INHOUD

4de ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD

Zozeer heeft God de wereld liefgehad

2 Kron., 36, 14-16. 19-23 Verwoesting van Jeruzalem en terugkeer naar Jeruzalem / Ps. 137 (136), 1-2, 3, 4-5, 6 REFR: Moge mijn tong in mijn mond blijven kleven als ik aan u niet meer denk / Ef., 2, 4-10 God heeft ons met Christus ten leven gewekt / Joh., 3, 16 Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft eeuwig leven zal hebben / Joh., 3, 14-21 De Mensenzoon moet omhoog geheven worden

In de lezing uit het Oude Testament hoorden we hoe het volk van God God in de steek liet en hoe de tempel verwoest werd en het volk in ballingschap werd weggevoerd naar Babel. Ongeveer 70 jaar later laat de koning van Perzië het volk terugkeren. Het is als een nieuwe geboorte voor het volk. De brief aan de christenen van Efese zegt ons dat wij ook dood waren door de zonde, maar dat God ons in Jezus Christus weer ten leven heeft gewekt. Ook wij mogen ons verblijden in de barmhartige liefde van God. En er is inderdaad reden voor schrijft Johannes in het evangelie, want “Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft eeuwig leven zal hebben.” Laten wij ons dan met ijver voorbereiden op het Paasfeest, waarop wij vieren dat Jezus doorheen zijn kruisdood de zonde en de dood heeft overwonnen. Laten wij door vasten, berouw en gebed ons hart zuiveren zodat het weer kan worden tot het gebied van God, waar Hij mag regeren en waar zijn verlangen ter harte wordt genomen. (Ben Van Vossel 2021).

Naar THUISPAGINA  Naar INHOUD  Naar PREKEN 2021