GELOOF en LEVEN
JEZUS EN KAFARNAÜM
Ben Van Vossel
1 Jezus’ woonplaats ?
2 Wiens huis ?
3 Huis van Petrus ?
Kafarnaüm: licht en donker
Kafarnaüm heeft het voorrecht gehad dat Jezus daar een paar jaar heeft gewoond. Maar blijkbaar is Hij daar niet echt als Messias erkend en gewaardeerd. Zo krijgt het ook zijn plaats in de vervloeking van sommige steden (ik laat in het midden of dit letterlijk uit Jezus’ mond komt of uit de pen is gevloeid van een latere koleirige christen). We mogen blij zijn dat we niet in Kafarnaüm woonden toen (of zitten we toch ook in hetzelfde schuitje, ons eigen (on-
En gij, Kafarnaüm, zult ge soms tot de hemel toe verheven worden? Tot in de onderwereld zult ge neerzinken. Als in Sodom de wonderen gebeurd waren die bij u zijn geschied, het zou tot op de dag van vandaag blijven bestaan. Toch, Ik zeg u: Het lot van het land van Sodom zal beter te dragen zijn op de oordeelsdag dan dat van u.' (Mt. 11,23-
Jezus: van Noord naar Zuid
Als Jezus Nazaret verlaat trekt Hij naar de Jordaan, naar het Zuiden, in de woestijn van Juda waar Johannes aan de Jordaan, de mensen opriep tot bekering en hen doopte in het water van de rivier. Jezus, toen zowat 30 jaar, voelde zich blijkbaar ook geroepen tot die radicale stap van trouwe Godsdienst. Was hij soms een volgeling van Johannes de Doper, die ook een doopritueel had zoals bij de Esseniërs van Qumran? Maar Johannes was een enkeling, leefde zelf niet in zo’n Esseniërgemeenschap, al had hij toch wel en aantal volgelingen. Dat Jezus eventueel tot de groep van Johannes behoorde, daarvan hebben we geen bewijzen. We weten dat Jezus zich door Johannes heeft laten dopen, dat is alles, en dat deden heel wat mensen, zoals Marcus noteert:
“Heel de landstreek Judea en alle inwoners van Jeruzalem trokken naar hem uit en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden.” (Marcus 1,5).
Blijkbaar was er een beweging naar meer innerlijkheid en naar trouwer involgen van Gods verlangen. Een beetje zoals wij ons voelen bij het begin van de Vastentijd: we gaan ons herpakken, we gaan ons leven op een geloviger basis inrichten... Maar niets wijst erop dat Jezus een volgeling van Johannes was, en het blijkt zeker niet uit een tekst als deze:
“In die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: 'Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?' Jezus antwoordde hem: 'Laat nu maar; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen.' Toen liet hij hem toe.” (Mt.3,13-
Hieruit kunnen we alvast niet besluiten dat Jezus tot de kring rond Johannes behoorde.
Van Zuid naar Noord
Vervolgens zien we hoe Jezus zijn eigen weg gaat. En wanneer later Johannes gevangen genomen wordt door Herodes en opgesloten wordt in de burcht, Maceronte, alvorens kort daarna te worden, gaat Jezus in Kafarnaüm wonen:
“Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen, week Hij uit naar Galilea. Met voorbijgaan echter van Nazaret vestigde Hij zich in Kafarnaüm aan de oever van het meer” (Mt.4,12-
Jezus trekt dus nu vanuit Juda terug noordwaarts naar Galilea, maar hij laat Nazaret links liggen en gaat wonen aan de oevers van het Meer van Galilea (of: Meer van Gennesaret of Meer van Tiberias).
We stellen vast dat Jezus spoedig ook leerlingen rond zich verzamelt.
