GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD

   NAAR INHOUDSOVERZICHT     


God thuis bij mensen (Kerstmis)

bvv

Groot mysterie in uiterste eenvoud

Sint Alfonsus de Liguori had een grote verering voor het mysterie van Jezus’ Menswording en Geboorte. Niet voor niets is een van zijn liederen nog altijd gekend in Italië :              Tu scendi dalle stelle, o Re del cielo,  

            e vieni in una grotta al freddo e al gelo.

            O Bambino mio divino,  

            io ti vedo qui a tremar…

"Gij daalt neer van bij de sterren, o hemelkoning

en Gij komt in een koude, ijzige grot.

O mijn goddelijk Kindje

ik zie u daar beven van de kou…" In het 'Kindje in de kribbe' erkende hij het Mensgeworden Woord, de Zoon van de levende God. Erkende hij zijn Heer en hemelse Koning. En dat goddelijk Kind zag hij in de kribbe, in de kou… Hij staat daarmee heel dicht bij ons eigen kerstlied: “Hoe leit dit kindeke hier in de kou, ziet eens hoe alle zijn ledekens beven, ziet eens hoe dat het beeft en kreit van rouw…” Vanuit dat menselijk gevoel van medelijden komt men – zo hoopte Alfonsus - tot de bezinning over het grote mysterie van de Menswording en de Geboorte van onze Heer: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn enige Zoon heeft gezonden” om voor ons de weg naar het geluk weer open te leggen. Die ongelooflijke stap vanuit zijn goddelijke majesteit naar ons toe, kleine, zondige mensen.  

Het menselijke in het christelijk mysterie

Het is voor vele mensen zo moeilijk te begrijpen dat het christelijk mysterie zich heeft uitgedrukt, zich belichaamd en verwezenlijkt heeft in en doorheen heel menselijke gebeurtenissen en daden. Het ware christendom heeft niets van doen met esoterisme en mysteriegodsdiensten. Daar legt Johannes in zijn evangelie en brieven de nadruk op. Het Woord is vlees geworden. We hebben Hem gezien en aangeraakt. Geen gnosticisme of een 'Christus met een schijnlichaam'.  

Het treft me ook hoe ontroerend menselijk de Kerk over Jezus en Maria en Jozef spreekt op het feest van het heilig Gezin. In de Morgenhymne van het Getijdenboek (brevier) op dit Feest van de heilige Familie valt het op hoe het verheven goddelijke thuiskomt bij gewone mensen.  

Met eenvoudige woorden wordt het christelijk mysterie opgenomen en vloeien het goddelijke en menselijke over in elkaar:  

O Licht dat van de hemel daalt en elke sterveling omstraalt,  

o Jezus, kind van ‘t eerst begin, in een gelukkig huisgezin.

Gods Zoon, de Eniggeborene van de Vader,

God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de ware God…

wordt mensenkind in een eenvoudig huisgezin.

En lees dan verder hoe menselijk teder Maria met die verheven Zoon omgaat:  

Maria, in genade groot, die ’t Kindje koestert op uw schoot,  

en, als het dorst heeft, laaft en voedt en kust en liefelijk behoedt.

De trouw en de verantwoordelijke opdracht van Jozef (zoals van elke vader) worden ook onderlijnd:

Gij, Jozef uit het oud geslacht, houdt bij de Jonkvrouw trouw de wacht,

gij zijt het die het goddelijk Kind zijn vader noemt, als vader mint.  

   NAAR INHOUDSOVERZICHT           NAAR THUISPAGINA