GELOOF en LEVEN
"VERLATEN"
Bezinning bij het lijden van Jezus
B. Van Vossel
1. Cenakel -
2. Getsemane: Doodsangst -
3. Annas -
4 Het Romeinse proces: De zwakke rechter -
5 De kruisweg
6 Golgotha: Tussen misdadigers en vijanden -
(zie op het einde: inhoud / Vragen + antwoorden van deelgroepen)
-
-
-
-
Uiteenzetting
Deze tweede sessie van onze vormingsreeks tijdens de Veertigdagentijd, gaat over iets heel anders dan de eerste. Toen hadden we het over de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth rond het mysterie van Gods genadig ingrijpen in Jezus. Vandaag nemen we ook weer de Bijbel en laten we ons begeleiden door het Woord van God, maar nu gaat het over Jezus in zijn verlatenheid.
Ik bekijk die verlatenheid in verscheidene episoden als het ware. Ik volg daarbij het evangelieverhaal en geef er een paar bezinnende gedachten bij.
1. Cenakel -
(Verraad voorspeld. Instelling Eucharistie. Verloochening voorspeld)
Als de leerlingen vragen waar ze dat jaar het Paasmaal gaan vieren, stuurt Jezus hen naar een grote bovenzaal, voorzien van rustbedden en al het nodige; daar moeten ze alles maar gereedmaken (Mk. 14,12-
In die bovenzaal viert Jezus ’s avonds het paasmaal. In de loop van de maaltijd, als ze aan tafel aanliggen, zegt Jezus: “Een van jullie zal Mij overleveren, een die met Mij eet” (Mk. 14,18). De leerlingen zijn verbijsterd: wat zegt de Meester daar, een van ons gaat Hem uitleveren? Droefheid en onrust grijpt hen aan. De een na de ander begint te vragen: “Ik ben het toch niet?” (Mk.14,19). Ze kunnen het gewoon niet geloven. Maar Jezus herhaalt dat een van de tafelgenoten Hem zal overleveren. Zo op weg geweest zijn met de Heer en dan Hem overleveren. Het zou beter geweest zijn als zo iemand niet geboren was, noteert de evangelist. Maar wat moet het voor Jezus betekend hebben dat een van zijn 12 vertrouwelingen zijn verrader wordt. Hij wordt al zó door vijanden in het nauw gedreven, dat dit er ook nog eens moet bijkomen.Hoeveel christenen is dat niet overkomen tijdens de communistische dictaturen van vorige eeuw, waar vrienden en zelfs huisgenoten elkaar gingen overdragen, kinderen hun ouders, zoals hun was geleerd in de communistische jeugdbeweging en op school. Tijdens de Nazi-
Maar hoe vaak wordt Christus niet in de steek gelaten door zijn liefste vrienden die kiezen voor heel andere waarden, voor afgoden allerlei, voor eigen planning, voor eigen verlangens…Op diezelfde plaats, tijdens diezelfde avond nog stelt Jezus een bijzonder teken van zijn liefde en zijn verlangen om bij zijn vrienden te blijven, bij zijn vrienden van alle tijden. Hij wil niet vergeten worden, Hij wil dat zijn totale gave blijvend herinnerd zal worden èn dat het tot een voorbeeld wordt hoe zijn volgelingen zich te gedragen hebben. “Neem, dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed dat vergoten wordt voor velen”. Zo kort zegt het Marcus.Tevens zegt Hij dat dit het afscheid is.
Dan zingen zij het grote hallel, de grote lofzang met de allelujapsalmen op het einde van het boek der psalmen.
Onderweg naar de Olijfberg (Mk. 14,27) voorspelt Jezus weer dat ze allen ten val zullen komen, als schapen zullen ze verstrooid worden. Zelfs Petrus, de onversaagde krijgt de ontnuchterende woorden te horen: Voorwaar, Ik zeg u: nog heden, nog deze nacht, voordat de haan tweemaal kraait, zult juist gij Mij driemaal verloochenen. Dat laat Petrus zich niet gezeggen en de anderen evenmin.
Maar het is gezegd, en met die ontnuchterende woorden van Jezus wordt het volgende tafereel van het drama reeds op een kier gezet
2 Getsemane
(Doodsangst -
We zijn in Getsemane, een landgoed waar Jezus wel vaker heen ging met zijn vrienden. Dit wordt een van de droevigste en aangrijpendste verhalen uit het evangelie.