“Eens toen Hij zich bij het meer van Galilea ophield zag Hij twee broers, Simon die Petrus wordt genoemd en diens broer Andreas, bezig met het net uit te werpen in het meer. Zij waren namelijk vissers. En Hij sprak tot hen: 'Komt, volgt Mij: Ik zal u vissers van mensen maken.'” (Mt.4,18-
Kafarnaüm
In Kafarnaüm (Kapernahoem) was er ten tijde van Jezus een militair garnizoen (cfr genezing van de knecht van de Centurio Mt. 8,5-
Synagoge
In Kafarnaüm stond er ook een vrij grote synagoge. Lucas, altijd positief betreffende vreemdelingen, vertelt in zijn evangelie over het verband tussen die synagoge en de Centurio, de ‘honderdman’ van bovenvermeld Romeins garnizoen:
1 Na afloop van zijn onderricht aan het luisterende volk, ging Hij naar Kafarnaüm. 2 Daar was een honderdman, die een knecht had aan wie hem veel gelegen was; deze was ziek en lag op sterven. 3 Omdat de honderdman van Jezus hoorde, zond hij enkele oudsten van de Joden naar Hem toe met het verzoek zijn knecht te komen genezen. 4 Bij Jezus gekomen riepen zij met aandrang zijn hulp in. Ze zeiden: 'Hij verdient, dat Gij hem deze gunst bewijst, 5 want hij houdt van ons volk en heeft op eigen kosten de synagoge voor ons gebouwd.' 6 Daarop ging Jezus met hen mee.
< Ruïne van Synagoge >
Jezus’ woonplaats
Kafarnaüm is de vermoedelijke verblijfplaats van Jezus tijdens zijn kort openbaar leven, nadat Hij Nazaret verlaten had. We weten niet waarom hij daar ging wonen. Had hij in het Zuiden connecties gehad met mensen van de Qumran-
Dat Jezus in Kafarnaüm gewoond heeft, lijdt weinig twijfel. Veel evangelische teksten verwijzen er naar:
MK.2,1 Toen hij enige dagen later in Kafarnaüm was teruggekeerd, en men hoorde dat Hij ‘thuis’ was, 2 stroomden de mensen in zulk een aantal samen, dat zelfs de ruimte voor de deur geen plaats meer bood toen Hij hun zijn leer verkondigde. 3 Men kwam een lamme bij Hem brengen, die door vier mannen gedragen werd….
MK.9,33 Zij kwamen in Kafarnaüm en, ‘eenmaal thuis’, ondervroeg Hij hen: 'Waar hebt ge onderweg over getwist? ' Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag, wie de grootste was.
MT.8,18 Toen Jezus een grote menigte om zich heen zag, gaf Hij bevel om naar de overkant te gaan (Kafarnaüm lag vlakbij het meer)…
In Kafarnaüm, waar Jezus zich ging vestigen, woonde ook Petrus. Petrus runde vlakbij het meer een vissersbedrijfje en had een ruime woonst. Hij was gehuwd en zijn schoonmoeder woonde bij hem in. Of was het juist andersom, want ik spreek hier over het “huis van Petrus”, maar het kan ook het huis van zijn schoonmoeder van geweest zijn. Andreas, zijn broer, woonde daar eveneens. Het vermoeden nu is dat ook Jezus daar in het huis van Petrus een onderkomen heeft gevonden. In dat geval zou Jezus geen eigen huis hebben gehad zodat de uitspraak “de Mensenzoon heeft zelfs geen steen om zijn hoofd op te laten rusten” in dan zelfs letterlijk te nemen is.
Een paar evangelieteksten doen ons inderdaad veronderstellen dat het huis van Jezus en dat van Petrus zowat hetzelfde zijn:
-
Die boot blijkt bij Lucas de boot van Simon-
Hij stapte in een van de boten, die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. Hij ging zitten en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk. (Lk.5,3)
Thuis in Kafarnaüm nam Jezus zijn leerlingen wel eens afzonderlijk om hen verder te onderrichten. Dat moet dan wel een wat ruimer huis geweest zijn. Er zou ons wel iets aan gelegen zijn om die plaats te kennen waar Jezus zo, in nauw contact met zijn vrienden, de rijkdom van zijn hart openlegde en hen verder inleidde in de geheimen van het Koninkrijk. Jezus, en rondom Hem de kring van leerlingen die naar Hem luisterden en vragen konden stellen…
We zullen straks even de overstap maken naar opgravingen die doen vermoeden dat het ‘huis van Petrus’ en de ‘woonst van Jezus’ mogelijk samenvielen. Een “ruimer” huis zou inderdaad goed geschikt zijn voor deze samenkomsten van Jezus met zijn leerlingen:
-
-
Dat laatste woord is dan zeker een opsteker voor Petrus, de mogelijke gastheer van Jezus.
