GELOOF en LEVEN



 HOME

 INHOUD


   NAAR INHOUDSOVERZICHT     


MAG GOD ER NOG ZIJN? (Evolutie)

Naar A. Dulles

Samenstelling: Ben Van Vossel

Op 12 april 1961 maakte de Russische kosmonaut Jeri Gagarin, piloot bij de Russische luchtmacht, als eerste mens een ruimtereis. Als exponent van de toenmalig officieel atheïstische Sovjet-Unie verklaarde hij bij zijn terugkeer op aarde: “Kameraden, het heel is donker, er is geen god”. Voor en na hem zijn nog heel wat personen eraan toe gekomen om te verklaren dat er geen God is.    

God krijgt geen plaats meer

Dergelijke uitspraken kunnen we vandaag natuurlijk ook horen van personen uit gewezen Christelijke landen. Ik heb het dan niet over zogenaamde praatprogramma’s waar wat flauwe plezantes de draak trachten te steken met godsdienst, zoals enige tijd terug met de figuur van Jezus Christus die ze voorstelden als een soort reïncarnatie van Julius Caesar. Je moet maar op het idee komen!  Er zijn echter aanvallen vanuit een meer ernstige hoek.  Zo lezen we in een julinummer van Knack hoe de Amerikaanse wetenschapper en filosoof Victor Stenger verklaart dat de wetenschap zich ook kan uitspreken over bovennatuurlijke verschijnselen: je hebt met name God niet nodig om de zin van het leven en van het heelal te verklaren. Stenger noemt zich dan ook een moderne atheïst die het geloof gewoon bijgeloof noemt. Volgens hem is voor alles een natuurwetenschappelijke verklaring.  Het is niet omdat ergens een (volgens hem denkbeeldig) mirakel gebeurt dat het niet wetenschappelijk te verklaren is. Daarvoor is gewoon vereist dat mirakel herhaalde keren onder dezelfde omstandigheden en nauwkeurig te observeren. Stenger vraagt hier natuurlijk wel wat veel van God. Geloven is immers van een andere orde. Hoewel de katholieke kerk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Islam, de evolutietheorie grotendeels aanvaardt, vindt Stenger toch dat dit niet echt zo is. De katholieke kerk staat immers op het standpunt dat de menselijke ziel (niet de psyche of het reflexief bewustzijn maar de dimensie waar de mens persoonlijk contact kan hebben met God) direct geschapen is door God. Stenger vindt dat men dan niet consequent de evolutietheorie aanvaardt maar gelooft in een ‘intelligent design’, een hocus pocus tussenkomst van een hoger wezen. Als gewezen katholiek doet Stenger wel erg antikatholiek als hij beweert dat Katholieken veel meer moeite hebben met lijden en dood dan atheïsten en dat de rust, die je in meditatie en gebed kunt ervaren, gewoon dat “ego-plekje” in de hersenen is dat wat minder actief wordt. Niets bovennatuurlijk dus. Ziezo!  

Andere stemmen: God toch werkzaam in de evolutie?

In een verslag van een groot congres over de biologische evolutieleer aan de Gregoriana-universiteit in Rome kreeg vooral de befaamde Oxfordse bioloog Simon Conway Morris steun van o.m. Amerikaanse biologen (Lynn Margulis en Stuart Kauffman) en een filosoof (Robert Ulanowicz); al deze geleerden komen vanuit hun studies tot het besluit dat er in de organische materie niet gewoon de brutale ‘survival of the fittest’ steekt, maar wel degelijk een tendens tot 'zelforganisatie'. Met de stelling omtrent deze zogenaamde ‘emergentie’ staan ze wel diametraal tegenover de gefixeerde natuur zoals Darwin hem zag. Deze niet-conventionele neo-darwinisten zetten met andere woorden de deur op een kier voor levensbeschouwelijke interpretaties. Maar ook dan gaat men God niet enkel zien als een ‘gatenvuller’ maar als overal werkzaam in de evolutie in een overvloed van ‘wonderen’.  

De stem van het leergezag

Deze ‘opening’ in de darwinistische theorieën vindt in ieder geval aansluiting bij wat paus Johannes-Paulus II tijdens een algemene audiëntie zei: “De evolutie van menselijke wezens, waarvan de wetenschap de fasen tracht vast te stellen en het mechanisme te onderscheiden, heeft een 'inwendig doel’ dat bewondering werkt. Dit doel, dat wezens in een richting leidt waarvoor ze niet verantwoordelijk zijn, verplicht ons een Intelligentie te veronderstellen die er de uitvinder, de schepper van is”. Ik weet niet of de paus op dat ogenblik nogal onder de indruk was van voorstanders van een “Intelligent Design”. In ieder geval stelt hij dat de menselijke evolutie toeschrijven aan zuiver toeval, een verzaken zou zijn aan het menselijk verstand. Een sterke uitspraak.  A. Dulles haalt ook nog de uitspraak aan van de huidige paus, paus Benedictus XVI, in zijn inaugurale rede (24 april 2005): “Wij zijn geen toevallige en betekenisloze producten van evolutie. Ieder van ons is het resultaat van een gedachte van God. Ieder van ons is gewild, ieder van ons is geliefd, ieder van ons is noodzakelijk.” Van de kant van een intelligent mens zoals Joseph Ratzinger is dit niet zomaar een spirituele bedenking ter bemoediging van lichtgelovige mensen, maar een uitspraak die gebaseerd is op een sterke gefundeerde overtuiging. Wel moeten we toegeven dat hiermee meer gezegd wordt dan vele wetenschappers naar voor brengen.  Toch sluiten sommige wetenschappers zich er bij aan: Er moet in het heelal een stuwing zijn naar hogere en meer complexe vormen,  beweert de Engelse wiskundige en fysicus John Polkinghorne. In dezelfde lijn poneert Prof. John F. Haught van de Georgetown University (New York) dat het Materialistisch darwinisme niet in staat is om te verklaren waarom het heelal het bracht tot subjectiviteit, gevoelens en strevingen. Voor de atheïstische wetenschapper is in de verklaring van het menselijk leven en van het heelal waarin wij ons bevinden, religie “nu volledig vervangen door de wetenschap”, terwijl paus Benedictus XVI daartegenover opriep tot een herontdekking van de rede in de volledige betekenis en omvang van het woord opdat men zo een soort van tegenwicht  zou bieden aan de moderne neiging tot beperking van de rede tot het empirisch verifieerbare.  Volgens kardinaal A. Dulles zullen toekomstige wetenschappelijke discussies vermoedelijk religie en theologie verrijken, aangezien God zichzelf openbaart door middel van zowel het boek van de natuur als de geschiedenis van de verlossing. Wetenschap oefent echter een slechte dienst uit indien zij beweert de enig geldige kennisvorm te zijn en de esthetische, inter-persoonlijke, wijsgerige en religieuze vorm van kennis te vervangen... Daarentegen kan de dialoog tussen de evolutionaire wetenschap en de theologie, zoals voorgesteld door Joannes-Paulus II, de vervreemding overstijgen en leiden tot een werkelijke vooruitgang van zowel wetenschap als religie.

   NAAR INHOUDSOVERZICHT