Jezus wil gaan bidden. Hij voelt dat zelfs zijn twaalf vrienden hem niet kunnen helpen op dit ogenblik. Hij moet terugvallen op zijn Vader. Toch neemt Hij enige menselijke nabijheid mee: Petrus en de twee zonen van Zebedeüs: Johannes en Jakobus.
“Hij begon bedroefd en beangst te worden” Mt. 26,37. Wat een menselijke diepte spreekt uit deze woorden. “Bedroefd en beangst”. Depressief en bang. De wereld stuikt in elkaar, zijn leven: één groot fiasco. Zijn dromen stukgeslagen en zijn leven bedreigd. Als een opgejaagd dier, een opgejaagde mens, binnen dit en een paar uur is hij in de macht van zijn vijanden. Niemand redt hem dan nog. Niemand! Zeker niet die paar mannen om Hem heen. Hij kent ze. Hun goed hart en ook hun kwetsbaarheid.“Bedroefd en beangst”. Wat een menselijke diepte in deze paar woorden. Maar waarschijnlijk is hier nog meer aan de hand. Hij voelt dat zijn zending vanwege God mislukt is. Hij wordt niet aanvaard als de gezondene van de Vader.Hier kan Hij alleen nog met God over praten.
“Blijf hier en waak. Waak met Mij”.Wat verder werpt Hij zich plat ter aarde. Hij siddert van angst. Een kille wanhoop drukt hem tegen de rotsgrond. Zuchtend en kermend komt het er uit: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan.” Deze beker van het lijden schrikt Hem mateloos af. Hij is mens. En wellicht gaat het over het lijden van de Zoon van God, het lijden dat Hij vrij op zich neemt, de zonden van de wereld, de ontrouw, de opstand tegen God, de zonden tegen de menselijkheid, de verwerping van het aangeboden heil…“Vader, als het mogelijk is”. Zo bidt Hij eerst. Daarna bidt Hij: “Vader, als het niet mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat ik hem drink: dat dan uw wil geschiede”.Het woord is er uit. Hij zal zijn leven beëindigen onder hetzelfde gesternte waaronder het gestart was en waaronder het verlopen was: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen” (Hebr.10,7). “Mijn spijs is de wil te doen van Hem die mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen”. (Joh.4,34) “Alles is volbracht -
Ook tussendoor was Hij nog steun gaan bedelen bij zijn drie beste vrienden. Ze slapen. Hij staat er helemaal alleen voor. Zelfs zijn vermaning dat ze moeten waken en bidden om niet in de bekoring te vallen van Hem in de steek te laten, heeft geen effect.
Tot Hij de verrader nabij weet. Dan nodigt Hij hen uit om op te staan.
Hier gebeurt het inderdaad dat een van zijn vriendenkring, een van zijn volgelingen een vijandelijke groep aanvoert, een groep, gezonden door de hogepriesters en de oudsten, de leiders van het volk.
Het is zelfs een vriendschapsteken dat teken van het verraad wordt. “Hij ging recht op Jezus af en zei: 'Gegroet Rabbi', en hij kuste Hem” (Mt. 26,49).Jezus wordt vastgegrepen. Een van zijn vrienden onderneemt nog een wanhoopspoging met een zwaard, maar krijgt van Jezus te horen dat Hij geen beroep wil doen op een militaristische ingreep.
Jezus verwijst naar zijn Vader en legioenen engelen. Maar dat komt niet ter sprake, de Schriften moeten vervuld worden die zeggen dat het zo moet gebeuren.
Nu nog beter! Dus niet bidden tot God om in te grijpen? De Schrift laten geschieden? Welke Schrift? Welk woord uit de Schrift?
Dat zwaard had nog kunnen helpen. Maar de Schrift, wat kan je daar mee aanvangen in de gegeven situatie?
“Toen lieten alle leerlingen Hem in de steek, schrijft Mattheüs, en ze namen de vlucht”. Jezus staat er dus alleen voor. In een kort zinnetje wordt er nog aan toegevoegd dat Petrus Hem op een afstand bleef volgen. Jezus van ver volgen. Dat gaat slecht aflopen in de derde perikope.
