over onszelf en over anderen over aan God. Zoals een kleine zwarte vlek op een wit papier direct de aandacht krijgt, zo zien we ook al te vlug het minder aantrekkelijke in onze medemensen, terwijl ze ook heel wat goeds hebben. Het negatieve valt ons gemakkelijker op en eigenlijk is dat een punt waarop wij ons mogen verbeteren. Zoals God in onszelf eerder het goede ziet dan het verkeerde, zo moeten wij ook anderen met mildheid benaderen: het goede bevestigen en bemoedigen in elkaar en ook in de opvoeding van de kinderen. Kortom, het Woord van God nodigt ons vandaag uit om ons hart te cultiveren, op te voeden tot een goede voedingsbodem waardoor we in woord en gedrag meer gaan gelijken op Jezus, het mens-
1ste ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD
Een tijd van herbronning
EERSTE LEZING Deut., 26, 4-
Wij zijn de Veertigdagentijd begonnen.
Een tijd van herbronning. Een echte tijd van genade, om onze relatie tot God, en tot onze medemensen nader te bekijken en op orde te zetten.
Bij ons doopsel en bij de hernieuwing van onze doopbeloften hebben wij als basis van ons christelijk bestaan beloofd om God op de eerste plaats te stellen naar het voorbeeld van Jezus.
In feite komt het er op neer dat we de keuze en de belofte om Gods wil te doen tot het leidmotief van ons leven maken. Door ons doopsel en de vernieuwing ervan zijn we familie geworden van de Drieëne God, en willen wij leven zoals Jezus, de Zoon van de levende God.
Wij hebben ons geloof uitgesproken dat wij God als de koning van ons leven erkennen. In deze heilige Veertigdagentijd willen wij ons leven niet leiden door de keuze voor onszelf, onze eigen verlangens, onze eigen wil, ons eigen oordeel…. We willen luisteren en ingaan op wat God van ons verwacht omdat we weten dat ons leven zijn ideale voltooiing slechts vindt in de droom van God over ons leven.
In het evangelie van deze eerste zondag van de Vasten, zien we hoe Jezus Gods wil laat voorgaan op de natuurlijke menselijke verlangens. Wij zien hoe Hij alleen Gods heerschappij erkent en zich niet laat verleiden door de heerszucht en bezitsdrang. Het is de keuze van een vrij Kind van God.
Wij krijgen in deze heilige tijd van 40 dagen de genade om ook vrije mensen te worden, die leven met God en met Gods wil voor ogen. Zo leven wij naar Pasen toe, waar wij in de verrijzenis van Jezus, de verzekering krijgen dat een leven volgens Gods verlangen, in liefde voor God en onze medemensen, zijn enige en ware vervulling vindt : de overwinning op zonde en dood, de overwinning van de ware liefde, de overwinning van de gehoorzaamheid aan God die leidt naar de ware vrijheid van de kinderen van God. De veertigdagentijd: een tijd van herbronning om ons leven in de richting te zetten waar het kan openbloeien op leven en vrijheid. (Ben Van Vossel 2025)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2025