GELOOF en LEVEN
HET JEZUSGEBED
Ben Van Vossel
Het "gebed des Heren" is aan ieder christen welbekend: het Onze Vader dat Jezus aan zijn leerlingen leerde toen ze Hem vroegen om hen te leren bidden zoals Johannes de Doper het geleerd had aan zijn volgelingen.
In de Oosterse kerk spreekt men echter ook over het ‘Jezusgebed’. En daarmee wordt niet het ‘Onze Vader’ bedoeld, maar een korte aanroeping: “Heer, Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar” (of: wees mij, zondaar, genadig). Dit is dus niet zoals in bovenstaand artikel het gebed van Jezus in mij, maar een kort gebed tot Jezus. Het doet denken aan twee passages uit het evangelie, waarin ook vanuit een noodsituatie of een besef van zondigheid geroepen wordt om ontferming. Enerzijds een tekst uit Lk.18,13 “… de tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de hemel; maar hij klopte zich op de borst, en zei: God wees mij, zondaar, genadig.” En anderzijds een tekst uit Lukas 18,35-
Steeds bidden
Op zeker ogenblik spoorde Jezus zijn volgelingen aan om voortdurend te bidden en … te bidden met vertrouwen. Het was als het ware een opdracht van de Heer: “dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.” (Lk.18,1) Jezus bedoelde daar dat men aan God alles en nog wat mocht vragen, maar ook dat men het met volharding moest vragen en het niet te vlug opgeven… In de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit (en reeds in de Paulusbrieven o.a. Ef.6,18 en 1Tess.5,17) is men het evenwel als ideaal gaan zien dat men altijd op God gericht moest zijn en dat het voortdurend gebed toch wel een geëigende hulp is om “met God te wandelen”. Welnu, in het overbekende boekje “De ware verhalen van een Russische Pelgrim” wordt ons een eenvoudige man opgevoerd die graag in voortdurend gebed wil zijn. Stilaan leert hij van biddende mensen hoe je je hart tot voortdurend gebed kan brengen juist door het hierboven genoemde ‘Jezusgebed’ voortdurend te herhalen; na enige tijd gaat dat gebed in je hart weerklinken, zonder dat je er heel bewust toe besluit te gaan bidden. Natuurlijk is dit niet gewoon een techniekje, zoals je telkens en telkens een liedje zou herhalen dat dan daarna voortdurend in je opkomt. Het Jezusgebed heeft immers een diepe inhoud en die moet je je eerst en vooral met je geest en je hart bewust worden.
-
Je erkent Jezus als de Heer van je leven. Als je christen bent, dan laat je Jezus het hoge woord voeren. Je luistert naar Hem, je gehoorzaamt Hem, je doet wat Hij vraagt. Je laat Hem echt de Heer zijn in je leven.
-
Jezus betekent: 'Redder'. Je erkent dat Jezus jou gered heeft en dat niemand anders jouw leven echt op zo’n niveau kan brengen dat je bevrijd wordt van zonde en schuld en dat je leven Gods welbehagen heeft en eeuwige toekomst krijgt. Dat wordt reeds aan Jozef geopenbaard: “Zij (Maria) zal een zoon ter wereld brengen die gij 'Jezus' moet noemen, want Hij zal zijn volk 'redden' uit hun zonden.” (Mattheus 1,21) Na Jezus’ dood en verrijzenis zal Petrus voor de hoge Raad en de Hogepriesters getuigen: “Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij 'gered' moeten worden.” (Handelingen van de apostelen 4,12)
-
‘Christos’ (Grieks) betekent de 'gezalfde' en is de vertaling van het Hebreeuwse ‘masjiach’ (Yeshua HaMashiach -
-
Wat kan je als kleine mens anders doen dan God loven en danken en… smeken, vragen om hulp en vergeving. Er zit iets vernederends aan vast, maar het is in feite ook een daad van Godsverering: het erkennen dat God hulp en heil wil brengen, dat Hij alleen in staat is je te genezen en te bevrijden.
-
Bovendien is God de enige die ons tot in de wortels van ons bestaan kan genezen, kan vergeven en nieuw maken. Hij aanvaardt ons met heel ons wezen. Dat heeft Hij overduidelijk getoond in Jezus. Daarom wenden wij ons tot Jezus, de Redder en gezondene van God, Zoon van God, opdat Hij zich over ons, zondaars, zou ontfermen.
Kort en goed?
Jaren gelden was ik aan het waken bij vader die in de laatste maanden vóór zijn sterven voor korte tijd in het U.Z.Gent verbleef. Midden in de nacht schrok hij wakker. "Ben, zei hij, nu dacht ik dat ik doodging, en 't is raar, het enige dat ik nog kon zeggen was: 'Mijn Jezus. Barmhartigheid'".
Dit schietgebedje dat we op de voorzijde van zijn gedachtenisprentje hebben laten drukken, was een gebedje dat men ons vroeger op school ook aangeleerd had. Het is in feite het gebed dat de goede moordenaar tot Jezus richtte. Het is het 'Jezusgebed' in het kort.
Een groot geschenk
Waarom is het ‘Jezusgebed’ zo’n groot geschenk? Het is een geschenk voor wie wel wil bidden, maar niet goed bidden kan, te moe is of zo overstelpt met allerlei gedachten (al is het geen ersatzmiddel om te ontsnappen aan het geduldig wachten op God door mensen die zich op het contemplatieve gebed toeleggen). Het is ook een geweldig hulpmiddel voor mensen die een druk bestaan hebben; de drukte van de arbeidsdag (waarbij ik ook insluit de drukte van een huisgezin en de talrijke taken die daar bij komen kijken)… Het Jezusgebed brengt ons in de nabijheid van de Heer, we brengen de taken die we doen, de gesprekken die we hebben ook bij de Heer, levend in ons hart. Moge dit gebed voor velen van ons het gebed van ons hart worden… Heer, Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.