3 De rechtszitting
(Annas -
De rechtszitting
Kajafas, die eigenlijk Jozef heette, was hogepriester van 18 tot 36 na Christus. Hij volgde zijn schoonvader Annas op die van 6 tot 15 hogepriester was en die titel nog bleef behouden. Johannes verhaalt (Joh. 18,13) hoe Jezus toch eerst voor Annas moet verschijnen; waarschijnlijk had hij nog steeds de touwtjes in handen.
Kajafas deed het sanhedrin eerder al het besluit nemen om Jezus te doden (Joh. 11,50) en hij leidde later de raadszitting waarin Jezus ter dood werd veroordeeld (Mt. 26,57-
Blijkbaar werd er diezelfde nacht een rechtszitting bijeengeroepen in het huis van Kajafas waarvoor de schriftgeleerden en oudsten waren bijeengekomen.
Wat nu opvalt in heel dat proces is dat er eerst een aantal schijngetuigenissen komen omdat men geen echte wettelijke reden heeft tot een doodsvonnis. De getuigen spreken elkaar tegen. Tenslotte wordt er naar verwezen hoe Jezus de tempel van God -
'Ik bezweer U bij de levende God ons te zeggen of Gij de Christus zijt, de Zoon van God.' 64 Jezus gaf hem ten antwoord: 'Gij zegt het. Maar Ik zeg U: vanaf nu zult ge de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Macht en komen op de wolken des hemels.' 65 Toen scheurde de hogepriester zijn kleed en riep uit: 'Hij heeft God gelasterd; waartoe hebben wij nog getuigen nodig? Gij hebt nu toch de godslastering gehoord! 66 Wat denkt gij daarvan?' Zij antwoordden: 'Hij verdient de doodstraf.' (Mt. 26,63-
Jezus komt er voor uit dat Hij de Messias is en dat Hij aan de rechterhand van God zal zitten en zal komen op de wolken van de hemel. Zichzelf uitroepen tot Messias en jezelf al op de troon van God zien zitten. Godslastering. Hij verdient de doodstraf!
Bespotting
Mattheüs verhaalt hoe ze Jezus dan bespuwen en hem met de vuist slaan en met een stok en Hem uitdagen om te raden wie Hem geslagen heeft. Marcus zegt dat ook de knechten Hem slagen toebrachten. Maar eigenlijk lijkt het eerder een beledigen van een Godslasteraar door de aanwezigen; tonen hoe verontwaardigd men wel is en niet ten achter willen blijven bij de anderen. De wat ouderen onder ons herinneren zich nog zulke beelden uit de repressie: niet eens zo’n goede patriotten die toch haantje de voorste waren bij het beledigen en vernederen van al of niet echte incivieken.Op niemand moet Jezus nog rekenen. Hij zit daar in de situatie die we in een van de psalmen beschreven zien: ‘Woedende stieren omringen mij…’Verloochening door Petrus Dat hij werkelijk op niemand moet rekenen krijgt zijn bevestiging in de figuur van Petrus, de moedige, de impulsieve, die niet alleen niet durft zeggen dat hij bij Jezus hoort, maar bij hoog en bij laag beweert en zweert dat Hij “die Mens” niet kent.Er kraait een haan. En nog eens. Het slaat als een alarmsignaal in Petrus’ oren, het duizelt in zijn hoofd. Bij Lucas wordt het nog echt in scène gezet: “En de Heer keerde zich om en zag Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heer, hoe Hij tot hem gezegd had: Vóórdat een haan heden kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen.Petrus ging naar buiten en weende bitter” (Luc. 21,61-
Op weg naar Pilatus
De hele vergadering stond op (Lk 23,1) en geboeid (Mt 27,2) wordt Jezus van het sanhedrin naar de Antoniaburcht gevoerd waar Pontius Pilatus, de Romeinse goeverneur verbleef.
Als een misdadiger geboeid door de straten gevoerd worden, met een roepende menigte rondom Hem en achter Hem aan. Het volk staat erop te kijken. Jezus Van Nazareth is nu definitief verworpen en uitgestoten uit de gelovige gemeenschap.
De totale verlatenheid wordt ook hier tot de ultieme vernedering voor een rechtvaardig mens: te worden aanzien als een misdadiger die het misprijzen verdient van de hele gemeenschap.
