GELOOF en LEVEN
2de ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD
De omvorming
Gen., 22. 1-
Er zijn heel wat overeenkomsten tussen de lezing uit het OT en het evangelie van vandaag. Isaak die zou geofferd worden maar gered wordt en verder mag leven. Jezus die zal geofferd worden en zal verrijzen. Wat Jezus zei over ‘het opstaan uit de dood’, dat begrepen de uitgekozen leerlingen op dat ogenblik nog niet. De veertigdagentijd is niet alleen een tijd van ontzegging, vasten, het is ook een tijd waarin God zich wil openbaren aan zijn vrienden. In de stilte van ons hart, bij het horen of lezen van Gods woord in de Schrift, in de gebeurtenissen die onszelf of de wereld overkomen, en ook in de ontmoetingen, vooral met mensen in nood. God wil ons iets van de sluier oplichten, zodat in ons hart een sterker geloof, een sterker vertrouwen, een grotere liefde kan ontstaan. Soms overvalt ons dat, begrijpen we niet hoe we plots groeien in geloof en hoop dat alles goed komt, dat alles ook thuishoort in Gods plan en dat ons hart een grotere liefde ervaart voor Jezus, onze Heiland, voor God, de Vader vol ontferming. Met die vreugde en bemoediging moeten we dan verder, tot Pasen, en de rest van ons leven, tot de grote ontmoeting. Door het vasten, het gebed en de liefde tot de medemens staan we meer open voor wat God ons als sterkend voedsel geeft voor onze verdere levenstocht. (Ben Van Vossel 2021)
Naar THUISPAGINA Naar INHOUD Naar PREKEN 2021