GELOOF en LEVEN
18de ZONDAG DOOR HET JAAR
Brood van het leven
EERSTE LEZING Ex., 16, 2-
Mensen die onder oorlogsomstandigheden of onder een embargo geleefd hebben, kunnen ons de nood van het godsvolk en hoe ze zeggen dat ze liever als slaven zouden leven in Egypte dan omkomen van de honger in de woestijn. God is zijn verbond met het volk getrouw en Hij zorgt dat ze weer te eten krijgen dankzij de kwartels en het Manna. In het evangelie zegt Jezus dat dat manna niet echt brood uit de hemel was en Hij nodigt hen uit om niet enkel te “werken voor het voedsel dat vergaat maar voor het voedsel dat blijft ten eeuwigen leven en dat de Mensenzoon u zal geven.” Hij beweert dat het echte brood uit de hemel leven geeft aan de wereld. En wanneer ze dan vragen: “Heer geef ons dat brood” dan geeft Hij het getuigenis waarvoor Hij eigenlijk in onze wereld gekomen is: “Ik ben het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.” Dat is de boodschap en het getuigenis dat Jezus vandaag ook tot ons richt. Alleen bij Hem is echt leven te vinden. Hij is het Brood dat leven geeft. Dat mysterie mogen wij dankbaar onthalen in deze viering en in ons leven: wanneer we ons leven niet gaan bouwen aardse zekerheden, maar op Jezus, het hemelse brood dat leven geeft. Zo zullen wij ook in groeiende mate kunnen leven als nieuwe mensen, zoals Paulus het ons vandaag nadrukkelijk vraagt. (Ben Van Vossel 2021)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2021