Nog een andere tekst:
“Zodra Hij uit de synagoge kwam, ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan: zij werd vrij van koorts en bediende hen. In de avond, na zonsondergang, bracht men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. Heel de stad stroomde voor de deur samen.” (Mk.1,29-
Vanuit de synagoge recht naar het huis van Petrus. Blijkbaar het gewone adres waar Hij thuis was. Ook bij Mattheüs lezen we deze vertrouwdheid van Jezus met het huis van Petrus:
“Toen Jezus in het huis van Petrus gekomen was, vond Hij diens schoonmoeder met koorts te bed liggen. Hij raakte haar hand aan en zij werd vrij van koorts; zij stond op en bediende Hem.” (Mt.8,14-
Een tekst die nog duidelijker verwijst naar het samenvallen van Petrus’ ruime woonst en de woonplaats van Jezus is zeker de volgende, waarin de belastingsambtenaren bij Petrus komen om te vragen of Jezus zijn bijdrage niet betaalt. Op het einde van de tekst zien we hoe Jezus zowel voor zichzelf als voor Petrus betaalt:
-
GL 14/1
Ben Van Vossel Naar o.m. ‘La Terre Sainte’
Custodie van het Heilig Land
In 1894 kocht de “Custodie van het Heilig Land” de Tell Hum aan, op de oever van het Meer van Tiberias. De Custodie van het Heilig Land is een Internationale samenwerking van Franciscanen, die van de pausen de zending kregen de heilige plaatsen in het Heilig Land te “bewa-
werd opgetrokken. Zo is er bv. de verdiepingen-
De synagoge
In Kafarnaüm tref je de ruïnes aan van de vrij grote synagoge waarover het evangelie spreekt. Al zijn het vermoedelijk niet de ruïnes van de synagoge uit Jezus’ tijd, we mogen geredelijk veronderstellen dat deze zich op die bepaalde plaats situeerde.
En het huis van Petrus? Het huis van Petrus was vast geen alleenstaande villa, maar een – mis-
Het huis van Petrus
werd door een zeer oude traditie gesitueerd vlakbij de resten van de synagoge van Kafarnaüm. Archeologen4 hebben daar opgravingen gedaan en ze vonden op zo’n 30 m. afstand ten zuiden van de synagoge het volgende:
Ruïne van de 8-
Laag A -
Op 29 juni 1990 tenslotte heeft men boven het zogenaamde Petrushuis (zie op foto, niet ver van het meer; goede ligging voor een visbedrijfje) een passende constructie ingewijd; zo kon die eerbiedwaardige plaats veilig bewaard worden voor de toekomst. Deze constructie heeft de vorm van de octogonale (8-
Een ‘huiskerk’ uit de 1ste eeuw? Het is best mogelijk dat het huis, waarboven later een Byzantijns hei-
Het huis Boven allerlei oude lagen van bewoning (uit de laat-
JEZUS EN KAFARNAÜM (4 en slot)
Ben Van Vossel
o.m. naar ‘La Terre Sainte’ en Paul Van Zeir
Van gebedshuis naar kleine ‘tempel’
Heel het blok waar zich het huis van Petrus bevond, wordt (einde 4de eeuw) afgesloten van de rest van Kafarnaüm door een muur met een omtrek van 112,25 m.: een wat al te eenvoudig rekensommetje leert ons dat de zijden van die muur ongeveer 28 m. bedroegen, een vrij groot stuk bebouwing! Daar houdt de verandering niet mee op: de meeste huizen breekt men af zodat het ‘Petrushuis’ het centrum wordt van het nieuw gevormde complex. De centrale kamer (toch nog 5,80 op 6,45 m.) wordt door een middenboog in twee gedeeld (waarom? Als bijkomende steun voor het dak? Of om de kamer het uitzicht van een heiligdom te geven met een ruimte (een soort koor) voor de voorgangers van een liturgie?) en achter die mogelijke ruimte voor de voorgangers, dus aan de noordkant wordt een voorhal gebouwd, een atrium, waar men het onthaal kan doen en waar de eventuele bewoners van het huis nog kunnen vergaderen in een soort living of eetplaats. En wat zeker niet gebeurde in gewone huizen: de gebedsruimte wordt bepleisterd en beschilderd met kleurrijke decoratie van geometrische figuren en bloemmotieven.
