GELOOF en LEVEN
5de ZONDAG VAN PASEN
Verbonden met de Wijnstok
EERSTE LEZING Hand., 9, 26-
Pasen maakte ons wat meer tot christenen. In zijn brief aan de Romeinen schrijft Paulus: “Want als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is, en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden” (Rom.10,9). In de eerste lezing zien we Paulus na zijn bekering vrijmoedig, maar misschien iets te weinig doordacht, getuigen van Jezus. Maar wij worden er door Johannes toe aangespoord om van harte te geloven in Jezus, Gods Zoon, én elkaar liefhebben zoals Jezus het ons opgedragen heeft. Wij moeten die woorden in ons hart dragen en ze overwegen. Die nauwe verbondenheid met Jezus is noodzakelijk om echt christen te zijn. Jezus gebruikt in het evangelie het sprekende voorbeeld van de druiven die verbonden moeten zijn met de wijnstok, opdat zijn leven ook in hen zou zijn. Jezus zegt het wel heel sterk: “Los van Mij, kunt gij niets.” We horen dat misschien niet graag, maar zo is het werkelijk. Ons leven krijgt maar waarde en zal maar echt getuigend zijn, wanneer we sterk verbonden zijn met de levende Heer, door wie ook wij het ware leven in ons dragen. Laten wij vandaag dan ook met overtuiging ons geloof uitspreken in Hem “die ons heeft liefgehad en zich voor ons heeft overgeleverd” (Gal.2,20c) opdat wij “rijke vruchten dragen en in waarheid zijn leerlingen zijn.” (v.8)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2021