Judas’ einde Ondertussen leidt Jezus nog een andere nederlaag. Zijn mededogen met Judas Iskarioth belet niet dat deze, door wroeging bewogen, de dertig zilverlingen naar de hogepriesters en ouderlingen brengt maar er niet in slaagt hen af te brengen van hun moordplan. Zijn reactie is er een van wanhoop: hij smijt de zilverlingen in de tempel, loopt weg en pleegt zelfmoord. Met het geld wordt een stuk land aangekocht om vreemdelingen te begraven: hakeldama of ‘de bloedakker’. Een treurig einde voor een van de nauwe vrienden van Jezus. Voor zover Jezus er op dat ogenblik een aanvoelen van heeft gehad, kan het alleen het gevoel van mislukking maar vergroot hebben.
4 Het Romeinse proces (De zwakke rechter -
De zwakke rechter
Ook voor Pilatus vallen de beschuldigingen maar mager uit. Zelfs als Jezus toegeeft Koning der joden te zijn, zegt Pilatus aan de hogepriesters en de volksmenigte dat hij geen schuld vindt in Jezus. Maar allee, roepen ze hem toe, “vanuit Galilea is hij ook hier onrust komen stoken”.Dat nieuws kwam Pilatus goed uit. Herodes, die verantwoordelijk was voor Galilea, verbleef namelijk juist in Jeruzalem en daarom laat Pilatus Jezus daarheen brengen. Herodes is content van Jezus eens te zien. Maar Jezus antwoordt op geen enkel van zijn vragen. “De hogepriesters en de schriftgeleerden stonden er bij en putten zich uit in beschuldigingen tegen Hem”. Samen met zijn soldaten bespot Herodes Jezus en met een schitterend gewaad om zijn schouders, zendt hij Hem terug naar Pilatus. Lucas voegt er nog aan toe (Luc. 23,12) dat op diezelfde dag Herodes en Pilatus elkaars vrienden werden; tevoren leefde zij namelijk in onderlinge vijandschap.Het eigenlijke proces voor Pilatus kunnen we relatief kort samenvatten aan de hand van het Lucasevangelie. Na de onderbreking bij Herodes “riep Pilatus de hogepriesters, de overheidspersonen en het volk bijeen en zei tot hen: ' Gij hebt deze man voor mij gebracht als iemand die het volk tot opstand aanzet; welnu: ik heb Hem in uw bijzijn verhoord maar ik heb in deze man niets kunnen ontdekken van al datgene waar gij Hem van beschuldigt. Herodes evenmin, want hij heeft Hem naar ons teruggezonden. Het is duidelijk, dat Hij niets heeft bedreven wat de doodstraf zou rechtvaardigen. Ik zal Hem daarom een tuchtiging laten toedienen en dan vrijlaten. ' Ze begonnen allen tegelijk te schreeuwen: ' Weg met Hem! Laat ons Barabbas vrij’” (Luc. 23,13-
Verraden, overgeleverd, verloochend en door zijn vrienden in de steek gelaten, uitgestoten en gebrandmerkt door de leiders van zijn volk, gedagvaard bij de hoge raad en ter dood veroordeeld; maar ook bij de bezettende of uiteindelijk beslissende overheid vindt Jezus geen steun. Pilatus laat hem vallen om zijn eigen huid te redden. Het Romeinse recht, zo hoog geprezen om zijn vaak heel wijze beginselen, wordt hier omgebogen uit zwakheid en eigenbelang.
De geseling
Jezus was tussendoor in de handen gevallen van wat Syrische huurlingen die die Joodse koning eens terdege hebben toegetakeld, zodanig dat Hij nog nauwelijks staande kan blijven: hij is zwaar gegeseld over heel zijn lichaam -
5 De kruisweg
Na de definitieve uitspraak trekt men Jezus weer zijn kleren aan en voert Hem weg naar de plaats van terechtstelling, net binnen of net buiten de stadsmuur.