Verwijzingen
In dit heiligdom heeft men heel wat graffiti (ingekrast muurschrift) gevonden die men situeert tussen begin 3de en begin 5de eeuw. De omvorming van heel het gebouwencomplex en de inrichting van het ‘Petrushuis’ geeft – volgens geschiedkundige Paul Van Zeir -
De graffiti, in verschillende talen, geven overduidelijk het christelijk karakter van de huiskerk aan: Jezus wordt voortdurend vermeld, als de Heer, de Christus, de Hoogheilige, God. Ook een paar liturgische uitdrukkingen zoals ‘Amen’ en ‘Kyrie eleison’. Één graffito lijkt te verwijzen naar de Eucharistie. Enkele graffiti vermelden de naam Petrus. Het gebruik van verschillende talen lijkt ook te verwijzen naar bedevaarders van elders.
De Byzantijnse kerk van de 5de eeuw
De tweede helft van de 5de eeuw bracht een radicale omvorming van het bestaande complex. De bestaande huiskerk en wat er zich nog rond bevond wordt afgebroken (niet de fundamenten) en maakt plaats voor een splinternieuwe 8-
De bedoeling was ook hier de oorspronkelijke plaats te markeren en veilig te stellen voor de toekomst. Hoe zag die kerk eruit? Je had een centrale achthoek, omgeven door een grotere; aan 5 zijden had je een zuilengang en aan de 3 andere zijden waren er bijgebouwen.. In het centrum van de mozaïekvloer staat een pauw afgebeeld, symbool van de onsterfelijkheid. De kleine achthoek staat precies boven de fundamenten van het oorspronkelijke Petrushuis, dat nu echter niet meer te zien was. Maar de overlevering bleef nazinderen. We haalden reeds de notitie aan van een pelgrim uit Piacenza die in 570 Kafarnaüm bezocht; hij schreef: “… item venimus in Capharnaum in domo beati Petri, quae est modo basilica” (wij kwamen dan in Kafarnaüm in het huis van Sint Petrus dat nu een basiliek is).
Verwoest en toch bewaard
In de 7de eeuw kwam een einde aan de Byzantijnse tijd door de Arabische bezetting en de Islamitische overheersing. De christenen verlieten de stad, de basiliek geraakte in verval tot ze, zoals zoveel christelijke heiligdommen in het Midden-
En dan, in 1921 ontdekt men de resten van de opgesmukte octogonale Byzantijnse kerk en in 1968 treft men de kamer aan die een oude christelijke huiskerk huisvestte. Op 29 juni 1990 gaat men heel die vindplaats overtrekken met een – in overeenstemming met de Byzantijnse kerk – 8-
Het zijn natuurlijk slechts stenen die men bewaarde, maar als je erbij staat en je realiseert je dat dààr, in het huis van Kefas (Petrus) de eerste volgelingen van Jezus rondom Hem zaten… en luisterden naar zijn goddelijk woord… dan gebeurt er iets aan u dat je nooit meer vergeet…
noot 4 De archeologen waren de Franciscanen Fr. Corbo en Fr. Loffreda van de Custodie van het H. Land. Het ‘huis van Petrus’ vonden ze in 1968.
Bij Illustratie: Achteraan 8-