GELOOF en LEVEN
13de ZONDAG DOOR HET JAAR
God heeft alles geschapen om te leven
EERSTE LEZING Wijsh., 1, 13-
Het is een treffende zin in de lezing uit het Boek der Wijsheid : “God heeft de mens gemaakt voor de onsterfelijkheid, tot een afspiegeling van zijn eigen Wezen.” Het is het verlangen en de wil van God dat de mens leeft als iemand die geroepen is om te blijven bestaan, geroepen om voluit te leven, geroepen om ten volle gelukkig te zijn. Maar wij houden de ogen niet gesloten: we stellen vast dat er heel wat treurige zaken gebeuren met mensen, wij zien ziekte en lijden, wij zien aftakeling bij ouderen en zelfs overlijden bij kinderen en jonge mensen. Toch blijft Gods verlangen overeind: een verlangen tot leven en geluk voor de mens. En Gods verlangen is een daad. We zien dat vandaag in Jezus’ optreden: de genezing van de vrouw die al twaalf jaar leed aan bloedvloeiing en het meisje van twaalf, dat vol leven zat maar nu overleden was; Jezus roept haar tot leven. Dat optreden van Jezus moet voor ons een sprekend teken zijn dat alle treurigheid, alle onheil dat in ons leven en in de wereld kan voorkomen, door de heilswil van God geen fatalisme is maar geroepen is om in de kracht van Jezus’ verrijzenis ook open te bloeien op leven en heil. Vanuit Pasen mogen wij alle miserie van de wereld en van onszelf naar de Heer brengen, in volle vertrouwen terwijl wij ondertussen ook ons steentje bijdragen, zoals Paulus het aan zijn christenen vraagt, om de harde situatie van mensen wat te lenigen door onze medemenselijkheid metterdaad. (Ben Van Vossel 2021)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2021