Onderweg komen toch een paar menselijke details heel deze onmenselijke behandeling enigszins verzachten. Simon van Cyrene en de wenende vrouwen. De figuur van Veronika, die we bij onze kruiswegdevotie aantreffen, heeft waarschijnlijk nooit bestaan. Vera -
6 Golgotha
Tussen misdadigers en vijanden
Ze komen aan de plaats Golgotha, de schedelplaats, een kale rots net buiten of net binnen de stadswal. Men ontdoet Jezus van zijn kleren en kruisigt Hem. Links en rechts van hem worden twee misdadigers gekruisigd. Markus noteert: “Zo ging in vervulling dit Schriftwoord: Hij is onder de booswichten gerekend” (Mk.15,28). Bij de profeet Jesaja staat immers te lezen over de Dienaar van God, de Ebed Jahwe : “Toch is hij uit het land der levenden weggerukt, geslagen om de weerspannigheid van mijn volk. Men gaf hem een graf bij de boosdoeners, en bij de rijken een laatste rustplaats, hoewel hij geen onrecht heeft begaan en er in zijn mond geen bedrog is geweest. Maar het heeft Jahwe behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, als een zoenoffer gaf hij zijn leven” (Jes 53,8-
De soldaten die zijn kleren verdelen onder elkaar en dobbelen om zijn kleed dat uit een stuk was geweven; misschien nog het werk van zijn moeder.
Dan zijn er de voorbijgangers die het hoofd schudden en Jezus toeroepen: “Gij daar, die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, kom van dat kruis af en red Uzelf” (Mk 15,29). Het zijn misschien zelfs uitroepen van mensen die een tijdlang in Jezus hebben geloofd, maar die nu zwaar in Hem ontgoocheld zijn; hun profeet, hun Messias blijkt een machteloze bluffer te zijn die hier op schandelijke manier aan zijn einde komt. Van zo iemand keer je je best zo vlug mogelijk af, voor het te laat is.En dan is er nog een groep die zich in de handen wrijft: “De hogepriesters en schriftgeleerden zeiden spottend onder elkaar: ‘Anderen heeft Hij gered -
Vrome toetsen op het schilderij
Lucas, de vrome, de menslievende arts, legt Jezus nog een gebed om vergeving voor zijn beulen in de mond en een woord tot de ‘goede moordenaar’. Een gebed om vergeving : “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”. (Luc. 23,34). Dan volgt nog een kort gesprek, want als de ene misdadiger Jezus hoont: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons'” wordt hij door de andere afgestraft: ' Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.' Daarop zei hij: 'Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt '. En Jezus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs” (Luc 23,39-
Bij Mattheüs staan de woorden dat omstreeks het negende uur Jezus met luide stem uitroept: “'Eli, Eli, lema sabaktani? dat wil zeggen: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?' Enkelen van de omstanders die het hoorden, zeiden: 'Hij roept om Elia!' Onmiddellijk daarop ging een van hen een spons halen, stak ze op een rietstok en bood Hem te drinken. Maar de anderen zeiden: 'Laat dat! Wij willen eens zien of Elia Hem komt redden.' Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest (Mt 27,46-
Epiloog
Dit is het einde van het Lijdensverhaal. Het is ook het einde van deze sessie over Jezus’ verlatenheid. In het verleden hebben veel christenen dit verhaal tot hun hart laten spreken. Het was voor hen een indringende illustratie van Gods liefde tot het uiterste voor de mensheid. Het woord uit het Johannesevangelie en de eerste brief van Johannes “Zozeer heeft God de wereld liefgehad” kon geen duidelijker uitdrukking krijgen.Het beschouwen van het kruisbeeld, of van de lijdensmysteries zal voor ieder christen een aangewezen weg zijn tot groei in geloof in Gods liefde, groei in wederliefde, groei in navolging, groei in consequent christelijk leven.
De zon die hier is afgebeeld (diapositief) kan je zien als een zonsondergang over Jezus’ leven. In het licht van wat we volgende week zullen bespreken mag het ook een zonsopgang zijn en een lofzang op Gods eeuwige trouw. Inhoudsoverzicht
ANTWOORDEN (van 2 deelgroepen op dond. + vrijdag 14/15 maart 2002)
BIJ DE VRAGEN:
1 Welk soort lijden, gemis of verlies valt mensen het zwaarst?
GROEP A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
GROEP B
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
GROEP A
-
-
-
-
-
-
-
GROEP B
-
-
-
-
-
GROEP A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
HOE ONS WAPENEN?
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
GROEP B
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
‘Ik zal u de Geest zenden’, ‘Ik blijf met u tot het einde der tijden’. De hulp van de Heer is er ook. ‘Je hoeft niet voor je eigen verdediging te zorgen’
-